Een nieuwe week met nieuwe voornemens en het is afwachten wat ervan terecht gaat komen. Rond half negen op de zondagmorgen, de lucht is weliswaar wolkdreigend en er staat een forse wind, maar het is droog, dus met een jas aan moet het lukken. Op het nieuws hebben ze het gehad over de Linge, die buiten de oevers is getreden. Ik ben benieuwd of het aan de Oude Maas ook kritiek is. Over een klein uurtje is het hoogwater in Dordrecht en dan maar eens zien hoe hoog het water dan staat. Ook Ma gaat aan haar rondje beginnen, dus het eerste halfuur zal zij mij niet missen. Beiden gaan we een andere richting uit. En terwijl ik nog in onze straat loop, bedenk ik een grapje. Ik zal Ma eens verrassen. Op het winkelcentrum zie ik haar in de verte aankomen, dus ik verleg mijn koers en ga haar tegemoet. Nietsvermoedend en ook niets ziend gaat zij haar gangetje tot ik ineens voor haar opduik. Met een kreet van schrik en verbazing veert zij op. Ik had haar moeten waarschuwen. Na de nodige plichtplegingen gaan we weer ieder op de eigen weg verder. Maar de tweede grap is al geboren. De route van Ma staat vast. Zij verandert niet van koers. Ik, daarentegen, ben niet van een route afhankelijk. Ongemerkt steek ik de straat over en verdwijn in één der zijstraten. En wat ik dacht, gaat gebeuren. Een twintigtal meters achter haar ga ik de Leeuwenbekstraat in. En doordat ik sneller loop, haal ik haar langzaam in. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus in plaats van plotseling naast haar op te duiken, geef ik nu een seintje vooraf. Met iets verdraaide stem op vragende toon : “Mevrouw, mag ik u iets vragen?” Dit keer schrikt Ma nog wat harder dan de vorige keer. Ook al is zij dan blij om mij te zien, de schrik slaat haar in de benen. Tot aan de Blauwe Brug blijf ik bij haar, maar op de Onderdijkserijweg gaan we weer uit elkaar. Ma is al over de helft en ik moet nog aan mijn rondje beginnen. Flink doorstappend alsof ik verloren tijd moet inhalen ga ik vóór de wind in de richting van het centrum. Slecht een enkele honduitlater die ik op de zondagmorgen tegenkom. Zonder mankeren bereik ik de Maasboulevard en zie dat het woelige water nauwelijks tot de kade reikt. De waterhoogte valt hier dus wel mee. We hoeven nog niet bang te zijn voor natte voeten. Opgelucht begin ik aan de weg terug. Dit keer door via de Stationsweg een iets kortere route te nemen. In de vijver bij de '10-hoog flat' betwisten twee zwanen en twee ganzen elkaar het recht op een broedstekje. De zwanen zijn groter en sterker en de ganzen moeten bakzeil halen. Luid protesterend druipen zij af. Het is in her dierenrijk al precies hetzelfde als bij de mensen. Met spierballentaal kom je vaak verder dan met overleg. Nu ik de wind tegen heb, is het ook minder leuk om buiten te zijn, maar ik zal verder moeten om thuis te geraken. Ik neem de kortere weg door 'de Lus' en om kwart voor tien sta ik weer voor de deur en heb ik 6,1 km afgelegd. De maandag wordt geheel besteed aan het vieren van de verjaardag van het gezinshoofd, de Moeder. Al met al een drukke dag en ondanks de gezelligheid ben ik 's avonds blij als we naar bed kunnen. Ook de dinsdag wordt er niet gewandeld, daar ik dan wat anders te doen heb, hetgeen voorrang heeft. Maar op de woensdag trek ik de stoute schoenen aan en ga op pad voor het inmiddels bekende rondje langs de Onderdijkserijweg en het station. Halverwege, bij de rotonde naar de Ringdijk, krijg ik een bevlieging en plak ik er nog een stukje aan vast. Via de Burgemeester de Bruïnelaan en het gemeentehuis wordt het in totaal een ronde van 6,6 km. Niet om over naar huis te schrijven, dus in de middaguren ga ik er nog even op uit om 4,5 km te lopen. De route voert mij langs diverse viaducten en tunnels, waar Zwijndrecht zo rijk aan is. Op deze wijze wordt het een vruchtbare wandeldag. En donderdag is een ander verhaal. Nadat de nodige klusjes geklaard zijn, ben ik vrij om te gaan. Ma is al aan haar rondje bezig en ik moet proberen om zonder orthese te gaan lopen. Gisteren heb ik, vanwege een zeurderige pijn, het gebied rondom de grote teen van de linkervoet, onder handen genomen. Nu moet ik dus testen of het resultaat heeft opgeleverd. Ik kies ervoor om nogmaals langs de Onderdijkserijweg te gaan, want mocht het niet gaan, zoals het zou moeten, dan is het gemakkelijk om in te korten. Elke zijstraat voert naar onze buurt. Het is tamelijk koud en de straten zijn bedekt met grote diepe plassen. De afgelopen nacht heeft het flink geregend. En met een temperatuur van 2 graden is het niet bepaald zomers te noemen. Op de Burgemeester 't Hoffweg loop ik mijn lieverd tegemoet en samen gaan we een stukje terug tot we weer terug zijn op het punt bij de Blauwe brug, waar ik ben afgeweken. Zoals gezegd is het fris en een ieder langs de straat is goed ingepakt, maar voor een groet komt er even een glimlach te voorschijn. Ik ben allang van plan om vandaag weer eens de waterkant op te zoeken. Dus na de Verbindingsweg Noord ga ik de Ringdijk op en vandaar naar de Maasboulevard. Het uurwerk van de Dordtse dom glinstert in de laagstaande zon. Enkele grote binnenvaartschepen liggen werkeloos aan de kade. Aan dek wagen de opvarenden zich niet. Het is veel te koud. Mijn handen vallen haast van mijn lijf, ondanks dat ik handschoenen aan heb. In het langs lopen, zie ik dat de nieuwbouw reeds tot de zestiende etage gevorderd is. Bij de veersteiger vertrekt juist de waterbus naar de Merwekade in Dordrecht. En op het Veerplein kijkt de restauranthouder hoopvol naar de lucht. Na de lange regenperiode is hij wel weer eens aan gasten toe. Zonder een moment rust te nemen, ga ik onverstoord verder. Nu ik toch hier ben, kan ik net zo goed even over het oude kerkhof lopen. Niet dat ik er wat te zoeken heb, maar het brengt wat afwisseling in het parkoers. De graven, wie weet hoe oud, liggen er als altijd schots en scheef bij. Wat volgt is het Willem Alexanderhof alvorens ik op de Burgemeester de Bruïnelaan ben. Het gemeentehuis laat ik deze keer eens rechts liggen op mijn doortocht. En bij de Stationsweg aangekomen ga ik de bekende route op huis om aldaar te constateren dat ik er 8,1 km op heb zitten. De vrijdag was het weer te slecht voor woorden en ik doe er dan ook maar het zwijgen toe. En op de zaterdag gingen we voor een familiebezoek naar België, dus kwam er van wandelen niks. Zo ging de week ten einde met een totaal van 25,3 km. Quirinus |
0 Comments
Het moet er eens van komen. Mijn rijbewijs verloopt. Dus een wandeling naar het gemeentehuis is de eerste stap. En om het wat interessanter te maken, kies ik voor de langere route langs de Lindtsebenedendijk. Deze is niet alleen langer, maar ook rustiger. Zelden kom je daar een auto tegen en ook fietsers blijven er weg. Af en toe een jogger of iemand die zijn of haar hond uitlaat. Na zoveel jaren zul je het wel gezien hebben daar, maar dat is niet zo. Elke keer is er wel iets nieuws.
Het is even een gepuzzel om onder de dijk te komen. De bouw van de nieuwe Jumbo is in de eindfase, alles moet opnieuw bestraat worden. Kiepwagens rijden af en aan met zand en stenen. Omleidingen zijn wel aangegeven, maar die gelden niet voor voetgangers. Die moeten het zelf maar uitzoeken. Na wat omzwervingen kom ik toch ongedeerd waar ik wezen wil en kan ik aan mijn loopje beginnen. Ik heb er zin in en na de eerste bocht in de dijk krijg ik het voor de wind. Als een speer ga ik vooruit. Zoals het meestal gaat, gaat het ook nu. Geen kip noch kraai te bekennen. Ik heb de hele weg voor mij alleen. Aan één stuk loop ik door tot aan de Drechttunnel. Blijf daar enkele minuten staan om naar het verkeer onder mij te kijken, dat de tunnel induikt. Even verder komen er minstens zoveel uit de tunnel. En allemaal schijnen ze haast te hebben om op de bestemming te geraken. Slechts een enkele automobilist ziet mij staan en geeft een claxonsignaal als groet. En dan ga ik verder onder de Stadsbrug en de spoortunnel door naar de Burgemeester de Bruïnelaan, de vroegere hoofdstraat van het tuindersdorp. Hier was de grote groenteveiling gevestigd en woonden de notabelen. Veel van de vroegere glorie is er niet meer over. De tijd verandert alles en iedereen. Met de verplaatsing van de veiling naar Barendrecht is de sfeer hier veranderd. Zonder stoppen loop ik in één ruk door naar het gemeentehuis, dat met de groei van de bevolking is meegegroeid. Een kolossaal gebouw dat in een grote stad ook niet zou misstaan. Om kort te gaan, op het gemeentehuis konden ze mij niet helpen, de formulieren waren op. De juffrouw ging nog wel elders zoeken en kwam na twintig minuten met lege handen terug. Geen nood, dan maar op zoek naar een fotograaf, want pasfoto's komen bij een rijbewijs ook van pas. Je kunt ze maar hebben. Toen dat geregeld was, ben ik linea recta naar huis gegaan. Een kleine acht kilometer op de teller gaf mij nog een tevreden gevoel Voor de woensdag, Heine's vrije dag, stond er een afspraak bij de huisarts om de griepprik voor Heine te halen op de agenda. Wij hadden hem vorige week al gehaald, maar omdat Heine in quarantaine was vanwege een positieve test, moest hij hem alsnog hebben. Na eerst alles telefonisch geregeld te hebben, ging ik om tien vóór negen van huis om Heine op te halen. Normaal zouden we elkaar bij de huisarts ontmoeten, maar dit keer omdat hij voor het eerst buiten kwam na negen dagen opgesloten te hebben gezeten, deed ik het op deze manier. Na de harde wind van de afgelopen dagen, lagen de straten vol met afgevallen blad. De zon, in lage stand, scheen mij recht in het gezicht, terwijl ik de Koninginneweg afstruinde. Het was druk met verkeer en ook de schoolgaande jeugd was in grote getale aanwezig. Op het fietspad en het trottoir kwam de jeugd mij op de fiets tegemoet. Links en rechts werd er gepasseerd. Ook moeders met kinderen in een kleine bakfiets trapten er lustig op los. Een gekkenhuis was er niks bij. Dicht tegen het hek gedrukt, liet ik de hordes aan mij voorbij gaan. Op de afgesproken tijd stond ik bij Heine voor de deur. Met hem kwam ook Annemiek naar buiten, die mij met een uitbundig 'goedemorgen' begroette. Ik kreeg de kans niet om te antwoorden, want meteen erop volgde een heel relaas over haar gezondheidstoestand. De dokter had haar aangeraden om dagelijks een wandeling te maken en daar wilde ze juist aan beginnen. Eindelijk kon ik met goed fatsoen met Heine naar de dokterspost. De anderhalve kilometer was zo voorbij, want Heine had genoeg te vertellen. Vooral zijn aanstaande Kerstcruise, waarvan hij te horen had gekregen dat deze zonder onvoorziene omstandigheden door zou gaan. Op de terugweg naar zijn appartement hetzelfde verhaal nog eens. Om tien uur kon ik van Heine afscheid nemen en had ik de vrije hand om er nog een straatje bij aan te plakken. Uiteindelijk ben ik geen koeienstaart die altijd voor hetzelfde gat heen en weer slingert. Via de Laurensvliet, het fietstunneltje en de W.Snelliusweg kom ik op de Develsingel terecht. Net op dat moment loopt het Develsteincollege leeg. Honderden leerlingen op de fiets kwamen aangesjeesd. Voor mij was er geen plaats aan de linkerzijde, dus met de moed der wanhoop overgestoken naar de overkant van de straat. Heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees bereikte ik de veilige bomenrij en kon ik mijn weg voortzetten. Even na half elf met wederom acht kilometers op de meter was ik weer terug. Een hachelijk avontuur achter de rug en met het vooruitzicht op een gezellig 'koffiehalfuurtje' bracht ook dit keer een tevreden gevoel in mij teweeg. Het vooruitzicht van een zaterdag niet wandelen, staat mij niet echt aan. Ook Heine had zich er min of meer op verheugd, maar moest ik teleurstellen. Het is niet anders. Visite heeft zich aangekondigd voor de loop van de ochtend en dan moet ik fris en vrolijk thuis zijn. Gelukkig dat Heine nog zakgeld nodig heeft en dat ga ik hem brengen. Trouwens, het wandelen zal toch iets minder worden de komende tijd, want ik heb een verzoek van Sinterklaas gekregen, waar ik niet omheen kan. Vanzelfsprekend heb ik 'ja' gezegd, toen de Sint mij vroeg om hem te helpen met een dertigtal Sinterklaasgedichten van elk minimaal veertig regels. Dus veel tijd zal er niet overblijven voor mijn andere hobby's. Om kwart over acht stap ik de zonnige buitenruimte in en zet mijn voetstappen naar het noordwesten. Heine daarentegen woont oost van ons, dus bijna in tegengestelde richting. Zwijndrecht is door de A16 en de spoorlijn van Rotterdam naar Dordrecht doormidden gesneden. We spreken dan ook vaak van 'de andere kant'. Wij wonen aan de andere kant, gezien uit het huis van Heine. Heine ten opzichte van ons dus ook. Vandaag kies ik ervoor om eens niet over de Koninginneweg te gaan, want dan moet ik bijna een kilometer tegen de laagstaande zon in lopen. Ik maak dus een ommetje via de Develpoort en de W.Snelliusweg naar het fietstunneltje bij de Margrietschool. Hier heb ik minder last van het tegenlicht en toch overkomt het mij dat ik bijna een vrouw omver loop. Net als ik heeft ook zij niet goed uitgekeken. Het is dan ook de enige persoon die ik tegenkom. Ik doorkruis de schilderswijk, waar de bladeren door de wind bijeen zijn gewaaid, maar waar niemand zich over bekommerd. Zonder mankeren kom ik bij Heine voor de deur. Stop zijn zakgeld in zijn brievenbus en maak rechtsomkeer. Terwijl ik de straat uitloop, bedenk ik de route voor de terugweg. Het lijkt mij wel wat om een net iets langer rondje te maken nu ik toch onderweg ben. Ma zal mij niet missen, want ook zij is aan de tippel. Haar dagelijkse wandeling als therapie. In plaats van links af ga ik dus naar rechts en volg het wandelpad rond de begraafplaats om bij de Jeroen Boschlaan weer uit te komen. Geen slechte route met de bomen in herfsttooi en ver van het verkeer op de Burgemeester Jansenlaan. Slechts een enkeling met een hond aan de lijn die ik hier tegenkom. Hier heerst nog rust. Ook in de huizen is geen beweging te zien. Aanvankelijk was het de bedoeling om door de Pietermantunnel naar de andere kant te gaan, maar ik stel dat nog even uit door bij de Jeroen Boschlaan linksaf te slaan en terug te keren naar het eerder genoemde fietstunneltje. Af en toe rijdt er een trein langs, maar de geluidschermen houden het lawaai tegen. Vanaf het tunneltje ga ik via de 'tienhoogflat' en 'de Lus' naar huis, waar ik om vijf vóór half tien met 6,2 km op de meter aankom. Zo is mijn weektotaal toch nog opgelopen tot 24 km. Quirinus. |
|