Ik moet eerlijk zeggen dat het wandelen deze week niet op de prioriteitenlijst heeft gestaan. De Sinterklaasgedichten verdrongen alles. Die kunnen geen uitstel lijden. En dan was mijn zus in Friesland ook nog jarig. Met negentig jaren wel een bezoek waard. Al met al en was Heine die erop aandrong om zaterdag even de benen te strekken op een rondje Heerjansdam. Om acht uur sta ik bij Heine voor de deur en opgewekt stapt hij in. Lekker rustig op de weg, dit in tegenstelling tot afgelopen woensdag. Toen hebben we over 400 kilometers meer dan zes uur gedaan. Files van hier tot gunter. We zetten de auto neer bij de voetbalclub en beginnen om twintig over acht aan onze wandeling. Aanvankelijk is het mistig en lopen we in een klein wereldje. Maar al gauw komt de zon boven de kim om de Aarde op te warmen en de mist te laten verdwijnen. Heine heeft er echt zin in en vertelt honderduit over wat hem in de nabije toekomst nog aan uitjes te wachten staat. En ook de Kerstcruise komt uitgebreid aan de orde, waarbij hij zich afvraagt wat ze aan boord allemaal gaan doen. Intussen lopen we het onderhand bekende stuk achter de molenrestanten en de tennisvereniging langs naar het spoorviaduct. Het went gauw om weer in een bepaald tempo te lopen en al gauw zijn we dan ook aan de andere kant op de Langeweg om van daaruit het Waalbos in te gaan. Door het klaphek komen we in een andere wereld. Het gras is dik berijpt en in een mum van tijd sijpelt het water de schoenen in. Bij Heine met zijn linnen schoenen erger dan bij mij. Mijn Meindles zijn zogenaamd waterdicht, maar tegen dit vocht zijn ook zij niet opgewassen. Het gras is enkelhoog en ziet eruit alsof het bedolven is met een sneeuwlaag. De mist trekt langzaam op en de zon schijnt recht in ons gezicht. Onze hoofden en bovenlijven worden verwarmd door de zon, terwijl de voeten kou lijden door het binnendringende water. Er is verder geen mens aanwezig. Aan een bandenspoor is te veronderstellen dat er in de vroege ochtend een fietser hier geweest is. Wij lopen dus achter elkaar omringd door mistflarden en met beperkt zicht door de laagstaande zon. Bezijden ons, in het struikgewas het getsjilp van vele vogels. Het zijn geen mussen, want die herken ik wel. Maar wat het wel zijn, blijft een raadsel, want we krijgen ze niet te zien. Af en toe zakken onze voeten weg in een molshoop en dreigen we om te vallen. Onze stuurmanskunst behoedt ons daarvoor, zodat we zonder averij verder kunnen. Na het oversteken van de Langeweg om in het tweede deel van het Waalbos te komen, gaan we even in de fout. In plaats van linksaf gaan we rechtsaf en het duurt een paar honderd meter eer ik het doorheb en om moeten keren om niet verdwaald te raken. Heine moppert niet eens. Hij denkt waarschijnlijk aan de extra meters die hij mag schrijven na afloop. De route die we lopen is bedoeld om te dienen als een volgende SOP-tocht in juni volgend jaar. Dus er zit niet anders op dan nog een keer terug te komen. Eenmaal weer op het parkoers volgen we het pad door de diverse weilanden met als afscheiding tussen de weiden een hek. In het ene weiland, begrensd door een grote vijver, grazen de ganzen de boel kaal. In een andere loopt een kudde schapen ons schaapachtig aan te kijken. En verderop staan een vijftal paarden met hun hoofden over het prikkeldraad naar onze bewegingen te kijken. En dat allemaal is een mistachtige sfeer. Bij nadering van de uitgang, merk ik het al. Er is iets bijzonders aan de hand. Ik hoor flarden van muziek en gejoel van kinderstemmen. Ik denk meteen aan Sinterklaas. De eerste zaterdag na Sint Maarten komt hij immers in Nederland. En ja, hoor, het is zo. Een mensenmassa stijf opeen gedrukt. Vaders met kinderen op hun schouders en moeders met kinderwagens of wandelwagens. En allemaal hebben ze blije en verwachtingsvolle gezichten. Een paar Pieten delen pepernoten uit aan de kinderen. Heine is dolenthousiast. Hier wil hij bij zijn. Dit pakken ze hem niet meer af. Eigenlijk zou hij naar voren willen gaan om vlakbij de Sint te komen, maar ik weerhoud hem ervan. Dit is een feest voor kinderen en daar hebben wij niets te zoeken. Met grote moeite wurmen we ons door de mensenmassa heen en met moeite bereiken we de Rijksstraatweg. Hier staat de rest van de Rijsoordse bevolking te wachten om een glimp van het 'hoog bezoek' op te vangen op de rijtoer door het dorp. Heine heeft het de rest van de tocht over niets anders meer dan over Sinterklaas. Hij vraagt zich nog wel af waarom wij geen Sinterklaas meer vieren, zoals we vroeger altijd deden met surprises en chocoladeletters. Ik doe er het zwijgen maar toe, want dat is moeilijk voor hem te begrijpen. De Corona en het ouder worden, daar heeft hij geen notie van. Wij vervolgen onze tocht over de Waaldijk en later de Noldijk met de Wevershoeve, een super duur restaurant. En nog steeds komen we mensen tegen die op weg zijn naar het Sinterklaasgebeuren verderop. Na de Wevershoeve schieten wij de Wevershoek, een mooi park aan de Waal gelegen, in. Hier is het volop herfst. De grond is bezaaid met afgevallen blad, maar de omgeving is de moeite waard. Prachtige wandelpaden, mooie weiden en bloemperken en de nu hoger staande zon, maken het tot een schilderachtig geheel. Aan het eind komen we terug op de Noldijk en nadert het einde van onze wandeling. Na het Waalviaduct is het nog een fluitje van een cent om terug te komen bij de auto. Een fractie na elf uur stappen we in en rijden terug naar huis. Na Heine thuis afgezet te hebben nog enkele straten en om half twaalf kan ook ik binnenstappen met 12 km op de teller. Net als Heine ben ik, ondanks de natte voeten, dik tevreden. Voor herhaling vatbaar. Quirinus. |