Toen ik voorstelde om donderdag te gaan wandelen in plaats van op de mistige woensdag, was Heine eerst een beetje sceptisch, maar uiteindelijk stemde hij toen. Dus om half negen ontmoetten we elkaar bij het fietstunneltje om vanaf hier een rondje Kijfhoek te doen. Het is van meet af aan mooi zonnig weer, maar aan Heine is dat niet af te lezen, want hij is dik ingepakt met de dikste jas die hij kon vinden. Inclusief muts en das heeft hij meer weg van een sneeuwman dan van een wandelaar. Onze route gaat via de Jeroen Boschlaan, langs de begraafplaats, naar de Bakesteinse Poort. Het is voor mij de tweede keer vandaag dat ik de spoorlijn kruis. Meerdere malen zullen volgen op onze wandeling. Maar eerst volgt de Heer Oudelandslaan, een straatje van niks, maar met vele herinneringen. Na de onteigening voor de bouw van de Pietermantunnel, kwamen Trui en Siem de Koning hier te wonen. Ook de poelier, van Barendregt, woonde in dit straatje. Nu ziet het er wat verlaten en vervallen uit. Net als de Oude Stationsweg een verlaten indruk geeft. Ooit was het hier een drukte van belang. Hier was immers het eerste treinstation van Zwijndrecht gevestigd. Hier vandaan gingen de Zwijndrechtse groenten het land in. Wat overgebleven is, is de oude zwartgeteerde schuur, waarin destijds varkens gehouden werden. Ook Heine herinnert zich nog goed dat hij jarenlang bij Drechtwerk op Bakestein gestationeerd was. Alvorens we afslaan naar de Buitendreef wijst een pijl naar deze vestiging. Heine zou er graag even langs gaan, maar ik weerhoud hem ervan. Niet alles op één dag. Hij heeft de rest van de maand vrij, dus kan hij er zelf in zijn eentje naar toe. Zonder ook maar een mens tegen te komen, lopen we door Bakenstein naar de Munnikenweg. Ik zeg :”zonder een mens tegen te komen”, maar wat we wel tegenkomen is een werkbus van Drechtwerkgroen. Heine is dolenthousiast en wil ermee op de foto. Intussen kijkt hij loerend rond naar een of meerdere oud-collega's. Heel in de verte zien we een persoon in het oranje gekleed die aan het bladblazen is. Lichtelijk teleurgesteld loopt Heine achter mij aan door de met platanen omgrensde secundaire Munnikensteeg. Het is volkomen helder en we kijken ver het land in. Grote plassen glinsteren op tussen de spruiten en boerenkool. We lopen de hoogte op naar het viaduct over het grootste spooremplacement van Europa, Kijfhoek. Verbazingwekkend hoeveel spoorwagons staan te wachten op vervoer naar hun bestemmingen. Locomotieven rijden af en aan, een indrukwekkend gezicht. We blijven dan ook even staan om het spul van boven af te bekijken. Na afdaling van de trap staat ons een verrassing te wachten. Werklui hebben de straat open gebroken en diepe geulen gegraven. Een soort van hindernisbaan voor ons. Nieuwsgierig als ik ben, laat ik mij vertellen dat er een breuk in een 10.000 V-kabel van pro-rail is geconstateerd en moet vervangen worden. Een klus die de hele dag gaat duren. Met moeite komen wij op de begaanbare weg om verderop het Develbos in te gaan. Dit bos is als altijd verrassend mooi. Herfstkleuren overheersen, maar er is ook nog veel groen te bespeuren. En.... het zonnetje schijnt heerlijk, hetgeen Heine beaamt door te zeggen dat het wel zomer lijkt. Hij zweet dan ook als een otter en ontdoet zich van das, muts en overige overtollige kledingstukken. Na het Develbos volgt de route door de Munnikendevel, een der mooiste groengebied van het Zwijndrechtse Buitengebied. De route voert ons naar de Lindenweg, waar we een poosje stil staan om te kijken naar het gemanouvreer van de boer door de moerassige grond. De spruiten moeten geplukt en dat de grond nat is, neemt hij op de koop toe. De marktprijs is goed en de spruiten ook. Na elke rits wordt de machine geleegd in een grote bak van twee ton inhoud. Heine ziet dit voor het eerst en is er niet bij weg te slaan. Maar we moeten verder en de klok draait door. We krijgen nog het Arboretum en Develpark eer we thuis zijn. In het Arboretum is het stil, hoewel er nog genoeg te zien valt. Zelfs bloeiende rozen. Lang blijven kunnen we niet, want ook de vermoeidheid en het verlangen naar rust doet ons naar het einde verlangen. Ik heb mij voorgenomen om met Heine mee te lopen tot aan het eerder genoemde fietstunneltje, dus op nog geen drie honderd meter van mijn huis, gaan we nog even linksaf naar de Develpoort. Veel is er nu niet meer te beleven. Alleen nog de auto's die staan te wachten op een wasbeurt alvorens ze verkocht gaan worden. Eindelijk na ruim drie uren gewandeld te hebben zijn we terug op het punt waar we begonnen zijn en gaan we ieder onze eigen weg, waar bij thuiskomst blijkt dat het ruim dertien kilometers zijn geworden. Hoe anders is het op vrijdag. De Sint heeft mij gevraagd om zijn rijmsels rond te brengen. Natuurlijk ben ik daar niet te beroerd voor, maar dan wel lopend. Koppel ik er gelijk een Boodschap aan vast. Gaat in een moeite door. Om tien over negen de deur uit en kriskras door Zwijndrecht. Van het uiterste zuiden tot ver in het noorden. Koud, berenkoud is het. En een schrale wind vanuit de oosthoek. Maar goed, beloofd is beloofd en ik werk het lijstje af. Maar in het winkelcentrum in Walburg gaat het fout. Winkelcentra zijn toch al niet favoriet bij mij, maar Walburg spant de kroon. Om kort te gaan, ik loop de verkeerde kant uit. En met zo'n drie kilo in mijn rugtasje geen pretje. Gebogen onder de last loop ik zo'n drie en een halve kilometer te sjouwen. En dat is eigenlijk net iets teveel voor het oude lijf. Gebroken en uitgeput kom ik dan ook thuis. En de lust tot wandelen is voor een poosje gedaan. Trouwens deze week is het al met al toch nog 35 km geworden. Quirinus. |