Het moet er eens van komen. Mijn rijbewijs verloopt. Dus een wandeling naar het gemeentehuis is de eerste stap. En om het wat interessanter te maken, kies ik voor de langere route langs de Lindtsebenedendijk. Deze is niet alleen langer, maar ook rustiger. Zelden kom je daar een auto tegen en ook fietsers blijven er weg. Af en toe een jogger of iemand die zijn of haar hond uitlaat. Na zoveel jaren zul je het wel gezien hebben daar, maar dat is niet zo. Elke keer is er wel iets nieuws.
Het is even een gepuzzel om onder de dijk te komen. De bouw van de nieuwe Jumbo is in de eindfase, alles moet opnieuw bestraat worden. Kiepwagens rijden af en aan met zand en stenen. Omleidingen zijn wel aangegeven, maar die gelden niet voor voetgangers. Die moeten het zelf maar uitzoeken. Na wat omzwervingen kom ik toch ongedeerd waar ik wezen wil en kan ik aan mijn loopje beginnen. Ik heb er zin in en na de eerste bocht in de dijk krijg ik het voor de wind. Als een speer ga ik vooruit.
Zoals het meestal gaat, gaat het ook nu. Geen kip noch kraai te bekennen. Ik heb de hele weg voor mij alleen. Aan één stuk loop ik door tot aan de Drechttunnel. Blijf daar enkele minuten staan om naar het verkeer onder mij te kijken, dat de tunnel induikt. Even verder komen er minstens zoveel uit de tunnel. En allemaal schijnen ze haast te hebben om op de bestemming te geraken. Slechts een enkele automobilist ziet mij staan en geeft een claxonsignaal als groet.
En dan ga ik verder onder de Stadsbrug en de spoortunnel door naar de Burgemeester de Bruïnelaan, de vroegere hoofdstraat van het tuindersdorp. Hier was de grote groenteveiling gevestigd en woonden de notabelen. Veel van de vroegere glorie is er niet meer over. De tijd verandert alles en iedereen. Met de verplaatsing van de veiling naar Barendrecht is de sfeer hier veranderd. Zonder stoppen loop ik in één ruk door naar het gemeentehuis, dat met de groei van de bevolking is meegegroeid. Een kolossaal gebouw dat in een grote stad ook niet zou misstaan.
Om kort te gaan, op het gemeentehuis konden ze mij niet helpen, de formulieren waren op. De juffrouw ging nog wel elders zoeken en kwam na twintig minuten met lege handen terug. Geen nood, dan maar op zoek naar een fotograaf, want pasfoto's komen bij een rijbewijs ook van pas. Je kunt ze maar hebben. Toen dat geregeld was, ben ik linea recta naar huis gegaan. Een kleine acht kilometer op de teller gaf mij nog een tevreden gevoel
Voor de woensdag, Heine's vrije dag, stond er een afspraak bij de huisarts om de griepprik voor Heine te halen op de agenda. Wij hadden hem vorige week al gehaald, maar omdat Heine in quarantaine was vanwege een positieve test, moest hij hem alsnog hebben. Na eerst alles telefonisch geregeld te hebben, ging ik om tien vóór negen van huis om Heine op te halen. Normaal zouden we elkaar bij de huisarts ontmoeten, maar dit keer omdat hij voor het eerst buiten kwam na negen dagen opgesloten te hebben gezeten, deed ik het op deze manier.
Na de harde wind van de afgelopen dagen, lagen de straten vol met afgevallen blad. De zon, in lage stand, scheen mij recht in het gezicht, terwijl ik de Koninginneweg afstruinde. Het was druk met verkeer en ook de schoolgaande jeugd was in grote getale aanwezig. Op het fietspad en het trottoir kwam de jeugd mij op de fiets tegemoet. Links en rechts werd er gepasseerd. Ook moeders met kinderen in een kleine bakfiets trapten er lustig op los. Een gekkenhuis was er niks bij. Dicht tegen het hek gedrukt, liet ik de hordes aan mij voorbij gaan.
Op de afgesproken tijd stond ik bij Heine voor de deur. Met hem kwam ook Annemiek naar buiten, die mij met een uitbundig 'goedemorgen' begroette. Ik kreeg de kans niet om te antwoorden, want meteen erop volgde een heel relaas over haar gezondheidstoestand. De dokter had haar aangeraden om dagelijks een wandeling te maken en daar wilde ze juist aan beginnen. Eindelijk kon ik met goed fatsoen met Heine naar de dokterspost. De anderhalve kilometer was zo voorbij, want Heine had genoeg te vertellen. Vooral zijn aanstaande Kerstcruise, waarvan hij te horen had gekregen dat deze zonder onvoorziene omstandigheden door zou gaan.
Op de terugweg naar zijn appartement hetzelfde verhaal nog eens. Om tien uur kon ik van Heine afscheid nemen en had ik de vrije hand om er nog een straatje bij aan te plakken. Uiteindelijk ben ik geen koeienstaart die altijd voor hetzelfde gat heen en weer slingert. Via de Laurensvliet, het fietstunneltje en de W.Snelliusweg kom ik op de Develsingel terecht. Net op dat moment loopt het Develsteincollege leeg. Honderden leerlingen op de fiets kwamen aangesjeesd. Voor mij was er geen plaats aan de linkerzijde, dus met de moed der wanhoop overgestoken naar de overkant van de straat. Heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees bereikte ik de veilige bomenrij en kon ik mijn weg voortzetten.
Even na half elf met wederom acht kilometers op de meter was ik weer terug. Een hachelijk avontuur achter de rug en met het vooruitzicht op een gezellig 'koffiehalfuurtje' bracht ook dit keer een tevreden gevoel in mij teweeg.
Het vooruitzicht van een zaterdag niet wandelen, staat mij niet echt aan. Ook Heine had zich er min of meer op verheugd, maar moest ik teleurstellen. Het is niet anders. Visite heeft zich aangekondigd voor de loop van de ochtend en dan moet ik fris en vrolijk thuis zijn. Gelukkig dat Heine nog zakgeld nodig heeft en dat ga ik hem brengen. Trouwens, het wandelen zal toch iets minder worden de komende tijd, want ik heb een verzoek van Sinterklaas gekregen, waar ik niet omheen kan. Vanzelfsprekend heb ik 'ja' gezegd, toen de Sint mij vroeg om hem te helpen met een dertigtal Sinterklaasgedichten van elk minimaal veertig regels. Dus veel tijd zal er niet overblijven voor mijn andere hobby's.
Om kwart over acht stap ik de zonnige buitenruimte in en zet mijn voetstappen naar het noordwesten. Heine daarentegen woont oost van ons, dus bijna in tegengestelde richting. Zwijndrecht is door de A16 en de spoorlijn van Rotterdam naar Dordrecht doormidden gesneden. We spreken dan ook vaak van 'de andere kant'. Wij wonen aan de andere kant, gezien uit het huis van Heine. Heine ten opzichte van ons dus ook.
Vandaag kies ik ervoor om eens niet over de Koninginneweg te gaan, want dan moet ik bijna een kilometer tegen de laagstaande zon in lopen. Ik maak dus een ommetje via de Develpoort en de W.Snelliusweg naar het fietstunneltje bij de Margrietschool. Hier heb ik minder last van het tegenlicht en toch overkomt het mij dat ik bijna een vrouw omver loop. Net als ik heeft ook zij niet goed uitgekeken. Het is dan ook de enige persoon die ik tegenkom.
Ik doorkruis de schilderswijk, waar de bladeren door de wind bijeen zijn gewaaid, maar waar niemand zich over bekommerd. Zonder mankeren kom ik bij Heine voor de deur. Stop zijn zakgeld in zijn brievenbus en maak rechtsomkeer.
Terwijl ik de straat uitloop, bedenk ik de route voor de terugweg. Het lijkt mij wel wat om een net iets langer rondje te maken nu ik toch onderweg ben. Ma zal mij niet missen, want ook zij is aan de tippel. Haar dagelijkse wandeling als therapie. In plaats van links af ga ik dus naar rechts en volg het wandelpad rond de begraafplaats om bij de Jeroen Boschlaan weer uit te komen. Geen slechte route met de bomen in herfsttooi en ver van het verkeer op de Burgemeester Jansenlaan. Slechts een enkeling met een hond aan de lijn die ik hier tegenkom. Hier heerst nog rust. Ook in de huizen is geen beweging te zien.
Aanvankelijk was het de bedoeling om door de Pietermantunnel naar de andere kant te gaan, maar ik stel dat nog even uit door bij de Jeroen Boschlaan linksaf te slaan en terug te keren naar het eerder genoemde fietstunneltje. Af en toe rijdt er een trein langs, maar de geluidschermen houden het lawaai tegen. Vanaf het tunneltje ga ik via de 'tienhoogflat' en 'de Lus' naar huis, waar ik om vijf vóór half tien met 6,2 km op de meter aankom.
Zo is mijn weektotaal toch nog opgelopen tot 24 km.
Quirinus.
Het is even een gepuzzel om onder de dijk te komen. De bouw van de nieuwe Jumbo is in de eindfase, alles moet opnieuw bestraat worden. Kiepwagens rijden af en aan met zand en stenen. Omleidingen zijn wel aangegeven, maar die gelden niet voor voetgangers. Die moeten het zelf maar uitzoeken. Na wat omzwervingen kom ik toch ongedeerd waar ik wezen wil en kan ik aan mijn loopje beginnen. Ik heb er zin in en na de eerste bocht in de dijk krijg ik het voor de wind. Als een speer ga ik vooruit.
Zoals het meestal gaat, gaat het ook nu. Geen kip noch kraai te bekennen. Ik heb de hele weg voor mij alleen. Aan één stuk loop ik door tot aan de Drechttunnel. Blijf daar enkele minuten staan om naar het verkeer onder mij te kijken, dat de tunnel induikt. Even verder komen er minstens zoveel uit de tunnel. En allemaal schijnen ze haast te hebben om op de bestemming te geraken. Slechts een enkele automobilist ziet mij staan en geeft een claxonsignaal als groet.
En dan ga ik verder onder de Stadsbrug en de spoortunnel door naar de Burgemeester de Bruïnelaan, de vroegere hoofdstraat van het tuindersdorp. Hier was de grote groenteveiling gevestigd en woonden de notabelen. Veel van de vroegere glorie is er niet meer over. De tijd verandert alles en iedereen. Met de verplaatsing van de veiling naar Barendrecht is de sfeer hier veranderd. Zonder stoppen loop ik in één ruk door naar het gemeentehuis, dat met de groei van de bevolking is meegegroeid. Een kolossaal gebouw dat in een grote stad ook niet zou misstaan.
Om kort te gaan, op het gemeentehuis konden ze mij niet helpen, de formulieren waren op. De juffrouw ging nog wel elders zoeken en kwam na twintig minuten met lege handen terug. Geen nood, dan maar op zoek naar een fotograaf, want pasfoto's komen bij een rijbewijs ook van pas. Je kunt ze maar hebben. Toen dat geregeld was, ben ik linea recta naar huis gegaan. Een kleine acht kilometer op de teller gaf mij nog een tevreden gevoel
Voor de woensdag, Heine's vrije dag, stond er een afspraak bij de huisarts om de griepprik voor Heine te halen op de agenda. Wij hadden hem vorige week al gehaald, maar omdat Heine in quarantaine was vanwege een positieve test, moest hij hem alsnog hebben. Na eerst alles telefonisch geregeld te hebben, ging ik om tien vóór negen van huis om Heine op te halen. Normaal zouden we elkaar bij de huisarts ontmoeten, maar dit keer omdat hij voor het eerst buiten kwam na negen dagen opgesloten te hebben gezeten, deed ik het op deze manier.
Na de harde wind van de afgelopen dagen, lagen de straten vol met afgevallen blad. De zon, in lage stand, scheen mij recht in het gezicht, terwijl ik de Koninginneweg afstruinde. Het was druk met verkeer en ook de schoolgaande jeugd was in grote getale aanwezig. Op het fietspad en het trottoir kwam de jeugd mij op de fiets tegemoet. Links en rechts werd er gepasseerd. Ook moeders met kinderen in een kleine bakfiets trapten er lustig op los. Een gekkenhuis was er niks bij. Dicht tegen het hek gedrukt, liet ik de hordes aan mij voorbij gaan.
Op de afgesproken tijd stond ik bij Heine voor de deur. Met hem kwam ook Annemiek naar buiten, die mij met een uitbundig 'goedemorgen' begroette. Ik kreeg de kans niet om te antwoorden, want meteen erop volgde een heel relaas over haar gezondheidstoestand. De dokter had haar aangeraden om dagelijks een wandeling te maken en daar wilde ze juist aan beginnen. Eindelijk kon ik met goed fatsoen met Heine naar de dokterspost. De anderhalve kilometer was zo voorbij, want Heine had genoeg te vertellen. Vooral zijn aanstaande Kerstcruise, waarvan hij te horen had gekregen dat deze zonder onvoorziene omstandigheden door zou gaan.
Op de terugweg naar zijn appartement hetzelfde verhaal nog eens. Om tien uur kon ik van Heine afscheid nemen en had ik de vrije hand om er nog een straatje bij aan te plakken. Uiteindelijk ben ik geen koeienstaart die altijd voor hetzelfde gat heen en weer slingert. Via de Laurensvliet, het fietstunneltje en de W.Snelliusweg kom ik op de Develsingel terecht. Net op dat moment loopt het Develsteincollege leeg. Honderden leerlingen op de fiets kwamen aangesjeesd. Voor mij was er geen plaats aan de linkerzijde, dus met de moed der wanhoop overgestoken naar de overkant van de straat. Heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees bereikte ik de veilige bomenrij en kon ik mijn weg voortzetten.
Even na half elf met wederom acht kilometers op de meter was ik weer terug. Een hachelijk avontuur achter de rug en met het vooruitzicht op een gezellig 'koffiehalfuurtje' bracht ook dit keer een tevreden gevoel in mij teweeg.
Het vooruitzicht van een zaterdag niet wandelen, staat mij niet echt aan. Ook Heine had zich er min of meer op verheugd, maar moest ik teleurstellen. Het is niet anders. Visite heeft zich aangekondigd voor de loop van de ochtend en dan moet ik fris en vrolijk thuis zijn. Gelukkig dat Heine nog zakgeld nodig heeft en dat ga ik hem brengen. Trouwens, het wandelen zal toch iets minder worden de komende tijd, want ik heb een verzoek van Sinterklaas gekregen, waar ik niet omheen kan. Vanzelfsprekend heb ik 'ja' gezegd, toen de Sint mij vroeg om hem te helpen met een dertigtal Sinterklaasgedichten van elk minimaal veertig regels. Dus veel tijd zal er niet overblijven voor mijn andere hobby's.
Om kwart over acht stap ik de zonnige buitenruimte in en zet mijn voetstappen naar het noordwesten. Heine daarentegen woont oost van ons, dus bijna in tegengestelde richting. Zwijndrecht is door de A16 en de spoorlijn van Rotterdam naar Dordrecht doormidden gesneden. We spreken dan ook vaak van 'de andere kant'. Wij wonen aan de andere kant, gezien uit het huis van Heine. Heine ten opzichte van ons dus ook.
Vandaag kies ik ervoor om eens niet over de Koninginneweg te gaan, want dan moet ik bijna een kilometer tegen de laagstaande zon in lopen. Ik maak dus een ommetje via de Develpoort en de W.Snelliusweg naar het fietstunneltje bij de Margrietschool. Hier heb ik minder last van het tegenlicht en toch overkomt het mij dat ik bijna een vrouw omver loop. Net als ik heeft ook zij niet goed uitgekeken. Het is dan ook de enige persoon die ik tegenkom.
Ik doorkruis de schilderswijk, waar de bladeren door de wind bijeen zijn gewaaid, maar waar niemand zich over bekommerd. Zonder mankeren kom ik bij Heine voor de deur. Stop zijn zakgeld in zijn brievenbus en maak rechtsomkeer.
Terwijl ik de straat uitloop, bedenk ik de route voor de terugweg. Het lijkt mij wel wat om een net iets langer rondje te maken nu ik toch onderweg ben. Ma zal mij niet missen, want ook zij is aan de tippel. Haar dagelijkse wandeling als therapie. In plaats van links af ga ik dus naar rechts en volg het wandelpad rond de begraafplaats om bij de Jeroen Boschlaan weer uit te komen. Geen slechte route met de bomen in herfsttooi en ver van het verkeer op de Burgemeester Jansenlaan. Slechts een enkeling met een hond aan de lijn die ik hier tegenkom. Hier heerst nog rust. Ook in de huizen is geen beweging te zien.
Aanvankelijk was het de bedoeling om door de Pietermantunnel naar de andere kant te gaan, maar ik stel dat nog even uit door bij de Jeroen Boschlaan linksaf te slaan en terug te keren naar het eerder genoemde fietstunneltje. Af en toe rijdt er een trein langs, maar de geluidschermen houden het lawaai tegen. Vanaf het tunneltje ga ik via de 'tienhoogflat' en 'de Lus' naar huis, waar ik om vijf vóór half tien met 6,2 km op de meter aankom.
Zo is mijn weektotaal toch nog opgelopen tot 24 km.
Quirinus.