Op de zondagmorgen, veel zin heb ik nog niet, trek ik er toch maar op uit. Het heeft de afgelopen nacht flink geregend. Nu is het weliswaar droog, maar de lucht is grauw. Ma is al vertrokken voor haar rondje, elke dag hetzelfde. Ik weet nog niet goed hoe of waar te gaan. Eerst maar eens warm lopen in de buurt. Op de Kort Ambachtlaan kom ik Ma tegen en hierna gaan we ieder onze eigen weg. Allereerst bezoek ik het Develpark. Hier ben ik beschut tegen de wind. Zigzaggend ga ik over de paden en kom er bij de Kinderboerderij weer uit. Dan door de Pietermantunnels naar de andere kant om over de Officiersvliet verder te wandelen. Grote, diepe plassen versperren mij soms de weg. Een teken dat het vannacht stevig gehoosd heeft. De wind is straf uit een noordelijke richting en voelt koud aan. De kerkklokken galmen en roepen de mensen op tot gebed. Deuren worden geopend en portieren slaan. Meerdere mensen haasten zich op weg. Ik probeer zoveel mogelijk uit de wind te blijven door de huizenkant op te zoeken. Ik loop door straten, waarvan ik de namen niet ken, maar waar ik wel kan doorstappen zonder mij te forceren. De mensen kijken mij wel vreemd aan, maar dat neem ik op de koop toe. Uiteindelijk heb ik mijn rondje erop zitten en als ik voor de deur sta, komen er druppels naar beneden. Precies op tijd heb ik de 6,8 kilometer erop zitten. Voor de maandag hebben we afspraken gepland en komt er van wandelen niks. Maar dinsdag trek ik er weer op uit en kom ik tot 9,2 km met een rondje rond de Devel, inclusief een paar keer in het Develpark heen en weer. Het was een prachtige voorjaarsdag, bijna windstil en met een lichte vorst. De sneeuwklokjes en de krokusjes steken hun kopjes boven de grond en doen de mensen beseffen dat er een eind komt aan de winter. Er zijn trouwens ook veel wandelaars op de been en in het Arboretum zijn ze druk in de weer met snoeien en het poten van plantjes. De eenden en meerkoeten zijn materiaal aan het verzamelen voor hun nest, want ook zij voelen dat het broedseizoen nadert. Opgewekt loop ik mijn rondje en ondanks de koude handen voel ik mij happy. Vandaag, woensdag, geen voortzetting van de SOP-tocht, maar de hele dag in de weer met Heine voor doktersbezoek, testen en naar het ziekenhuis voor foto's. Geen kleinigheid om het allemaal lopend te doen. Maar ik heb het volbracht en de teller staat op 14,4 km als ik op het laatst thuiskom. De hoop is dat het Heine zal helpen om beter te gaan lopen en verlost zal zijn van de pijn. Sinds zijn val in januari, verleden jaar, gaat het, ondanks veel fysio-oefeningen, niet goed. Het werd hoog tijd dat er onderzoek naar gedaan zou worden. Afwachten is nu het motto. Op de donderdag heb ik de tijd aan mezelf. Ik kan gaan en staan waar ik wil. Toch duurt het even eer ik de deur uitga. Het is koud, niet leuk. Uiteindelijk, het is al tegen half elf, ga ik stappen. Een zogenaamd rondje 'om de kerk' heb ik in gedachten, maar het pakt iets anders uit. Nadat ik de Lindtsebenedendijk ben uitgelopen en de Noordelijke Verbindingsweg ben overgestoken, krijg ik zin om het 'grote water' van dichtbij te bekijken. Op de Maasboulevard sta ik enkele minuten stil om enkele schepen onder de Zwijndrechtse brug door zien te varen. Altijd een spannend moment. Het is al eens gebeurd dat een schip vastliep, omdat het te hoog op het water lag. Ook een schipper kan zich vergissen. Dit keer gaat het goed en opgelucht ga ik verder met mijn wandeling. Voor het eerst zoek ik mijn weg via de verschillende straten met namen die ontleend zijn aan de scheepvaart. Zo kom ik op de Jollensteiger terecht. Nooit eerder van gehoord. Mijn voeten gaan als vanzelf in de richting van het spoorviaduct en mijn ogen zien het fietspad waar ik steeds aan voorbij ben gelopen. Dit keer sla ik rechtsaf en volg het pad dat de brug opgaat, maar in de bocht is een afslag, die uitmondt op de Karel Doormanlaan. Zodoende ben ik vandaag eerder thuis dan verwacht. Het is maar net na half twaalf en ik heb toch al zes kilometer afgelegd. Het is behoorlijk mistig als ik naar buiten ga en ik heb de nodige waarschuwingen op zak. Toch is de ochtend al ver gevorderd, het is al na tienen. De bedoeling is om de Munnikendevel eens op te zoeken. Het is al enkele jaren geleden dat ik daar was. Het ligt ook niet naast de deur. Maar goed, de intentie is er. Ik loop de buurt uit via allerlei omleidingen. Ze zijn druk bezig de gas- en waterleidingen te vervangen. Overal is het een zootje met afzettingen en een smeerboel. Maar ik kom ongeschonden bij de Devel, waar de watervogels heen en weer scharrelen om het nestmateriaal bijeen te vergaren. Vooral de meerkoetjes hebben het druk. Driftig zwemmen ze van de ene kant naar de andere. En daar tussendoor de eenden en zwanen. Een wirwar van vogels. Vooral op de plekken waar brood is gestrooid. Voorzichtig steek ik de Munnikensteeg over en loop langs de Devel verder naar het broedgebied van vele vogels. Nu is het nog open voor het publiek, maar dat zal niet lang meer duren als de instanties tenminste door hebben dat het een vroeg voorjaar is. Ik heb trouwens al enkele van de Nijlganzen met jongen gezien. Wat opvalt vandaag is dat er zo weinig mensen op straat te vinden zijn. Slechts een enkeling op de fiets, maar lopend geen één. Ondanks dat we al enkele dagen droog weer hebben gehad, zijn de paden modderig en moet ik oppassen niet met vuile schoenen thuis te komen. Het Kijfhoekkerkje doemt pas laat in de mist op. Ook het stuk onder de Kijfhoek langs is vochtig. Zelfs helemaal tot aan de manege. Wederom steek ik behoedzaam de Munnikensteeg over en ga verder door Oudelands Ambacht en het Molenvlietpark op huis aan. Maar eerst word ik nog verrast door een perk met bloeiende narcissen. Die zijn er ook vroeg bij. Een vrolijk gezicht en een zeker teken van een komende lente. Geen wonder dat ik na ruim anderhalf uur met een lachend gezicht op de stoep sta om binnen gelaten te worden. Het zijn toch mooi 9,4 km geworden. Op zaterdagmorgen ben ik al vroeg op pad. Ik moet het alleen doen, want Heine heeft zichzelf een 'uitslaapdag' toebedeeld en ligt op dit tijdstip nog lekker te knorren. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel, ik kan nu gaan staan en gaan waar ik wil. Ma is al eerder de deur uit gegaan en op haar rondje kom ik haar tweemaal tegen. Blij verrast ontmoeten we elkaar. De eerste keer op de Kort Ambachtlaan en de tweede keer nabij de Blauwe Brug op de Burgemeester 't Hofweg. Vanaf het laatste punt kan ik pas echt beginnen aan mijn taak. Er moet namelijk wat afgegeven worden bij Heine, dus dwars door het dorp op mijn doel af. Het is nog tamelijk stil op straat, alleen mensen op boodschappenjacht. Ik heb gisteren alles al in huis gehaald. De zon probeert het wel, maar veel kans heeft hij niet om door de bewolking heen te breken. Af en toe zie ik slechts een glimp om meteen erna weer te verdwijnen. Veel wind staat er ook al niet, dus de zon moet het van eigen kracht hebben. Nadat ik mijn spulletje bij Heine in de brievenbus heb afgeleverd, ga ik via de oude Rotterdamseweg in de richting van het Veerplein en de waterkant. Ik heb niet echt haast, maar stap toch stevig door. Er is nog meer te doen. Toch blijf ik nabij het Maasplein even zitten op een bankje recht tegenover de Grote Kerk van Dordrecht. Aan de kade liggen enkele sleepboten van Broedertrouw, die trouw liggen te wachten op een sleepklus. Er ligt ook een vreemde eend in de bijt, namelijk de Sint Nicolaas V. En bij de nieuw in aanbouw zijnde flat zijn ze aan de negentiende verdieping bezig, dus het zal niet lang meer duren dat ze wordt opgeleverd. Ik kies ervoor om via de Lindtsebenedendijk terug naar huis te keren. En terwijl enkele goederentreinen over de spoorbrug denderen, probeer ik mij in te denken hoe dat voor de bewoners van de Maasboulevard zal zijn. Veel sympathie kan ik niet opbrengen. Zonder verder oponthoud kom ik klokslag tien uur thuis en heb ik 9,6 km gelopen. Het weektotaal is opgelopen tot 57,5 km. Quirinus. |