Het is er van de week nog niet van gekomen om eens lekker de benen te strekken in de buitenlucht. Behoudens een bezoekje aan Heine en het boodschappen doen, kwam ik mede door de heersende kou niet buiten. Maar op woensdagmorgen moet het er toch maar van komen. Reeds om kwart over acht trek ik de deur achter mij dicht en ga ik op pad met het voornemen om eens een flink stuk te lopen. Op warmer weer hoef ik niet te wachten, want dat zit er voorlopig niet in. Het is mijn bedoeling om via de Lindtsedijk naar Heerjansdam te gaan en de mogelijkheden te onderzoeken voor een eventuele 11e SOP-tocht in juni volgend jaar. De tocht voor dit jaar is helemaal klaar, de GPS-bestanden zijn verstuurd, dus er is niks meer aan te veranderen. Alleen moet ik ze voor alle zekerheid volgende maand nog eens nalopen. Dus niets belet mij om over een volgende na te denken. Het is koud, berekoud. De thermometer geeft een schamele twee graden aan en ik loop in korte broek te doen alsof er niets aan de hand is. Gelukkig staat er nauwelijks wind, maar jammer is dat de zon het nog even laat afweten. Ik loop onder de dijk langs en steek bij de Kerkweg over naar de andere kant om zo verder te gaan, daar waar de Geerweg begint. Nu wordt het een stuk rustiger wat het verkeer betreft en kan ik meer oog hebben voor de omgeving. Het is alweer enige tijd geleden dat ik hier geweest ben en het is dan ook een verademing om de Oude Maas te zien met aan de overkant het lieflijke dorp, Puttershoek. En zowaar, ook de zon komt glimlachend tevoorschijn. Enkele binnenvaartschepen, hoog opgeladen met containers, varen naar boven. Hun bestemming weet ik niet, maar ik veronderstel dat het de Moerdijk is. De haven van Moerdijk wordt steeds belangrijker in de overslag van containers. Intussen ben ik de afslag naar het ARA-hotel al voorbij en passeer ik de ingang van de Hooge Nesse, de voormalige vuilnisbelt, die verworden is tot een prachtig natuurgebied met een verscheidenheid aan vogels, planten en klein wild. De Lindtsedijk is hier onderbroken door de HSL-zuid. Een prestigeproject dat miljarden heeft gekost om een handvol treinen via Antwerpen naar Parijs te laten rijden. In 2009 is deze lijn tot stand gekomen. Ik herinner mij nog dat ik vanaf hier ongeveer onderdijks naar Heerjansdam kon lopen. Nu ga ik op de dijk verder. Maar het uitzicht hier is prima. Zo ver het oog reikt, zie ik het geel van de bloeiende herik schitteren in het schamele zonlicht. Ooien met hun lammeren kijken mij schaapachtig aan bij het passeren. Mijn oog is vooral geconcentreerd op de rivierzijde van de dijk en daar waar het kan, loop ik onderdijks. Zo te zien zijn de ingrediënten voor een nieuwe SOP-tocht voldoende aanwezig. Na ruim zes kilometer, op de Develsluis, binnen de bebouwde kom van Heerjansdam, zet ik mij voor een rust neer op een bankje in de zon. Een dame met hond komt naderbij en begint een gesprek. In eerste instantie over de kou en het weer in het algemeen, maar algauw overgaand naar de vraag wat ik hier kom doen. Heerjansdam is nog een dorp waar iedereen iedereen kent en ik ben een vreemde eend in de bijt. Nadat ik haar mijn verhaal heb gedaan, gaat zij kennelijk opgelucht verder. Ook ik maak aanstalten om op te staan, want stilzitten is een koude bezigheid. Ik heb bedacht dat ik via de Develweg terug naar huis zal gaan. Liep ik tot nu toe meest in mijn eentje, nu zijn er toch meer wandelaars op de been. Een groepje 'dameswandelaars' komen voorbij en ik hoor één van hen zeggen dat zij mij al eerder hebben gezien. Op mijn vraag wanneer dat geweest is, blijkt het vanmorgen geweest te zijn toen zij met de auto onderweg waren naar hun startlocatie. Op de Develweg, een landweg die al slingerend tussen de akkers tot in Zwijndrecht loopt, ga ik ergens een ruiterpad in met het gevolg dat ik in de blubber beland en soppend mijn weg moet zoeken. Tot mijn verbazing kom ik vlak bij het Kijfhoekkerkje weer op de straatweg uit. Deze gelegenheid om even te rusten grijp ik met twee handen aan, want ik begin toch wel iets van vermoeidheid te voelen. In de luwte van de kerk op een bankje in de zon kijk ik naar de vlijtige handen van de vrijwilligers die het onderhoud van het groen rond de kerk op zich hebben genomen. Eén der vrijwilligers knoopt een gesprek met mij aan en merkt op dat hij denkt dat het voorjaar dit keer wordt overgeslagen. En voordat ik antwoord kan geven, zegt hij nog dat hij bewondering heeft voor mijn beweeglijkheid. En zo ratelt hij nog even door. Ik sta op en zeg 'tot ziens' en ga verder. De laatste drie kilometers, bekend terrein, loop ik vlot doorheen. Deze keer neem ik voor de verandering het Molenvlietpark en kom ik langs het Pietermankerkje en het Develpark naar huis, waar ik om half twaalf en na veertien kilometers aankom. Nadat de donderdag en vrijdag, koud en wandelloos waren verlopen, werd de zaterdag benut om nog eens een halve SOP-tocht van 14 juni na te lopen. Je kunt maar nooit weten of er nog iets veranderd is. De wonderen zijn de wereld niet uit. Ook het altijd zo rustige Heerjansdam is aan veranderingen onderhevig. Dus, nadat ik eerst bij Heine wat afgegeven had, rijd ik in de vroege ochtend naar het heuse voetbalstadion van Heerjansdam om daar met het eerste deel te beginnen. Het is zowat half negen als ik de eerste stappen zet. Het is stil op straat. Haast geen mens te zien. Een enkeling die gehaast de hond even uitlaat. Niet eerder dan bij de Bed&Breakfast aan de Lindtsedijk waar ik Rianne tegenkom. Het gesprek dat volgt, duurt langer dan de bedoeling was. Gezelligheid kent geen tijd, maar ik raak wel een kwartiertje achter op mijn schema. Het volgende oponthoud is bij het gemaal, de Hooge Nesse. Ik bedenk dat ik hier een wagenrust heb gepland en dat ik hiervoor toestemming moet hebben, want de spullen moeten per auto aangevoerd worden en dat moet over een 'eigen weg' gebeuren. Ook hier loopt mijn praatje een beetje uit de hand en duurt het even eer ik mijn tocht kan voortzetten. En zo gaat het eigenlijk de hele ochtend. Het vrolijke zonnetje en de schitterende omgeving met bloeiende planten, de lammetjes in de wei en de pas ingezaaide akkers. Allemaal geven ze de aanleiding tot een gesprek met de passanten. De een na de ander brengt mij tot stilstand. En ondanks het verlies in tijd, geniet ik met volle teugen en besef ik dat ik een bevoorrecht mens ben dat ik dit allemaal kan en mag meemaken. Wat is het toch een mooi gebied waarin wij wonen. Alles is op loopafstand te bereiken en te bewonderen. Zo'n zonnige ochtend doet wonderen bij de mens. Iedereen is vrolijk gestemd en de 'goedemorgens' zijn dan ook niet van de lucht. Het gaat dan niet hard, maar toch kom ik in de Zuidpolder terecht en vandaar kan ik aan de laatste kilometers beginnen. Klokslag twaalf uur heb ik mijn tocht volbracht met 12,8 km op de teller. Mijn taak voor vandaag is volbracht en als een tevreden en gelukkig mens rijd ik naar huis. Quirinus. PS. Deze week heb ik 33,3 km gewandeld. |