De appeltaart voor Henk is klaar voor consumptie, dus heb ik een uurtje over om de benen te strekken. Het is zondagmorgen, net elf uur als ik de deur uitga voor een ommetje. Hoe of waar weet ik nog niet. Alles is nog mogelijk als ik in de richting van het winkelcentrum ga. Het weer is niet super, het is grauw, maar er staat nauwelijks wind. En het is droog. Niet alleen het weer maar ook de straten. Haast vanzelf gaan mijn voeten naar het Develpark. De laatste keren is het mij daar goed bevallen. Het is er rustig en de paden zijn schoon. Vandaag zijn er vanwege de zondag wel meer wandelaars op de been, maar die lopen elkaar niet in de weg. Enkele narcissen steken boven het bladerendek uit en de sneeuwklokjes zijn uitbundig aanwezig. Mijn grote teen zonder nagel begint al te wennen. Pijn voel ik amper, dus het gaat de goede kant op. Had die podotherapeut het toch mooi fout met zijn 'er is niets meer aan te doen'. Na het Develpark zoek ik de Pietermantunnels op en vervolgens de Jeroen Boschlaan. Veel volk is er niet op straat. De diensten in de kerken zijn afgelopen. De kerkgangers zijn thuis en zitten achter de koffie. De Jeroen Boschlaan tot aan het fietstunneltje loop ik in een rap tempo en vervolgens aan de andere kant van de spoorbaan naar de Develpoort. En van hier is het niet ver meer tot thuis. Volgens de meter zijn het 5,1 kilometers die ik in het uurtje heb afgelegd. Op de maandag maak ik van mijn hobby een deugd door een geplande afspraak lopend af te handelen. Voor een gehoortest moet ik naar de 'andere kant' van Zwijndrecht en daar maak ik gelijk een ronde van. Heen door de Develpoort en het fietstunneltje en terug via de Pietermanviaducten. Ik tref het met het weer. De zon is er al vroeg bij en is het rustig op straat. Zonder bijzonderheden verloopt de 6,7 km en heb ik toch een leuke wandeling. Dinsdag heb ik verplichtingen, die mij ervan weerhouden om de straat op te gaan. 's Middagse zou het gekund hebben, maar toen was het de visite die mij ervan weerhield. Maar woensdagmorgen heb ik vrijheid om te gaan en staan waar ik wil. Jammer dat Heine zich ziek heeft afgemeld. Hoewel koortsvrij, voelt hij zich beroerd, heeft overgegeven en hoofdpijn. Dus wandelen zit er niet in op zijn vrije dag. Als Ma terug is van haar rondje, ga ik zonder vast plan de deur uit. Het begin is een statenparkoers door de buurt. Straten waar ik anders nooit kom en uiteindelijk sta ik voor één der ingangen van het Develpark. Niets weerhoudt mij ervan om een kilometer of daaromtrent over de paden te stiefelen. Het weer is vrij zacht voor de tijd van het jaar. De zon schijnt uitbundig en wind is er nauwelijks. Kortom, heerlijk wandelweer. Er zijn er meer die er zo over denken, want zo nu en dan kom ik een mens, met of zonder hond, tegen. Met een vriendelijk 'goedemorgen' passeren we elkaar. Meestal gaat de verbale groet gepaard met een vrolijke lach of een nors bromgeluid. Na het park volgt het Develpad langs het vlakke water van de Devel. Vogels zwemmen af en aan. Velen zijn aan het nestmateriaal aan het verzamelen, terwijl een zwanenpaar voldaan naar hun klare nest staan te kijken. Ook in het Arboretum, dat volgt, is het een drukte van belang. Niet van wandelaars, maar van rondvliegende vogels van diverse pluimage. Bloempjes, vooral krokusjes en sneeuwklokjes, fleuren het nog wat fletse gras op met vrolijke kleuren. Ik steek de drukke Munnikensteeg over en verdwijn na de Munnikenhoeve in het nieuw aangeplante bos, het Ijsselmonde/Develbos geheten. Hier is het volkomen verlaten. Mooie paden slingeren zich door de uitgestrektheid van de nieuwe aanplant. In tegenstelling tot voorgaande jaren, begint er zich al iets van een wildernis te ontwikkelen. Het loopt hier lekker en de ene stap volgt op de andere tot ik bij de Kijfhoek ineens weer in de bewoonde wereld terecht kom. Na het overstreken van deze landweg, met enkele uit de voorbije periode overgebleven woninkjes, kom ik in een iets ouder bos en beland ik op het fietspad dat langs het rangeerterrein loopt. Dit fietspad is ooit aangelegd voor de schooljeugd uit Heerjansdam, toen deze plaats door Zwijndrecht werd ingelijfd. Fietsers kom je hier nauwelijks tegen. Het volgende traject is het Molenvlietpark, een groenproject tussen het industriegebied van de Molenvliet en de wijk Oudelands Ambacht met de nieuwe begraafplaats en crematorium. Zonder mankeren doorkruis ik dit groengebied en kom terug in het Develpark. Nu is het nog slechts een vijfhonderd meters die mij van de thuiskomst scheiden. Na 8,8 km is het goed rusten, maar na deze rust ga ik nog even naar de zieke Heine om hem een riem onder het hart te steken. Een opbeurend woord kan bij hem geen kwaad. Zo komt er nog eens 4,2 km bij en loopt het dagtotaal op naar 13,2 km. Het regent, het regent en alles is kleddernat als ik op klokslag tien uur van de donderdag de deur uitga om een hortje te gaan lopen. Waarheen zie ik later wel. Eerst maar eens zien of de regen echt wil ophouden, zoals 'buienradar' doet voorkomen. En... inderdaad, ik ben de straat nog niet uit of het is bekant droog. Nog een spatje, zo nu en dan. In de beschutting van de hoogbouw loop ik naar het Develpark. Hier aangekomen, is het compleet droog. Ongehinderd, maar met regenkleding aan, ga ik verder. Nadat ik enkele rondjes kriskras door het park heb gelopen, ga ik verder op avontuur naar de 'andere kant' door de Pietermantunnels om langs de Officiersvliet in de richting van het ziekenhuis te wandelen. Ik heb er flink de pas in en met een halfuurtje heb ik de keuze om verder te gaan of om terug te keren. Ik kies voor het eerste, want nu de zon zelfs doorbreekt, is er niets wat mij ervan weerhoudt om eens lekker uit te pakken. De Langeweg en het vervolg, de Rotterdamseweg, aflopend naar het Veerplein gaat mij zonder problemen goed af. Hier bel ik even het thuisfront en neem een bankjesrust in front van de Grote Kerk in Dordrecht. Aan het water is het goed toeven. Op het water is volop beweging. Schepen in veel maten en soorten varen af en aan. Een waterig zonnetje beschijnt de hele boel. En als ik wat tot rust ben gekomen, kom ik weer op de been en sla de weg naar huis in. De hoge flat in aanbouw is nog niet tot het hoogste punt gekomen. Ze zijn druk bezig er nog een verdieping bovenop te zetten. Verder is het vrij rustig op de Maasboulevard. Een enkele wandelaar die zich hier ophoudt. Een plotseling remmen van een jonge moeder op de fiets. Haar kleintje, achterop, heeft haar muts op straat laten vallen. Het kind gilt het uit. Een behulpzaam iemand raapt de muts op en plant het weer op de plek waar het hoort. Zo is er altijd wel wat. Omdat de tijd voor de middagboterham gaat dringen, kies ik ervoor om op de Lindtsebenedendijk bij de Perkstraat af te slaan en vanaf daar binnen een kwartier binnendoor naar huis te lopen. Bij thuiskomst heb ik 9,5 km op de teller staan. Het waait behoorlijk en het lokt niet echt om naar buiten te gaan. Ma heeft haar rondje al gedaan, dus ik kan niet achterblijven. Gisteren heb ik mij voorgenomen om eens naar de Veerplaat te lopen, dus als ik om tien uur de deur achter mij dichttrek, ga ik als vanzelf in de richting van Kubiek aan de Lindtsebenedendijk. Maar daar aangekomen, voel ik pas echt hoeveel wind er staat. Er is niet tegenop te tornen. Rechtsomkeert gemaakt en door Grote Lindt in de richting van het centrum. De wind is niet minder, maar blaast mij nu vooruit. Het is droog en bewolkt, maar het is de wind die een stempel op het weer geeft. Een enkeling waagt zich erin, omdat het moet vanwege het huisdier. Voortgestuwd ben ik de kortst mogelijke tijd bij de Drechttunnel, waar ik een moment stil sta om het onder mij door razende snelverkeer te observeren. De één na de ander gaat met veel lawaai de tunnel in. Ik ga verder over de Ringdijk naar de waterkant, waar de spoorbrug net open gaat om een combinatie te laten passeren. Vol bewondering kijk ik naar de stuurmanskunsten van de langsvarende schippers. Hoog spat het water op als het schip met de boeg tegen een golf botst Nabij het Maasplein zoek ik een bankje op om op adem te komen en lucht te verzamelen voor de terugreis tegen de wind. Ik zit hier recht tegenover de Grote Kerk van Dordrecht en heb goed zicht op de bouw van de twintig verdiepingenflat. De bouwkraan draait zware elementen naar boven. Daar komt vakmanschap bij kijken. Ik heb medelijden met de arbeiders die daar zo hoog boven ons hun brood moeten verdienen. Met beleid zoek ik mijn weg terug door zoveel mogelijk in de beschutting van huizen te lopen. Een stukje onder langs de dijk, door de Kerkstraat naar de oude begraafplaats en daarna over de Burgemeester de Bruïnelaan naar het station. Ik waai zowat uit mijn jasje, maar ik kom waar ik wezen moet. Vermoeid, maar voldaan, ben ik om kwart vóór twaalf weer thuis en heb ik 9,1 km afgelegd. Zaterdagmorgen, de regen is net opgehouden en wij hebben het ontbijt achter de kiezen als we gezamenlijk om twintig over achten de deur uitgaan. Op de stoep gaan we reeds uit elkaar. Ma loopt het 'tussenpad' in voor haar dagelijkse rondje en ik ga naar rechts voor een rondje 'om de kerk' en een bezoek aan Heine. Voor Heine is er vandaag geen wandelen bij, want hij heeft een uitje naar Rijsoord, waarvoor hij om half elf wordt opgehaald. Dus ik heb nog even tijd om een geintje uit te halen. De route van Ma kan ik intussen dromen, dus in tegengestelde richting zit het erin dat ik haar tegenkom. Stomverbaasd sta ik plotseling vanachter een auto vandaan voor haar. De tweede keer kom ik haar tegemoet op de Burgemeester 't Hofweg bij de Blauwe Brug. Hier is de verrassing minder, maar blij is zij wel als zij mij ziet. Voor de derde maal dat we elkaar in de armen vliegen is vrij onverwacht. Net als Ma de hoek van de Lindtsebenedendijk en de Develweg omgaat, sta ik voor haar neus. Nog even een extra knuffel en we gaan weer ieder onze eigen weg. Maar tot de verbazing en verrassing van Ma ontmoeten we elkaar nog voor een vierde keer. Dit keer in de Hyacintstraat tegenover de Develkerk. Inmiddels heb ik er al ruim 2, 5 km opzitten en Ma is bijna aan het eind van haar wandeling. Heerlijk om nog verliefd te kunnen zijn. Nog een laatste omhelzing en groet en dan zijn we weer op onszelf aangewezen. Ik loop de Lindtsebenedendijk af naar de Drechttunnel en ga vervolgens via de Burgemeester de Bruïnelaan naar het gemeentehuis om daarna door het Willem van Oranjepark naar het huis van Heine te gaan. Het valt op dat er zo weinig mensen op straat te vinden zijn. Een enkeling met de hond, maar dat is dan ook alles. Er staat teveel wind om gezellig te kunnen zijn. Heine is goed te spreken. Het wachten is op het busje en dan kan het feest beginnen. Om de wind een beetje te ontlopen, neem ik een stratenparkoers terug. De Laurensvliet en het fietstunneltje is één en het Koninginneviaduct en de Lus zijn twee. Met goed twintig minuten ben ik terug thuis en heb ik 8,9 km afgelegd. Het weektotaal is opgelopen tot 52,5 km. Quirinus. |