Stram en stijf door het harde werken Begin ik aan mijn woensdagochtendtocht Maar dat laat ik aan niemand merken En heb de Zuidpolder eens opgezocht Rond half negen in de Molenwei aangekomen De zon scheen, maar de wind was koud Heb meteen met wandelen aanvang genomen Niets of niemand die mij tegenhoudt Ik ga op zoek naar nieuwe paden Voor de SOP-tocht van volgend jaar Ja, je hebt het goed geraden Daarvoor sta ik open en ben ervoor klaar Eerst moet ik buiten het dorp zien te komen Met een goed begin is het halve werk gedaan Heb daarvoor een paadje langs de Waal genomen En dat is helemaal goed gegaan Toen ik bij de Noldijk in de polder aankwam Een grote hond kwam blaffend op mij af Maar voor hij mij te pakken nam Riep 'zijn' vrouwtje reeds 'affffff' Ik vroeg haar of zij mij kon zeggen Hoe ik het beste lopen kon Zij probeerde het mij uit te leggen Waaruit ik begreep dat zij maar wat verzon Vol goede moed en de wind van voren Nam ik het eerste beste pad Ik kon de vogels en een trein horen Zodat ik de omgeving even vergat Er waren vele soorten paden Asfalt-, grint- en paden bedekt met gras Langs sloten en plassen met kaden Ik was verbaasd over de keus die er was Veel mensen kwam ik hier niet tegen Slechts een enkeling met een hond En ik besefte dan ook terdege Dat ik dat wel zo prettig vond Maar goed, zo heb ik twee uur gelopen Kriskras door dit poldergebied En het is nu maar te hopen Dat een ander er ook iets moois inziet Voldaan ben ik thuis gekomen Opgetogen over wat ik heb gezien Genoeg om verder over te dromen Of om nog eens heen te gaan, misschien Op de vroege zaterdagmorgen De meeste mensen liggen nog te bed Moet ik eerst wat bij Heine bezorgen Voordat ik verdere wandelpassen zet Heine is nog steeds verhinderd Met andere woorden, in de lappenmand Zijn kunnen is sterk verminderd Door de katheter min of meer onthand Bij Heine vandaan ga ik naar het noorden Want ik wil dit keer naar het buitengebied Naar het Develbos met andere woorden Voor rust, ontspanning en anders niet Het is een heel eind om daar te komen Bijna een uur tot het Kijfhoekviaduct Toch heb ik de kortste weg genomen En tot zo ver is het goed gelukt Een klein ventje van amper drie jaren Zijn vader jogt en hij is op de fiets Staat van boven naar de treinen te staren En hij komt echt niet voor niets Beneden zijn ze aan het rangeren En het ventje juicht en straalt 'Een trein', roept het verschillende keren Totdat zijn vader hem daar weghaalt In het Develbos op een sluitboom gezeten Zie ik een watertor, vijf centimeter lang Dat ze zo groot zijn, heb ik nooit geweten Toch maakt zo'n beest mij niet bang Het weer is van zomerse waarde Volop zon met een schrale wind Hetgeen mij geen zorgen baarde Omdat ik warmte juist heerlijk vind Ik zocht en vond slingerende paden Hoorde en zag vogels van divers allooi Dat ik genoot, laat zich raden Het is hier dan ook verschrikkelijk mooi Ik meende een haas te zien rennen Misschien een ander viervoetig dier Alles hoef ik natuurlijk niet te kennen Er is nog genoeg te ontdekken hier Een bank door een kerklid nagelaten Geeft de vermoeide wandelaar wat rust Ook krijgt hij hier in de gaten Dat hij eigenlijk wel wat te eten lust Dus de kortste weg naar huis genomen Maar nog altijd vier kilometers te gaan Zo vlug ben ik er niet gekomen Want zo nu en dan bleef ik nog staan Nabij de manege, verrassend schoon Een nieuw stuk bos, daar moet ik door Het lijkt allemaal zo heel gewoon Maar het is toch bijzonder, hoor Opgetogen kwam ik na bijna 13 km thuis Vol van de alles wat ik had gedaan Wandelen is beslist geen kruis 'k Weet zeker dat ik nog eens zal gaan Want ik zocht is nog niet gevonden Er is meer dat ik zoeken moet Ik deed meer dan anderen konden Deze week drie en twintig kilometer te voet Quirinus |