Nadat de podotherapeut mij gezegd had dat hij er niks meer aan kon doen en ik in de veronderstelling was dat het afgelopen zou zijn met het wandelen, heb ik even in de put gezeten. Maar in plaats van te leven in herinneringen, ben ik vooruit gaan denken. Er zijn immers meer wegen die naar Rome leiden, dus waarom niet geprobeerd om het rustiger aan te doen. Minder snel lukt het misschien wel. Dus op zondagmorgen trek ik de stoute schoenen aan en ga samen met Ma naar buiten. Het is nog tamelijk koud, een graad of drie, maar de zon is nog maar net boven de kim. Na drie honderd meter nemen we afscheid van elkaar en gaan we ieder onze eigen weg. Ma haar rondje in de buurt en ik een route op de bonnefooi van ik weet nog niet hoe ver. Voorlopig is het de bekende weg door de buurt naar de Develpoort. Het is stil, haast geen verkeer, n ik heb maling aan de zebrapaden. Ik steek lekker schuin over en er is niemand die zich eraan stoort. De W.H.Snelliusweg en het fietstunneltje volgen, nog steeds geen mens te zien. Niet eerder dan in de Bootjessteeg dat ik mensen tegenkom. En dan gelijk ook meerdere. Allemaal in het zwart gekleed en de vrouwen getooid met de meest vreemde hoofddeksels. De Zwijndrechtse gelovigen gaan ter kerke. En allemaal hebben ze haast. Er kan geen groet af voor zo'n zondagsschenner als ik die voor zijn plezier over straat gaat. Ik groet ze allemaal netjes met een 'goedemorgen'. Langs het ziekenhuis tot aan de Rotterdamseweg en de laatste uitlopend tot de bekende Koninginneweg. Ik voel mij de koning te rijk. Heerlijk, op mijn dooie akkertje, lopend en rondkijkend, gaat de ene na de andere kilometer onder mijn voeten door. Het wordt nu ook drukker op straat. Ook de kerkgangers veranderen. Nu zijn het meer streng voor zich uitkijkende mannen en steels onder hun hoedje uitglurende dames die ter kerke snellen. Ik moet zeggen dat het lopen op deze manier mij best bevalt. Ik voel de hallux valgus terdege, maar het is te dragen. En de afleiding die het rondkijken biedt, doet de pijn enigszins vergeten. Toch ben ik blij dat ik nu op huis af ga. Het is voor vandaag lang genoeg geweest. Nog even onder het spoor door en onder de A16 door en dan als laatste door de Lus, waar vroeger een tennispark/ ijsbaan was. Hier wacht mij nog een verrassing. Aan een boom hangt een joggingbroek en op de grond ervoor wat papieren zakdoekjes en een onderbroek. Het geeft te denken, maar wat dat houd ik nog voor mij. De laatste paar honderd meters over het terrein van Swinhove, de zorginstelling, gaan ouderwets snel en dan sta ik voor de deur om binnen gelaten te worden. Er staat 7,2 km op de teller. Niet gek voor een amateurtje. Voor de maandag kies ik ervoor om weer eens naar de Munnikensteeg te gaan. Het is een eindje uit de buurt, maar het zonnetje schijnt vrolijk, dus het moet kunnen. Waar ik niet op gerekend heb, is de wind. Vooral op het fietspad langs de A16 en Langeweg heb ik hem pal tegen. Ik worstel mij er tegenin, maar dat gaat ten koste van mijn Hallux Valgus. De kracht die ik moet zetten om vooruit te komen, breekt mij op. Ook op de Munnikensteeg, nu weliswaar niet meer van voren, maar meer dwars op heb ik er last van. Af en toe heb ik het gevoel dat ik van de weg geblazen zal worden en dat de wind het op mijn pet gemunt heeft. Dus de eerste paar kilometers zijn dan ook niet bepaald een pretje, maar ik bijt mij er doorheen. Bij het gedenkteken voor de hier omgekomen Nikita sta ik even stil en mijn gedachten gaan uit naar dat kind dat zo plotseling uit het leven gerukt werd. Misschien ook een windvlaag dat de oorzaak is, zoals ik nu tegen het hekwerk wordt geblazen als ik boven op het viaduct van het spooremplacement ben aangekomen. Het geeft mij te denken en ik kies ervoor om in plaats van verder te lopen naar de Devel hier de trap af te dalen en via het Molenvlietpark naar huis terug te keren. Veel volk kom ik niet tegen. Slechts één man met twee hondjes aan een lange riem, die mij de weg versperren. Het hondje kijkt mij vragend aan als ik tegen zijn riem aanloop. Uiteindelijk weet het baasje de lijnen in te korten en is de weg weer vrij. Verder vóór de wind lopend langs het Pietermankerkje en over de Parkweg met kinderboerderij en zwembad kom ik rond de klok van half twaalf thuis en heb ik in mijn eentje 8,2 km afgelegd. De nieuwe orthese is per post bezorgd en die wil ik natuurlijk meteen uitproberen. Vanochtend bij het boodschappen doen en een bezoek aan de nieuwe Jumbo heb ik het nog met de oude gedaan. Geen succes, want de pijn overheerste. Vanmiddag heb ik nog een boodschap in Walburg, zo'n twee en een halve kilometer hier vandaan. Een mooie gelegenheid om de orthese te testen. Aanvankelijk lijkt het een verbetering te zijn, maar algauw krijg ik spijt van deze aankoop. De pijn is haast niet te dragen. Met de tanden op elkaar doorsta ik de ellende en maak ik de klus af. Bij het winkelcentrum liggen de bloemen te verwelken die zijn neergelegd voor de slachtoffers van de schietpartij anderhalve week geleden. Ik doe mijn boodschap en begin aan de weg terug. Zin om er een ommetje aan vast te plakken, heb ik niet. Via de kortst mogelijke weg ga ik terug en thuis blijkt dat ik 6,6 km heb gedaan. Het belooft niet veel goeds voor morgen als ik met Heine op pad moet. Woensdag wordt er dus niet gelopen. Het is niet verantwoord, maar donderdag kan ik het niet laten om mijn rijbewijs te voet op te halen bij het gemeentehuis. Op de terugweg nog even bij de Action langs en bij thuiskomst is er toch mooi 7,8 km afgelegd. En de pijn is te dragen, maar voorzichtigheid blijft geboden. De dag erna, vrijdag, krijg ik door omstandigheden haast de kans niet om naar buiten te gaan, dus blijft het bij een rondje 'om de kerk' van 3,6 km. Heine staat al te trappelen als ik hem zaterdag kom halen om in Heerjansdam een stuk van de aanstaande SOP-tocht te verkennen. Het weer is grauw en grijs en een laaghangende nevel ligt over de velden. Het is half negen als we de auto geparkeerd hebben en te voet aan de route gaan beginnen. Verleden jaar heb ik de route min of meer in kaart gebracht en vandaag worden de puntjes op de i gezet. Tenminste dat zijn de voornemens, maar het is afwachten hoe ver we komen. Het eerste stuk tot aan het Oosteinde verloopt zonder problemen. De route heb ik goed in mijn hoofd. Heine doet zijn gebruikelijke verhaaltje, het opnoemen van de komende uitjes en tripjes van nu tot aan zijn vakantie in juni. En dat wordt nog enkele keren herhaald. Slechts een enkeling is op de been. Niet omdat ze dat graag willen, maar omdat de honden hen er toe dwingen. En de uitwerpselen worden netjes in zakjes gedaan, want in Heerjansdam woont net volk. We mijden de drukte van het verkeer door zoveel mogelijk onderdijks te blijven. Niet dat er veel verkeer is, dat niet, de meeste mensen slapen nog. We staan een tijdje stil bij de bouw van een nieuw huis. De toekomstige bewoner is zelf de bouwer en verwacht nog wel even bezig te zijn. Hij moet het van de weekenden en vrije dagen hebben. Even verderop is een meisje de staart van haar paard aan het borstelen. De staart heeft een lengte van ruim een meter en het paard staat geduldig te wachten en kijkt af en toe achterom. Bij Groenveld gaan we de dijk op en hebben boven een prachtig uitzicht over de landerijen tot aan de Oude Maas. In de verte horen we de scheepshoorns van elkaar passerende schepen in de mist. Het zal in de buurt van de voormalige suikerfabriek zijn. Daar is het altijd goed oppassen. Die ervaring heb ik opgedaan in mijn varend bestaan. Ik probeer het Heine uit te leggen, maar van varen heeft hij geen sjoege. Hier is het even spannend, want ik weet niet of het stuk onderlangs aan de andere kant van de dijk begaanbaar voor wandelaars is. We worden begroet door blaffende honden en een geit staat bovenop haar hok ons op te wachten. Een leuk stukje dat ik erin wil houden. De volgende kilometers gaan afwisselend over wandel- en fietspaden langs het gemaal en door het Buitenland. Heerlijk rustig en we stappen ongehinderd voort. Ook het bekende Borgmanpad wordt door ons aangedaan. Het loopt gesmeerd en het ziet er allemaal goed uit. Een SOP-tocht waardig. Jammer dat mijn GPS het af heeft laten weten, anders had ik de route meteen vastgelegd. Nu moet ik er nog eens voor terugkomen. Het zal bij de Industrieweg geweest zijn, na tien kilometer, dat ik mijn teen ga voelen. Dus hier haken we af en laten de rest van de route voor wat het is en gaan via de kortste weg naar het Heerjansdamse voetbalstadion, waar de auto staat. Bij aankomst aldaar, het is elf uur, blijkt er 11,5 km te zijn afgelegd. Heine is blij met zijn kilometers en ik ben blij dat ik naar huis kan. Quirinus. |