We hebben grootse plannen voor vandaag, de route, zoals hij er nu uitziet, moet op GPS komen te staan. Om negen uur, niet te vroeg voor Heine, omdat hij de hele week moet werken en geen slaap tekort mag komen, stappen we de poort uit en lopen, nagezwaaid, de straat uit naar de startplaats die ik in gedachten heb. Hier begint de ellende al met de mededeling van Heine dat hij het in zijn buik voelt rommelen. Niet dat hij geen zin in wandelen heeft of er tegenop ziet, maar het eten van rode kool, de vorige avond, zal er debet aan zijn. Toch is hij vastbesloten om met mij verder te gaan.
Het is zo'n dag dat je voelt dat er lente in de lucht hangt. De vogels vliegen af en aan met takjes en ander bouwmateriaal om zich een nest te bouwen voor hun toekomstige gezin. Zwanen doen net of ze gek zijn en blijven midden op de rijbaan liggen. En in tegenstelling tot de vorige keer is het veel drukker op straat. Liepen toen de vrouwtjes nog met een dikke shawl voor hun mond, nu zijn er al enkele in een kort zomerjasje. Het kan verkeren. Nog maar drie dagen geleden vielen mijn handen er haast af van de kou en nu loop ik met pen en papier alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Heine daarentegen is tegen een poolwinter bestand met een muts ver over zijn oren getrokken en handschoenen tot aan de ellebogen.
We lopen de gebruikelijke route en bij elke koerswijziging schrijf ik de gelopen afstand op. Zo komen we in het Develgebied en begint Heine opnieuw te klagen over zijn buik. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar hij bedoelt dat hij naar de wc moet. De drang wordt steeds erger. Als ik zeg dat hij nog even moet wachten, herinnert hij mij eraan dat ik ook wel eens problemen heb gehad. Onwillekeurig speur ik rond naar een geschikte plek om even uit de broek te gaan, maar Heine ziet mijn blik en zegt meteen dat hij er niet voor te porren is om hier zijn behoefte te doen. Hij heeft trouwens geen papier bij zich. Ik moet maar een andere oplossing zoeken. Bij het in zicht komen van het Kijfhoekkerkje gloort zijn hoop. Misschien kan hij daar terecht voor een boodschap.Ik heb toch gezegd dat ik de man ken.
Het Develrondje maken we af en bij het kerkje aangekomen, blijkt er niemand thuis te zijn, althans er doet niemand open na mijn gebel. Heine begint nu pijnlijke trekken in zijn gezicht te krijgen en dringt nog iets meer aan. Het is mijn taak om er iets aan te doen. Er zit dan ook niets anders op dan de geplande route vaarwel te zeggen en uit te wijken naar de manege, waar wellicht een toilet beschikbaar zal zijn. Tevens kunnen we dan na een dik uur wandelen even op verhaal komen en iets te drinken nemen. Zogezegd, zo gedaan en binnen tien minuten treden we binnen bij de manege. De geur van paarden neem ik maar op de koop toe.
Opgelucht voegt Heine zich na enige tijd bij mij en ik vertel hem dat ik nu de plannen heb gewijzigd en van hier terug gaan naar huis. Hierdoor loopt hij een busrit en een mogelijke pannenkoek mis. Protesteren doet hij niet, want nu er ruimte beschikbaar is, zal een lunch met gebakken eieren bij zijn moeder er ingaan als zoete koek. Ik vind het wel jammer om hier af te breken, want de tijd gaat dringen. Nog een viertal weken en dan gaat het natuurgebied dicht vanwege het broedseizoen. De route wil ik dan in kaart hebben, want je weet maar nooit wat er verder nog staat te gebeuren. En ook het tweede deel moet nog op poten gezet worden. Maar het is niet anders. Tegen de natuur valt niet te vechten.
Deze keer letten we goed op dat we niet als de vorige keer in de fout gaan en komen na een poos flink doorstappen weer thuis. Heine is blij dat hij weer 11 kilometers mag bijschrijven. Volgende week nog maar eens erop uit.
Quirinus.