. Het is zondag en een nieuwe wandelweek gaat van start. Het zal moeilijk zijn om de vorige te evenaren. En hoewel de zon schijnt, ziet het er berenkoud uit. Het lokt niet om naar buiten te gaan. Ma staat al in de startblokken, dus ik kan niet achterblijven. Na een extra toiletgang moet het er toch van komen. In de deuropening nemen we afscheid van elkaar en gaan we ieder onze eigen weg. Om te beginnen ga ik eerst voor een rondje park om aan de temperatuur te wennen, want het is nog kouder dan gedacht. De gemeente heeft uit voorzorg de fiets- en voetpaden gepekeld. Het zout ligt ongebruikt op straat. Zonde van het geld en de tijd. Veel volk is er nog niet op straat. Alleen bij de Pietermankerk is de dienst al aan de gang. Een laatkomer haast zich naar binnen. Orgelmuziek straalt mij tegemoet als de deur opengaat. Ik ga er met gezwinde spoed aan voorbij en ik haast mij door de Pietermantunnels en loop via de Officiersvliet naar het ziekenhuis. Daarna volgt de Langeweg met de koude noordoostenwind recht van voren. Vooral de klim over de A16 gaat met moeite. Het gaat niet goed met mijn teen. Ik heb al van alles geprobeerd. Met en zonder compressiekousen. En nu heb ik steunkousen met open teenstuk. De ontsteking is dan wel verholpen, maar ik heb er nog wel naweeën van in de vorm van nagelresten en wondvellen. Het moet allemaal nog slijten. Ik gun mij er de tijd niet voor. Het hele stuk tot aan de Munnikensteeg loop ik in mijn eentje. Niemand om een woord tegen te spreken. De Munnikensteeg ligt voor mij en even komt het in mij op om via Bakenstein terug naar huis te keren. Evengoed een leuk stukje voor de zondagochtend. Maar ik zet door en ga over het hoge viaduct over het rangeerterrein. Sta onderweg nog even stil bij het monument van de kleine Nikita, die hier is overleden. En aan de andere zijde van het viaduct bij het monument van Raymond die hier op twintig jarige leeftijd ten offer viel aan het verkeer. Bij het Develpad ga ik naar links om via het Arboretum aan de laatste drie kilometers te beginnen. Vanaf het ziekenhuis tot hier heb ik slechts tweemaal 'goedemorgen' kunnen zeggen. Haast geen mens op straat. Op een bankje gezeten stel ik het thuisfront op de hoogte van mijn positie en de te verwachten aankomsttijd. Bekijk intussen de vele bloemen in bloei rondom mij heen. Ook de oevers van de Devel zien er voorjaarsachtig uit met baltsende vogels van allerlei pluimage en het geel van de narcissen. Ik dwaal nog wat rond, alvorens ik via de Havikweg en volgende straten naar huis terugkeer. En het duurt tot kwart over tien eer ik met 9,7 km op de meter word binnengelaten. Mijn zondagsklus zit erop. De ochtend is al half voorbij als ik mijn deel van de huishoudelijke taken erop heb zitten. In ieder geval hebben we weer brood op de plank. Verhongeren zullen we niet. Het is kwart over tien geweest als ik de deur achter mij dichttrek en de koude wind in mijn gezicht voel. Ik heb een kort lusje op het oog. Een uurtje, meer niet. Het is er koud genoeg voor om het bijltje erbij neer te gooien. Het is dat de zon schijnt, anders weet ik het nog niet zo net. Allereerst loop ik naar het station en van daar naar de Ringdijk En, eenmaal zo ver, neem ik mij voor om tot aan de watertoren te gaan en dan terug te keren. Het uitzicht hier aan het water is prachtig. Het oude Dordrecht blinkend in de zon. Enkele schepen, diepgeladen, in opvaart. Een duweenheid van vier bakken, zo te zien, beladen met schroot, tegen de stroom opvarend, gaat langzaam aan mij voorbij. De torenflat in aanbouw is aan de negentiende verdieping bezig en op enkele plekjes zijn al bloemetjes in bloei. Ik vermaak mij best zo. Ik hobbel over de keien verder en bij de watertoren aangekomen, keer ik resoluut om. Blijf nog even stilstaan om naar een nijlgans met vijf jonkies te kijken. Het doet zo lief aan, dat jonge goedje. Terug op het Maasplein neem ik plaats op een bankje om een moment te rusten. Zie op de klok van de Grote Kerk in Dordrecht dat het reeds kwart over elf is. Tijd om thuis te laten weten dat het iets later wordt. Een ouder iemand, wat later bleek, een jaargenoot, spreekt mij aan. De man is ook aan de wandel, maar grote afstanden zijn er voor hem niet meer bij. Hij houdt het bij een uurtje per dag om de eetlust op te wekken. De terugweg voert mij langs de Lindtsedijk en gaat enigszins voor de wind. Toch duurt het nog tot een tiental minuten na twaalf uur eer ik binnenstap. Mijn meter wijst 8,9 km aan. Op dinsdag heb ik veel huiswerk en komt er van wandelen nauwelijks iets terecht. Met een povere 3 km om mijn teenverband te testen moet ik tevreden zijn. Maar de dag erop, de woensdag is een ander verhaal. Ik heb op mij genomen om een deel van de nieuwe SOP-tocht op GPS te zetten. Heine wil mij daarbij assisteren. Om acht uur sta ik bij Heine voor de deur en kunnen we afreizen naar Heerjansdam, want dat is de startplaats voor mijn 10de SOP-editie. Het is prachtig weer. Echt een dag om uit te knippen. De zon staat weliswaar nog laag en is hinderlijk in het verkeer, maar wind is er nauwelijks. Heine is in zijn nopjes dat hij ook van de partij mag zijn. Hij heeft heel wat uitjes in het verschiet, maar met Pa wandelen, is toch zijn favoriete bezigheid. En dat het ruim twaalf kilometer gaat worden, deert hem niet. Nog vóór half negen vertrekken we van de verlaten parkeerplaats bij HDO, het plaatselijke voetbalstadion. Over de route zal ik niet veel loslaten, want het moet een verrassing worden voor hen die op 14 juni meelopen. Ik kan wel vertellen dat het uitzicht zo nu en dan overweldigend is. De weiden en akkers dik onder de rijp en door de stralende zon beschenen worden. Een vroege haas rent dwars over en laat een spoor achter. De vogels die kwetteren boven onze hoofden, het is als een concert van vele instrumenten. Het is niet de eerste keer dat we hier lopen, dus de weg ken ik wel, alleen ze moet nog op GPS vastgelegd worden. Ook Heine is hier meerdere malen geweest, maar herinnert het zich amper. Voor hem is het grotendeels nieuw en menigmaal verzucht hij : “Wat is het hier mooi.” En gelijk heeft hij. Het is prachtig. Een mooiere dag hadden we ons niet kunnen kiezen. Zo lopen we kriskras door dit unieke gebied en slechts een enkeling komen we tegen. Op de toekomstige rustplaats blijven wij nu ook even verpozen. We genieten van de stilte en gebruiken de tijd om thuis in te lichten over onze positie en gesteldheid. Mijn teen houdt zich namelijk prima. Pijn heb ik niet, alleen het verband is enigszins voelbaar. Ik ben best tevreden met het resultaat van mijn doktertje spelen. Na bijna drie uren zijn we terug bij het stadion en heb ik 12,7 km op GPS staan. Dit is inclusief een nieuw stukje dat ik er vandaag ingelast heb. Heine vraagt nog wel wat de plannen voor zaterdag zijn. Daar geef ik hem later in de week wel antwoord op. Voor nu heb ik even genoeg gewandeld. Op donderdag is alles 'Devel' wat de klok slaat. Ik ga namelijk van de Develweg naar het Develpark en vervolgens via het Develpad langs de manege, 'De Hoge Devel', en later via het Develbos naar de Munnikendevel en via de Lindenweg langs de Devel weer terug naar huis. Een wandeling van ruim 9 kilometer, waarin de zon een hoofdrol speelde. Ondanks dat er een frisse bries uit de koude hoek waaide, was het goed toeven in de buitenlucht. Meerdere wandelaars waren dan ook op de been. Ook een oude bekende uit vroegere wandeljaren, waarmee ik in gesprek kwam, zodat ik een beetje later thuis kwam dan de bedoeling was. Vooral in het buitengebied was goed te zien dat er voorjaar in de lucht hing. Struiken waren aan het uitbotten en vogels druk in de weer om nestmateriaal te verzamelen. Op een bankje gezeten belde ik Ma en net op het moment dat zij de telefoon opnam, passeerde een wandelaarster met hond. Ik meldde mij met : “Hallo, lieverd”, waarop zij mij glimlachend toeknikte. Zij dacht dat 'lieverd' voor haar bedoeld was. Nog mooi op tijd voor de middagboterham werd ik binnengelaten. Nadat ik vrijdag ruim zeven kilometers door de buurt had gezwalkt en diverse ontmoetingen had gehad, was het zaterdag weer tijd om met Heine aan de wandel te gaan voor het langere werk. Heerjansdam met de aanstaande SOP-tocht staat op het programma. Het tweede deel na de lunch moet nog op GPS gezet worden. Het weer is in tegenstelling tot de verwachting goed. Er staat haast geen wind en de temperatuur valt daardoor best mee. Veel zon hebben we weliswaar niet, maar af en toe breekt hij toch door het wolkendek heen. We lopen de route, zoals ik hem verleden jaar in gedachten had, maar hebben soms wel moeite om het juiste graspad te vinden. In de winter ziet de omgeving er heel anders uit dan in de zomer als alles groen is. Desalniettemin krijgen we het voor elkaar om koers te houden en uit het doolhof van paden te komen. Het eerste uur komen we geen mens tegen, maar later in de ochtend zijn er meer wandelaars op de been. Ze groeten allemaal vriendelijk en wij groeten even vriendelijk terug. Heine is in zijn hum. Hij heeft het best naar zijn zin nu hij met Pa op stap kan. Gister is hij er in zijn eentje op uit geweest. Naar Dordrecht, maar dit is toch heel wat anders. Prachtige vergezichten en haast ongerepte natuur zijn niet te vergelijken met de stenenmassa van de stad. Nadat hij zijn lijstje met nog te komen evenementen heeft opgesomd, doet hij er verder het zwijgen toe en is alleen nog maar vol lof over de gekozen route. Dat hij hier al vaker heeft gelopen, is hij allang vergeten. In Rijsoord zijn we al ver over de helft en ik heb goede hoop dat het verder ook goed zal gaan. Maar dan, bijna op het eind, we zijn al aan het aftellen, gaat het toch nog fout. We gaan een afslag voorbij en komen op een verkeerd pad terecht. Dit gooit al mijn pogen in het honderd. Niets aan te doen. En ook op het allerlaatste stuk gaat het nogmaals verkeerd. In plaats van rechtsaf gaan we naar links en snijden een stuk van de route af. Geen goed zeemanschap, maar het is niet anders. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. We zullen het over moeten doen. Niet vandaag, want we hebben er 11,7 km opzitten, maar in de volgende week misschien. Enigszins teleurgesteld rijden we naar huis. Waar ik nog wel schik in heb, is het feit dat ik de afgelopen week 62,4 km heb afgelegd. Quirinus. |