Vrijdag heeft het de hele dag geregend en voor vandaag staat er weer het nodige op het programma. Ondanks de te verwachten nattigheid weet ik Heine enthousiast te krijgen voor een wandeling in Dordrecht. Zelf ben ik er ook aan toe. De afgelopen week ben ik er niet aan toegekomen om even te luchten. Even na acht uur haal ik Heine van huis en gaan we naar de startlocatie in Stadspolders, waar het Polderwiel gastvrijheid biedt aan de Dordtse wandelvereniging 'Willen is Kunnen'. We halen onze startbewijzen op en gaan het avontuur tegemoet. Natuurlijk gaan we meteen al in de fout door rechtsaf te slaan, terwijl de pijl ons rechtdoor wijst. Ik heb Heine nog zo op het hart gedrukt om goed op te letten en met een 'sorry' maakt hij zich ervanaf. En eerlijk gezegd had er wel een pijltje bij gemogen om het begin duidelijk te maken. Maar met behulp van een passant komen we waar we zijn moeten en eenmaal op de route wijst het zich vanzelf. Wij zijn goed gekleed en overal op voorbereid, maar op droog weer hebben we niet gerekend. En dat is het. We zijn nauwelijks buiten of de lucht breekt open en het houdt op met regenen. Voor alle zekerheid houden we onze pakken nog aan en beginnen het behoorlijk warm te krijgen. Ik ben de eerste die zich ervan ontdoet en opgelucht verder gaat. Heine houdt het nog tot de rust vol om ingepakt te lopen. Al lopend wijst Heine mij de plekken waar hij aan het schoffelen is geweest. De boomspiegels en bloemperkjes, hij kent ze allemaal. Het is dat de schoffel ontbreekt, anders had hij nog een demonstratie tuinieren gegeven. Trots is hij op het werk dat hij geleverd heeft. Ik prijs hem dan ook bekant de hemel in. Natuurlijk ken ik in de loop der jaren de meeste straten in Dordrecht ook wel bij naam, maar toch om ze zo aan elkaar te breien dat er een leuke wandeling uit voortkomt, is toch andere koek. De mensen, die we onderweg tegenkomen, kijken ons verbaasd aan en zullen zich afvragen wat we aan het doen zijn. We lopen in een voor ons doen flink tempo en zijn na een uur al bij de aangegeven rust in de Deltahal aan de Gravensingel. Op de velden rondom wordt fanatiek strijd geleverd om de bal in de korf te krijgen. En als het lukt klinkt er een luid gejuich op. Ik drink mijn thee en Heine zijn colaatje en na een halfuurtje, nadat ook Heine zich van de regenkleding ontdaan heeft, trekken we verder. Ik stel nog voor om over te gaan op de 15 km of om straks de route van de vijf erbij te doen, maar Heine verzet zich pertinent en wil het bij 10 km houden. En gelijk heeft hij, want niet lang erna begint het te regenen. En niet zo zuinig ook. Heine heeft algauw zijn pak weer aan en ik ontkom er ook niet aan, maar niet eerder dan dat ik mij nat heb laten regenen. Zo gaan we verder. Onze hoofden worden steeds dieper tussen de schouders getrokken en ik loop steeds meer voorover. Van de omgeving zien we niet veel meer en we schelden bij elk verkeerslicht waar we moeten wachten op het weinige medeleven van de stadsbestuurders. Druipend komen we het 'Polderwiel' binnen, waar we ontvangen worden als waren we helden. De lust om nog meer te lopen is helemaal verdwenen. We hebben te doen met WIK over de geringe opkomst en gaan zo gauw als fatsoenlijk is terug naar huis. Quirinus. bewerken. |