Verleden week is het er, vanwege de feestelijkheden rond ons diamanten huwelijk, niet van gekomen om een verslagje te schrijven over de ruim 25 gelopen kilometers in de week eraan vooraf. Ook mijn huishoudelijke werkzaamheden tijdens de periode van rugklachten van mijn vrouw zullen ermee te maken hebben gehad. Maar goed, nu is het zo ver dat ik ga vertellen over de belevenissen tijdens de stormdag.
Heine is al een paar weken niet op pad geweest en dringt erbij mij opaan om een stukje te gaan lopen. Hij weet niet dat ik in de afgelopen week weer menige kilometer onder mijn voetzolen heb gehad met boodschappen doen en andere buitenshuis werkjes. Ook weet hij niet dat ik een groot deel van de nacht wakker heb gelegen, want ondanks de dubbele ramen, loeide de wind om het huis. En daarbij kletterde de regen tegen het glas. Geen mooi vooruitzicht, maar de weergoden zijn ons gunstig gestemd, want om zeven uur drijft de laatste bui over en belooft het de rest van de dag droog te blijven.
Even vóór negen uur, het afgesproken uur, stapt Heine van zijn fiets en komt, dik ingepakt alsof hem een poolwandeling staat te wachten, binnen. Na de gebruikelijke begroetingen gaan wij aan de andere kant het huis weer uit. Het is op dat moment nog niet duidelijk waarheen de voeten ons zullen brengen.
We lopen het ´tussenpad´ uit en voelen de kracht van de wind, maar we zijn vol goede moed dat we het er goed vanaf zullen brengen. Het is niet de eerste keer dat we met stormweer op pad zijn, maar nu is het de leeftijd die telt. Natuurlijk herinner ik mij de keren dat we tegen de wind opboksten en langs de zeerand van Goeree liepen. Ook Zandvoort en Castricum komen mij voor de geest, maar nogmaals dat was vroeger en niet nu. Ik maan Heine dat hij in mijn spoor moet blijven, want dat ik niet sneller wil. Heine is meer de man van ´grote stappen, gauw thuis´. Ik denk tegenwoordig meer om mijn hachje.
Via de kortste weg en zoveel mogelijk de huizenkant houdend bereiken we de Devel, waar de zwanen dobberen op het wilde water. Ook andere vogels als eenden en futen houden zich in het water op. Op het pad haast geen mens te bekennen, slechts een enkele hondenbezitter die een verplicht rondje maakt. Diep in de capuchon gedoken dragen zij lijdzaam hun lot en horen door de bulderende wind haast niets van hun omgeving. Maar tegen mijn ´goedemorgen´ kan zelfs de wind niet op en moeten de lippen even van elkaar voor een antwoord.
Een iets oudere vrouw komt steunend met de fiets aan haar hand tegen de klucht naar de brug oplopen. De wind snijdt en brengt de tranen in haar ogen en vrijelijk laat zij het snot uit haar neus lopen. Ik spreek haar moed in en vraag of ik haar een handje kan helpen, maar met een resoluut gebaar wijst zij mijn hulp af. Zij redt zich wel. Een kranig wijfje. Zo tref je er niet veel. Wij volgen haar de brug over en rechtsaf de Lindenweg op. Zo hebben we iets meer beschutting dan op het Develpad. Ook verderop als we afslaan naar de Munnikensteeg voelen we nauwelijks iets van de wind. Heine is nog steeds in afwachting van mijn plan omtrent de route. Hij kijkt dan ook vreemd op als ik op het hek van de Hooge Nesse afsteven. Dit had hij niet verwacht.
Na een rustpauze, die Heine gebruikt om de instructies op het toegangsbord te lezen, gaan we door het hek en volgen het kronkelende pad door dit unieke gebied. Ik probeer mij voor te stellen hoe het er hier zomers uit zal zien als het riet hoog is opgeschoten en de bramenstruiken hun rijpe vruchten tonen. Af en toe zien we iets van de bebouwing van de Lindtsedijk als het riet het even laat afweten. Een leuk pad dat best eens in een SOP-tocht opgenomen kan worden. Wie weet?Voor nu heb ik andere zorgen, want we staan aan het eind en moeten beslissen, linksaf of rechtsaf. Hier, op een tiental meters van de Oude Maas, voelen we de wind in alle hevigheid op ons afkomen. Een schip tornt tegen de stroom op en er slaan zeetjes over de boeg alsof het schip zich in volle zee bevindt.
Ik laat aan Heine de keuze. Of we gaan linksaf en lopen over zo'n 5 km tegen de wind terug naar huis of we gaan met wind in de rug over 3 km naar Heerjansdam en nemen daar de bus terug. Heine kiest voor het laatste, dus slaan we rechtsaf over het Borgmanpad. Een groepje fietsers komt ons tegemoet en één fietser sjokt er een tiental meters achteraan. Zo te zien heeft hij het niet naar de zin. Twee jongedames, kennelijk in training voor de Nijmeegse Vierdaagse, gaan in tegengestelde richting als wij gaan.
Even verder laat ik Heine weer de keuze, rechtdoor en met een omweg door het Buitenland naar onze bestemming of rechtsaf en via een kortere weg naar de bushalte. Heine kiest voor de kortere weg. Hij is het zo te zien zat om in de wind te lopen. Natuurlijk zijn we net te laat of een hele tijd te vroeg bij de bushalte. Er zit niet anders op om op een bankje zittend te wachten. En wie schetst onze verbazing als we kort erna de twee meiden aan zien komen. Zij zijn hier niet bekend en vragen de weg naar Barendrecht. Als ik zeg dat hier de bushalte is en dat het busje zo komt, kijken ze verontwaardigd. Zij willen lopen. Zo goed als mogelijk is, wijs ik hen de weg. De volgende die bij ons langs komt, is de achtergebleven wielrenner. Met de fiets aan de hand loopt hij mopperend de Dorpsstraat in. Ik vang nog net de woorden 'rot wind' op.
Ons busje komt mooi op tijd en zet ons twintig minuten later bijna voor de deur af, waarmee ons wandelavontuur ten einde komt.
Quirinus