De bedoeling is om vandaag Heine een plezier te doen en gebruik te maken van het veer Puttershoek naar Zwijndrecht. De vorige keer zag je het gezicht van hem helemaal opfleuren en waarom hem niet nog een keer die vreugde schenken? Dus in gedachten stippel ik een route uit om de dag verder nuttig te besteden. Er zijn twee punten waar ik rekening mee moet houden, namelijk : het veer vaart pas vanaf 12.30 en Heine heeft om 16.00 een afspraak bij de kapper. We stappen op het buurtbusje van 07.55 bij Swinhove, twee minuten lopen van huis. We treffen het dat we een bekende vrijwillige chauffeuse hebben, die bereid is om ons zo ver mogelijk op de Randweg te laten uitstappen. Wat we ook treffen, is dat de laatste wolken verdwijnen en plaats maken voor een heerlijk ochtendzonnetje. Nog geen twintig minuten later stappen we uit en kan onze wandeldag beginnen. De rugzakjes worden omgehangen en de GPS ingesteld. Routinehandelingen die aan het moderne wandelen vooraf gaan. Kwart over acht zetten we voet richting het Oude Maas gebeuren en lopen met de wind in de rug in noordwestelijke richting het avontuur tegemoet. De herfst is goed waar te nemen in de vorm van de verschillende kleuren en het dwarrelende blad. De zon schijnt ons een beetje in het gezicht, maar niet hinderlijk. We genieten van het vroege ochtendgebeuren. Van de corpulente heren die trachten met een rondje joggen hun overgewicht kwijt te raken. Door gebrek aan adem kan er een 'goedemorgen' nauwelijks van af. Ook de jonge meisjes die, slank als een den het laatste beetje vet uit hun poriën persen in de angst hun mooie figuur te verliezen. Geheel overbodig vraag ik aan zo'n jong ding of ik de goede kant opga om bij de Heinenoordtunnel te komen. Glimlachend haar witte tanden tonend, zegt zij ook geheel overbodig dat wij gewoon rechtdoor verder moeten gaan en dat we het dan vanzelf zien. Aldus doende zijn we na twee en een halve kilometer bij de Tunnelweg en dalen we af in de diepte verbaasd nagestaard door een fietser die net hijgend is boven gekomen. Hoewel we nog niet zolang geleden ook door deze tunnel zijn gewandeld, geeft Heine te kennen dat hij van het bestaan ervan niet afweet. Maar je ziet aan hem dat hij geniet. Honderduit vraagt hij naar het hoe en waarom. Vragen waarop ik het antwoord schuldig moet blijven. Na ruim een kilometer, waarvan zo'n 700 meter ondergronds staan we weer in het zonlicht. In plaats van linksaf, zoals de vorige keer gaan we nu naar rechts en komen langs de drukke A29 te lopen. We merken dat het aan deze kant van de tunnel het leven anders is. Er staat voelbaar meer wind en die hebben we ook nog recht van voren. Ook het natuurschoon wordt hier gemist. En dat wordt er niet beter op als we langs de Reedijk komen te lopen. Wij speuren naar alle kanten om ons heen, maar nergens is zelfs maar een glimp van een rustgelegenheid te bespeuren. Zelfs geen bankje om even wat te kunnen drinken. En tot ongenoegen van ons verdwijnt de zon ook nog achter de wolken en ziet het ernaar uit dat we het niet droog zullen houden. Van dat laatste kunnen we altijd nog de weerman de schuld geven. Hij heeft ons verkeerd ingelicht. Intussen sjokken we voort. De weg verandert wel van naam, maar blijft even saai als ervoor. Om wat te doen te hebben, begint Heine te zeuren dat hij wel op tijd bij de kapper wil zijn en dat hij eerst nog wil douchen ook. Ik stel hem gerust dat het allemaal goed zal komen, maar voor mijzelf weet ik al dat het niet gaat lukken. Ik heb mij in de afstand vergist of we maken te weinig vooruitgang. Om wat te doen te hebben, houd ik nog een jong meisje op de fiets aan en vraag haar of we op de goede weg zijn naar Mijnsheerenland. Volmondig, zij is net met een boterham of iets lekkers bezig, antwoordt zij dat we bij de stoplichten linksaf moeten. Iets wat ikzelf ook al wist. Eindelijk komt er een einde aan de saaie weg en lopen we het dorp met de lange deftige naam binnen. Wij zijn nog steeds op zoek naar een plek om even te kunnen zitten. De eerste de beste, een dame, vraag ik ernaar. Aan haar gezicht zie ik al dat het niks zal worden en haar antwoord bevestigt het. Zij kan zich geen gelegenheid in de buurt herinneren en wij lopen dus ietwat moedeloos verder. Een straat verder een dame die haar auto staat uit te laden. Zij heeft Sinterklaasinkopen gedaan. Ik vraag haar of ik haar een handje kan helpen en ook of zij misschien een beter geheugen heeft dan haar buurtgenoot. Allereerst zegt zij dat zij ons graag zou willen helpen, maar helaas geen tijd heeft. Nee, ook zij weet niet beter dan misschien ergens in het winkelcentrum. Enigszins teleurgesteld gaan we verder en ik zeg Heine dat de kapper er mogelijk bij in moet schieten. Dat laatste had ik beter niet kunnen zeggen, want nu blijft hij erover doorzeuren. Goede raad is duur en meestal niet voor handen, maar vandaag hebben we geluk. Ik bel Henk in Klaaswaal, een dorp hier vlakbij en vraag hem om een oplossing. Spontaan biedt hij aan om Trudie, mijn dochter, te sturen en dat zij ons naar Puttershoek of thuis zal brengen. Nog geen tien minuten later komt Trudie, net op het moment dat het gaat regenen, aanrijden en kunnen wij instappen om ons twintig minuten later voor de deur af te leveren. Ons wandelavontuur is hiermee ten einde. Heine blij en ik blij. Een volgende keer zien we wel weer. Quirinus. |