. Er zijn genoeg redenen om weer eens een rondje te gaan lopen. Het is mooi weer en ik heb niets anders om handen. Volgende week is de Vierdaagse van Apeldoorn en een beetje beweging vooraf kan geen kwaad. Heine heeft een vrije dag en heeft wel zin om mee te gaan, dus van gezelschap ben ik verzekerd. Dit om mijn vrouw gerust te stellen dat ik niet alleen loop. Met Heine is afgesproken om elkaar bij het buurthuis, Xiejezo, te ontmoeten, dus even na achten ga ik de deur uit en loop via de gebruikelijke route naar de Grote Beerstraat. Tegelijkertijd bij aankomst aldaar komt ook Heine aanlopen. De bedoeling is dat ik het eerste deel van mijn nieuwe SOP-tocht op GPS ga opnemen. Na alles ingesteld te hebben gaan we op pad. Het is niet druk op straat, de kinderen zijn al op school en de moeders zijn bij de buurtsuper binnengelopen voor de dagelijkse boodschappen of zij zijn teruggedoken in bed voor een uurtje extra slaap. Slechts een enkeling laat de hond nog even uit. Dus behoudens een enkele 'goedemorgen' wordt er niet veel gezegd. Heine is niet zo'n prater. Na het rondje om de begraafplaats komen we via de Bakesteinpoort in een nog stillere omgeving terecht. Vroeger, lang geleden, was hier ooit het eerste spoorwegstation van Zwijndrecht. Zwijndrecht was destijds een echt tuindersgebied en het vervoer ging in die tijd veel per spoor. Van de tuinderijen is, hier althans, niet veel meer dan een complex volkstuinen over. Ook het station is verdwenen. Een klein stukje van wat eens een laadperron was, is nog over. Wij maken ons niet druk om het verleden en leven in het heden. Heine is met zijn gedachten bij de vestiging van Drechtwerk op het Groot Karreveld, hier vlakbij. Vanaf hier is hij dagelijks uitgestuurd naar de plekken die onderhoud behoefden of waar zwerfvuil opgeruimd moest worden. Met spiedend oog waart hij rond of hij nog oud-collega's ziet of hoort. Lopend aan de buitenkant van de sportvelden ziet hij door het groen heen enkele oranje glimpen van de werkkleding van hen. Heel enthousiast begint hij te praten wat hij hier allemaal heeft meegemaakt. Maar onze tocht gaat door en verloopt tot zo ver niet snel, doch voorspoedig. In de Munnikedevel stuiten we op de eerste tegenslag. Het broedgebied dat op 1 juli weer aan het publiek vrijgegeven zou worden, is nog steeds afgesloten. Een conflict tussen gemeente en de een of andere instelling houdt het ontoegankelijk. Over het hek klimmen is geen optie, dus rechtsomkeert maken. Er zit niet anders op. De natuur is er niet minder om. Vogeltjes van diverse pluimage twinkelen in verschillende toonaarden en langs de paden is het een gezoem en gefladder van insecten die zich tegoed doen in de bloemenpracht aan nectar. Een lust voor oog en oor. Nu we toch al niets meer hebben aan de GPS, want de originele route kan niet gelopen worden, loop ik het erf op van een woning aan de Lindenweg om te vragen naar een mogelijkheid voor een wagenrust. Wat we hier meemaken is een apart verhaal en komt in een ander verslag nog wel aan de orde. Nu gaan we ongeschonden en schoon blazoen verder in de richting van Heerjansdam, dat sinds 2003 onderdeel is van Zwijndrecht. Aanvankelijk merk ik niets aan het gedrag van mijn wandelmaatje, maar krijg ik het vermoeden dat er iets niet goed is. Heine, anders altijd koploper, zakt af en volgt mij op een tiental meters. Als ik hem vraag wat er is, dan zegt hij dat hij moe begint te worden. Op het Waalpad vinden we aan het water een mooie rustplek met uitzicht over de Waal. Enkele zwemmers zijn bezig om met flinke armslagen over lange afstand heen en weer te zwemmen. Een oranje boei markeert hun positie. Vol bewondering zien we dit sportieve gebeuren aan en nemen de tijd om goed uit te rusten. We hebben de tijd aan onszelf en haast hebben we niet. Ook hier weer een obstakel waar ik niet opgerekend heb. Het bruggetje is afgesloten wegens werkzaamheden aan het brugdek en we zullen terug moeten naar de Molenweg om verder te kunnen gaan. Heine laat mij weer voorgaan en in een mum van tijd is hij weer op een afstand dat ik hem niet meer kan horen. Het zegt mij genoeg dat dit niet zo door kan gaan. We stoppen ermee. We lopen nog door tot de volgende bushalte en wachten daar de bus van half twaalf af. Het is niet de bedoeling geweest, maar het voordeel is wel, dat ik nu om twaalf uur thuis ben en met de middagboterham mee kan eten. QUIRINUS |