Met het klimmen der jaren wordt het er niet eenvoudiger op om een mooie route voor SOP uit te zetten. Maar opgeven of het aan een ander overlaten is voor mij nog geen optie, dus gaan Heine en ik maar weer eens op pad om de ontbrekende kilometers in te vullen. Het eerste en het laatste deel van het parkoers, met elkaar zo'n 16 kilometers, heb ik al ingevuld. Er ontbreken er dus nog 9. Mijn idee is om deze keer Rijsoord eens aan te doen en om vandaar via Hendrik Ido Ambacht weer terug te keren naar het beginpunt in Zwijndrecht. In eerste instantie dacht ik teveel kilometers te hebben, vandaar dat ik afgelopen dinsdag de route naar Heerjansdam via de Devel een stukje korter heb gemaakt. Niet dat het er kwalitatief minder op is geworden. Verre van dat. Nee, kwaliteit staat bij mij voorop. Daar gaat niets van af. Het probleem vandaag is dat er op zaterdag niet eerder een bus gaat dan om vijf voor tien. Een andere manier om in Heerjansdam, het punt waar ik dinsdag ben geëindigd, heb ik niet. Voor Heine geen bezwaar, hij kan lekker uitslapen. De weersverwachting, kans op buien, zegt hem niets. Keurig op tijd stappen we als enige passagiers in het busje. De chauffeur, een vrijwilliger, is blij met ons. Vaak rijdt hij een hele dienst van 4 uren zonder een klant. Een kwartier later zet hij ons nabij de Molenwei weer af en kunnen wij aan het onbekende beginnen. De GPS wordt gestart en we lopen de Molenweg in de richting van het viaduct af. Staan even stil bij de molen zonder wieken, waarvan ik ooit eens gelezen heb dat er restauratieplannen waren voor dit historische momument. Of dat het er ooit nog eens van komt, weet ik niet, maar of ik dat mee zal maken, moet ik betwijfelen. Het is stil, het zwembad aan de overkant is nog gesloten en gevoetbald wordt er schijnbaar in de meivakantie ook niet. Alleen is er af en toe een groepje sportfietsers in hun tweede jeugd, waarvan de buiken haast over de sturen hangen. Verder zijn zij ongevaarlijk, zolang je hen maar vrij baan geeft. Na de klim om uit de diepte van het viaduct, dat hier over de vele sporen van de Kijfhoek reikt, te komen, gaan we bij de eerstvolgende mogelijkheid linksaf, de Waalweg op. Bij mijn weten ben ik hier niet eerder geweest, dus ik kan Heine geen antwoord geven op zijn vraag waar deze weg ons naartoe zal leiden. Even verderop gaat er een weggetje naar rechts en daar slaan we in. Ergens binnenin mij zegt een stemmetje het niet te doen, dus na enkele meters keer ik om en loop terug naar de kruising om daar een kaartje te bestuderen. Met een breed armgebaar, min of meer gebiedend, laat ik een fietser stoppen. Na hem een 'goedemorgen' gewenst te hebben, vraag ik hem het hemd van het lijf over waarheen beide wegen ons leiden. Met een eerlijke blik in de ogen en zijn hand op het hart zegt hij dat we het beste rechtdoor de Waalweg kunnen volgen om in Rijsoord te komen. Het andere pad leidt weliswaar ook daarheen, maar is minder aantrekkelijk om te belopen. Na de goede man vriendelijk bedankt en hem een prettige dag toegewenst te hebben, vervolgen we de Waalweg. Onderweg zien we nog diverse mogelijkheden om dichter bij het Waaltje te komen, maar die laten we vandaag maar links liggen. Een volgende keer moeten die nader onderzocht worden. Al met al duurt het even eer we in Rijsoord zijn. Eerst passeren we nog een vreemdsoortige molen, waarin de verkoop van landbouwproducten plaats vindt. Heine vraagt zich nog af of hij er binnen zou mogen kijken, maar doet er verder geen moeite toe ondanks dat ik hem er toe aanmoedig. Langs de weg zijn nog meer van dergelijke verkooppunten vanuit boerenschuren, dus af en toe ontmoeten we dan ook mensen om een kort gesprek mee te voeren. De Waalweg slingert zich door het dorp om uiteindelijk uit te monden op de Rijksstraatweg. De Rijksstraatweg verlaten we weer na een tiental, laten het twee tientallen zijn, om linksaf het Schalksedijkje op te gaan. Hier wordt ik met mijn oranje petje wat vreemd nagestaard, maar er wordt ons geen strobreed in de weg gelegd. Ook niet als we het grasdijkje betreden en uitkomen onder het viaduct dat over de snelweg, A 15, gaat. Het gaat regenen en we blijven onder het viaduct schuilen tot de bui over is. Een sportfietser, op weg naar Utrecht, komt bij ons staan en is zo vriendelijk om ons op de kaart te wijzen waar we ons bevinden. En als de regen is opgehouden, gaan we ieder weer ons eigen weegs. De Achterambachtseweg, hoe verzinnen ze het, is ons volgende doel op onze tot nog toe aantrekkelijke route. Een daar woonachtige tuinder, op het erf aan het werk, vraag ik met uitgestreken gezicht naar een overbodige weg in de hoop dat hij ons iets te drinken zal aanbieden. Hier ben ik wel enigszins bekend, maar de tuinder doet of hij het in Keulen ziet branden en gaat gewoon door met zijn werk. Even verderop gaan we via het Palmhoevepad de Sandelingen in. Een soort park waar onze buurgemeente trots op is. Het moet nog wat groeien, maar er is ruimte voor mens en dier. Misschien dat een ander pad iets leuker was geweest, maar dat zien we een volgende keer wel. Het is tenslotte verkennen. De Antoniuslaan is waar we op afstappen om via een stukje daarvan het Burgemeester Baxpark te bereiken. Een iets verder ontwikkeld park met leuke bossages en waterpartijen. Eenden en waterhoentjes in overvloed. Verder weinig publiek, de bevolking is mogelijk nog aan het nafeesten van de Koningsdag. Bij Heine, toch te warm gekleed, begint het zweet op zijn voorhoofd te parelen en hij vraagt of we nog gaan rusten. Achteraf verlaten we het park iets te vroeg, ook dit moet volgende keer beter, en gaan langs de rand verder naar de rotonde waar de Burgemeester Jonkerkade op uitmondt. Het weer houdt zich goed, regen krijgen we niet meer en het is nog maar een hortje tot het punt dat ik mij gesteld had, de Vrouwgelenweg. Hier zijn we al eerder geweest en de cirkel is compleet. Wat nu? Een bushalte is niet in de buurt, dus er zit niet anders op dan de saaie Krommeweg maar weer eens af te lopen naar het ziekenhuis van Zwijndrecht en daar de bus te pakken. Maar op het busstation ter plekke werd ons verteld om drie kwartier te wachten of verder te lopen. Te voet is ons huis binnen het half uur te bereiken, dus de keus was niet moeilijk. Half twee waren we terug van onze expeditie met veel ervaringen rijker en een tas vol ideeën wat wel en wat niet te doen. Quirinus. |