Na een drukke week en enkele verjaardagen op zaterdag besluiten we om toch maar naar Breda te gaan om daar de benen te strekken. Vooral Heine is een voorstander van sportief bezig zijn. Later sluit Alida zich erbij aan, zodat we met z'n drieën op zondagmorgen naar het zuiden rijden om deel te nemen aan de afsluitende 'Baronie van Breda' van 'Steeds Voorwaarts'. Om 08.00 verlaten we het café 'De Sjon' en lopen via een korte stratenroute in de richting van het Mastbos, waar het grootste deel van het parkoers is uitgezet. Het is na een nacht met enkele opfrissende regenbuien een stuk koeler dan in de week voorafgaand aan deze dag. Desalniettemin is het nog warm genoeg om in zomertenu de straat op te gaan. Het Mastbos is nog steeds het meest aantrekkelijke deel van Breda en na al de jaren dat ik hier nu kom, zijn er nog steeds plekjes die mij onbekend voorkomen. Heine neemt zijn kans waar om er in zijn eentje vandoor te gaan nu hij weet dat Alida bij mij in de buurt zal blijven en op mij zal letten, mocht er onverhoopt iets mis gaan. Maar verder dan een honderdtal meters laat hij het niet komen en blijft hij wachten tot wij bij hem zijn. Het gevolg is dat hij na een poosje baadt in het zweet en wij, Alida en ik, er nog zo fris als een hoentje bijlopen. Het bos is prachtig om te zien. Alles staat er groen en fleurig bij. Sommige bomen, zo oud als Methusalem, overheersen het groen in hun nabijheid en andere, net zo indrukwekkend, vallen nauwelijks op. Eikeltjes zijn reeds met tientallen, zo niet meer, door de laatste regenbuien van hun takjes gerukt en worden door de passanten driftig bijeengezocht om mee te nemen naar huis. Ook staan er al diverse paddenstoeltjes langs het pad en menigeen zal ze vastgelegd hebben op de gevoelige plaat. Natuurlijk zal de Mark op deze tocht niet ontbreken en nadat we de Duivelsbruglaan zijn gepasseerd, zien we deze toeristische trekpleister in al haar glorie voor ons. Het water staat hoog tegen de oevers op ten teken dat er stroomopwaarts het nodige regenwater is gevallen. Tijdens vorige tochten liepen we een groot stuk langs het snelstromende water, maar vandaag buigen we al gauw af naar de tuinen van het kasteel Bouvigne en spoedig daarna staan we oog in oog met dit prachtige kasteel aan de overkant van de straat. Ik kan het niet laten om even de weg over te steken om een 'close up' van dit schitterende bouwwerk te maken. We volgen de goed met gekleurde bordjes gemarkeerde route en komen na ruim twee uren op de Galderseweg waar café 'de Kogelvanger' als controlepost en rustplek is aangewezen. Heine dacht al eerder zijn plek gevonden te hebben en zat bij een ander café druk te gebaren om bij hem te komen, waarna ik hem duidelijk maak dat hij ons maar moet volgen. In rap tempo komt hij achter ons aan. Eerlijk gezegd ben ik ook wel aan rusten toe. Twee uren en een kwartier op de been is voor mijn oude lijf meer dan genoeg. Alida denkt er ook zo over. Niet omdat haar lichaam reeds oud zou zijn, maar haar knie protesteert. Een oude blessure laat zich gelden. Nadat we van iets te drinken zijn voorzien, genieten we dan ook ten volle van de ons gegunde rust. Een twintigtal minuten gunnen we ons en dan gaan we verder. We zijn pas halverwege en moeten nog een heel eind. Heine krijgt vrij baan, maar lang houdt hij het niet vol, want na een poosje staat hij ons weer op te wachten. Af en toe zijg ik neer op een bankje of leun tegen een paaltje om even op adem te komen. Ik heb de indruk dat het pad in stijgende lijn omhoog gaat en dat is niet mijn sterkste kant. Volgens Alida is het verbeelding en is het gewoon de vermoeidheid die mij parten speelt. We trekken over het vlonderpad, ook echt iets voor mij om er moeite mee te hebben, want met mijn zeemansloop met slingerende gang zoek ik steeds de kantjes op. Ongedeerd kom ik aan de overkant en bekijk hoe Alida trekkebenend steeds naderbij komt. Samen gaan we weer verder en lopen als de lamme en de blinde uit het bijbelverhaal. Ik loop sterk voorover gebogen en wijs met mijn neus naar de grond en Alida trekt steeds heviger met haar zere knie. Mijn GPS vertelt mij hoe ver we gelopen hebben, maar zegt niets over de afstand die we nog moeten gaan. Ik vertrouw erop dat de organisatoren weten wat zij doen en ons niet te lang op de weg houden. Zoiets is hen met hun jarenlange ervaring wel toevertrouwd. We verlaten het Mastbos en komen op de Dr. Schaepmanlaan terecht. Hierna volgt de Dr. Batenburglaan en dan het bekende Schipperspad, die ons naar de Mastboslaan voert. Nu is er nog een paar honderd meter te gaan en dan is daar het verlossende café, 'de Sjon', waar Heine reeds glunderend op ons zit te wachten. Alvorens we op huis af gaan, nemen we afscheid van de mensen van 'Steeds Voorwaarts' en danken hen voor hun jarenlange inzet voor de wandelsport en tevens ook voor de voortreffelijk uitgezette route van vandaag, waar wij zoveel plezier aan beleefd hebben. We hebben, ondanks het lichamelijke ongemak, genoten. Quirinus. |