Als ik op woensdagochtend de deur uitga, sta ik er alleen voor, want mijn maatje, Heine, is naar zijn werk bij Drechtwerkgroen. Het is nog maar amper acht uur als ik over de drempel stap en met een tas vol goede raad het 'tussenpad' uitloop. Regelmatig omdraaiend en naar mijn lieve vrouw zwaaiend leg ik de eerste driehonderd meter af. Als ik om de hoek uit zicht verdwijn, sta ik er alleen voor. Ik ben van plan om via een andere route naar Barendrecht te lopen. Het weer is er heel goed voor. Zelfs op dit tijdstip voelt hij al warm aan. Ik begin haast medelijden te krijgen met de mensen die nu voor een baas moeten werken of nog erger op bed liggen. Ik geniet van mijn vrijheid. Al lopend door de mij welbekende buurt, grinnik ik in mijzelf als ik de gezichten voor mij zie van de mensen die vanmorgen geconfronteerd werden met de spotprent van mij die ik met hen op facebook deelde. De prent is al vijf jaar oud, maar doet nog altijd opgeld. Ik schaam mij er niets voor om met het oranje petje te lopen. Zo'n twintig jaar geleden heb ik het van één der kleinzoons gekregen ter vervanging van ook zo iets. Het jochie was destijds zo'n vijf jaar oud. Sindsdien heb ik het elke wandeltocht met trots gedragen. Intussen ben ik al een heel eind gevorderd, ben door het bloemenpark, het Arboretum, gewandeld en heb een groot deel van de Devel in al zijn glorie kunnen aanschouwen. Verderop zal ik het met de Oude Maas moeten doen, een grotere broer van onze Devel. Maar eerst, zo heb ik mij voorgenomen, moet ik nog door de Hooge Nesse, een voormalige stortplaats, die verworden is met vrijwilligershanden tot een lustoord voor de jeugd en wandelgebied voor de liefhebber van rust en wildernis. Het pad, omringt met bramenstruiken en rietkragen, slingert zich over zo'n 1400 mtr van de Lindtsedijk naar het Drs.J.Borgmanpad. Zo ver is het nu nog niet. Ik heb uitzicht op een prachtig deel van de polder, die zich tot de einder uitstrekt. Blinkend in de zon liggen daar de boerderijen met hun schuren, volgestouwd met landbouwmachines. De akkers worden ontdaan van de spruitjes, een waardevol exportproduct. Elke keer weer ben ik verrast door dit unieke gebied. Wat mij ook zeer bijzonder voorkomt, is het overschieten van een vos. Op niet te grote afstand, goed herkenbaar, kruist hij mijn pad. Mogelijk is het dier op rooftocht geweest in de tuinen langs de Lindtsedijk, want een kippetje is in een vossenfamilie niet te versmaden. Ook konijnen is een geliefd product op het menu van een vos. Eenmaal uit de Hooge Nesse en op Drs.J.Borgmanpad beland, kan ik lekker doorstappen. Er staat niet veel wind, maar het beetje dat er staat, heb ik van achter. Ik passeer het gemaal dat de polder bemaalt en ons droge voeten garandeert. En even verderop passeert mij op korte afstand een flink zeeschip met een deklading van containers. Mogelijk op weg naar Moerdijk of Dordrecht voor overslag op binnenvaartschepen met bestemming het achterland. Ook enkele binnenvaarttankers, sommige groter dan menige kustvaarttanker. Het containerschip passeert zo kortbij dat de boeggolf het oeverriet in beweging brengt. Op het eind van het pad, twijfel ik even hoe verder te gaan. Een toevallig passerende wandelaar met zijn hond schiet ik aan voor wat informatie die mij verder op weg kan helpen. Gebruikelijk is om hier rechtdoor te gaan en langs het Maasoeverspoorpad en de Oude Maas verder te trekken. Maar ik wil eens wat anders en denk de Ziedewijdsekade op te zoeken en eventueel de Zuidpolder te verkennen. In Barendrecht, althans de gemeente, ben ik al. De gemeentegrens ligt halverwege het Waaltje, daar waar ik even twijfelde. Niet dat ik bang ben voor iets nieuws, maar de onbekendheid doet mij huiveren. Op aanwijzingen van de eerder genoemde man loop ik naar daar waar de Ziedewijdsekade begint en ga op onderzoek uit. Vierhonderd meter verder is daar ineens een bord met 'voetpad'. Mijn belangstelling is gewekt. Waar voert dat pad heen? Toch maar even vragen aan de dame die hier haar hondje uitlaat. Helaas, zij kan mij hierin niet helpen. De polder is nog in ontwikkeling en moet een soort van opvang voor regenwater worden. Het is een leuk verhaal, maar ik ben er niet mee geholpen. Net op dat moment belt mijn vrouw en zoals gewoonlijk in onze telefoongesprekken vliegen de vonken van liefde ervan af. De meeluisterende dame is stomverbaasd en spreekt haar bewondering ervoor uit. Ik dank haar voor haar belangstelling en ga het hek door en de polder in. Een echt pad zie ik niet. Wel grote hopen, sommige nog rokend en de zwarte objecten blijken grote Galloway runderen te zijn. Ik ben voor de duvel niet bang, maar deze beesten dwingen toch ontzag af. Maar een uitgang zie ik niet. Veel zin om langer te dwalen, heb ik niet. Mijn vrouw heeft aangedrongen om mijn rusten niet te vergeten, dus ik moet een uitgang hebben om naar de 'Kleine Duiker' te kunnen lopen. Ik kom eruit, maar vraag mij niet hoe. Misschien dat ik er later nog mee over de brug kom. Ik ben terug op de Ziedewijdsekade en verder lopend wordt ik door een bord gewezen op een restaurant, Polderzicht, geheten. Nu niet meer twijfelen, maar gewoon gaan met die banaan. En inderdaad, je zou het niet verwachten, maar met vooruitziende blik zijn ze hier een restaurant begonnen. En niet zomaar één, maar één van grote klasse. Eigenlijk iets te luxe voor mij, doch de thee smaakt heerlijk. Ik kom er helemaal tot rust en dommel een beetje weg, overdenkend of dit traject in mijn volgende SOP-tocht zou passen? Wie weet? Later dan de bedoeling was, stap ik op en vervolg mijn wandeling. De 'Kleine Duiker' laat ik links liggen en met de blik op nul, zet ik koers naar Heerjansdam. De bus daar vandaan gaat slechts één keer per uur en het is nog een half uur lopen. Als ik de bus haal, zal het kielekiele zijn. Nergens oog voor hebbend dan alleen de kortste weg loop ik haast op een holletje door de Dorpsstraat en kom bij de bushalte op de Randweg tot stilstand. Twee minuten te laat. Een uur wachten of lopend naar Zwijndrecht? En dan.... tot mijn grote verbazing komt het busje de Sportlaan uitrijden en stopt om mij in te laten stappen. We schelden wel eens op te late bussen, maar deze keer komt het mij goed uit. Quirinus |