.Een week terug begon Heine er al over wat te doen op zijn vrije woensdag, dus stelde ik hem voor om een stukje in de omtrek te lopen. Zomaar voor z´n mallemoers kont weg. Ik kon toen nog niet weten dat het van dat gluiperig vieze weer zou worden. Maar woord is woord en daar heb ik mij maar aan te houden. Dus half negen, het is nog maar amper licht, staat Heine voor de deur te trappelen van ongeduld. Dik ingepakt, inclusief handschoenen, denkt hij het weer te kunnen doorstaan. Met veel argumenten die niet gehoord worden, weet ik hem ervan te overtuigen dat de handschoenen thuis kunnen blijven. Van de rest doet hij halsstarrig geen afstand. Ik heb bedacht om voor de verandering eens niet van huis uit te starten, maar de ARA, aan de Oude Maas, als beginpunt te nemen. Van hieruit kunnen we uit verschillende richtingen kiezen om als eerste in te slaan. Ik stel voor om als eerste de Hooge Nesse, een voormalige vuilstort en nu omgetoverd tot een geliefde speelplek voor kinderen en waar wandelliefhebbers naar hartelust hun lusten kunnen botvieren. Heine vindt alles goed, als hij maar mee mag en kilometers in zijn boekje kan schrijven. Het is tien vóór negen als we beginnen en ik bemerk dat ik vergeten ben de batterijen van de GPS op te laden, dus die kan opgeborgen worden en moeten we het zonder doen. Geen nood, ik ben voldoende bekend om te kunnen onthouden waar en hoeveel we gelopen hebben als we terug zijn bij de ARA. We lopen via de mij bekende route naar de ingang van de Hooge Nesse en gaan via het graspad linksom en ik hoop zo de uitgang aan het Borgmanpad te vinden. Maar het loopt anders. We missen een routepaaltje en staan ´vastgelopen´ bij de ´oeverzwaluwwand´ waar nu geen zwaluw meer te bekennen is. De vogeltjes hebben eieren voor hun geld gekozen en zijn in zuidelijk richting naar de zon gevlogen. En wij staan hier en zien op betrekkelijk korte afstand wandelaars en fietsers over het Borgmanpad lopen. Eigenwijsheid of tegen beter weten in denk ik er hier wel uit te komen, maar een diepe sloot en schrikdraad weerhouden ons. Heine denkt nog over het draad te kunnen klimmen, maar schrikt terug als hij een schok ervaart. Een werkman met een kraan bezig om de sloot verder uit te diepen, stelt voor om ons met zijn ´bak´ over te zetten, maar daar bedank ik hem vriendelijk voor. Ik zie ons al hangen in zo´n schommelend baggervies ding. Nee, dan toch maar liever lopend een uitgang zoeken. Zo gezegd, zo gedaan en een tiental minuten later staan we behouden, maar druipend van de regen op de Lindtsedijk. Het was niet mijn bedoeling om langs hier te gaan, maar ik maak van de nood een deugd en zet een knop in mijn hersens om. Resoluut loop ik in de richting van Heerjansdam met Heine in mijn kielzog. Een echtpaar op de fiets komt ons al trappend naderbij en ik steek mijn hand als groet, maar de mannelijke helft vat dit op als stopteken. En om een praatje te beginnen, vraag ik of hij of beiden weten waar we ons hier bevinden. Zij grijpt meteen haar telefoon om te laten zien dat zij van wanten weet en googled in maps naar onze positie. Ik vertel intussen een geloofwaardig verhaaltje over dat we verdwaald zijn, maar Heine gooit roet in het eten door te zeggen dat dit de Lindtsedijk is. Zij vertrouwde mij toch al niet met mijn oranje petje en uitgestreken gezicht en spoort haar man aan om ons aan ons lot over te laten. Een ervaring rijker lopen we verder om even daarna oog in oog te staan met de boerderij van de familie, waar we destijds zo gastvrij over het erf mochten wandelen. Dit was in mijn tweede SOP-tocht. Door nostalgie gedreven lopen we het erf op en vraag aan de vrouw des huizes of wij een poosje in de 'kantine' mogen vertoeven om bij te komen van onze avonturen. Welwillend geeft zij toestemming en Heine volgt mij verbaasd. Hij heeft er geen weet van dat ik destijds bij de boer op de spruitenplukwagen heb gezeten om ons, als wandelaars' toe te staan om zijn erf te betreden. Een genoeglijk kwartiertje in het warme vertrek doet wonderen en opgefrist komen we weer buiten. Mijn plan staat nu ook vast over de te volgen route vandaag. Het duurt nog even eer Heine de stal met de vele koebeesten vaarwel kan zeggen. Als dierenvriend heeft hij de neiging om elk beest te gaan aaien. De motregen is aanmerkelijk minder geworden en terwijl we 'onder de dijk' lopen, genieten we van het prachtige uitzicht over de landerijen met uitgestrekte velden spruiten en spitskolen, waarin de boeren druk aan het oogsten zijn. Of hier ook sprake is van lage waterstand kan ik niet beoordelen. Voor mij staat er voldoende water om al de gewassen te voorzien van dit noodzakelijke vocht. Tot aan Heerjansdam komen we weinig volk tegen. Slechts een enkeling die we vrolijk 'goedemorgen' toeroepen en steevast een 'goedemorgen' terug krijgen. De mensen wonen hier naar de zin. Eenmaal boven gekomen naar de Develsluis, slaan we bijna gelijk weer af naar het fietspad dat ons alsnog naar het Borgmanpad moet voeren. Het 'Buitengebied' laten we ditmaal rechts liggen. Dat is iets voor een volgende keer. Ik wil naar huis, de natte kleren plakken aan mijn lijf en de middagboterham lokt. We stappen stevig door, maar bij de werklui die ons met 'de bak' over wilden zetten, sta ik toch even stil voor uitleg over ons 'probleem' aan de overkant van de sloot. Hoewel zij begrijpend knikken, begrijpen ze er niks van en ik laat het ook maar zo. Nu nog enkele paadjes met uitzicht op de Oude Maas en Puttershoek aan de overzijde eer we bij de auto terug zijn en naar huis kunnen rijden. Quirinus. |