Aan het toeval mag je niets overlaten. Tenminste als je niet voor verrassingen wil komen staan. De route is uitgezet met het mooiste weer van de wereld, maar de laatste dagen heeft het nogal flink geregend en ik wil zien of dat invloed heeft gehad op het parkoers. Heine heeft zin om mee te gaan, dus ik hoef niet alleen op pad. Aanspraak hoef ik van hem niet te verwachten, want hij zegt meestal niet veel, maar het is toch leuk om er iemand bij te hebben. Op de gebruikelijke tijd van acht uur gaan we bij de Xiejezo van start en lopen door de stille straten. Er is geen kip te zien, slecht een enkele persoon die een hond uitlaat. Ook een trein langs de Jeroen Boschlaan laat zich horen. Voor de deuren en tegen de gevels de kinderfietsjes door de jeugd bij thuiskomst daar achtergelaten. Heine heeft alleen oog voor het onderhoud van de perkjes en boomspiegels. Misprijzend schud hij zijn hoofd bij het zien van het onkruid, maar zijn gezicht klaart op bij het zien van een hond. Hij is gek op dieren en probeert ze dan ook te aaien. In het Molenvlietpark zijn het de naaktslakken die de aandacht trekken. Gebruikmakend van het vochtige wegdek proberen zij met hun naakte lijven de overkant van het pad te bereiken. Het gaat met een slakkengangetje, maar ze komen er wel. Het gekke is dat er zijn die van links naar rechts gaan en anderen in tegengestelde richting. Ik vraag mij af waarom zij dat doen. Of hebben zij dezelfde gedachten als mensen en denken ze dat het gras bij de buurman groener is dan bij hen. Ik weet het niet en probeer al zigzaggend de slakken te ontwijken. Het wandelpad langs de Devel ligt er keurig bij. Van de regen heeft het niet te lijden gehad. Het gras is mooi groen en het riet ruist ons tegemoet. Enkele fazantenhennen vliegen op bij onze komst en een moederfuut laat zich, gevolgd door haar kleintjes, in het water glijden. Zwanen drijven met de wind over de Devel. Af en toe steken zij hun kop onder water om hem dan met een soort van triomf weer op te steken. Even verderop zijn het meeuwen die krijsend het water induiken en met een grote mossel boven komen. Van grote hoogte laten zij de mossel op het pad vallen en met vreetzucht verorberen zij hun opengebarsten prooi. Zo in de ochtend is de natuur op zijn mooist. Niet eerder dan in de Molenwei komen we de eerste wandelaar weer tegen. Heine is mij enkele tientallen meters vooruit gelopen. Met een opmerking over de spruitjes op het land krijg ik de man aan het spreken. Waarna het een het ander uitlokt. Alsof het een geheim betreft, vertelt hij mij dat hij niet van hier is, maar van Slikkerveer. Toevallig ben ik daar ook niet onbekend. Vooral de scheepswerven uit die plaats heb ik meermalig bezocht. Onze babbel loopt uit tot een hele conversatie en ik zie Heine ongeduldig terug komen lopen, dus met een laatste woord nemen we afscheid en vervolg ik mijn pad. Bij de manege is het een druk komen van paardentrailers. Met veel woord en gebaar worden de combinaties op de onmogelijkste plekken neergezet. Ik steek mijn licht op bij iemand die aanwijzingen geeft en krijg te horen dat er een Regionaal Kampioenschap zal plaatsvinden. Heine is vergeten om hier af te slaan en ik moet hem terugroepen, waarna we een bankje opzoeken voor een rustpauze en wat drinken. Ik loop al bijna vanaf het begin in shirt en krijg Heine nu ook zo ver dat hij zich van zijn jasje ontdoet. Het is mooi weer, volop zonneschijn. Weliswaar staat er veel wind, maar die is meest van achteren. Als we uitgerust verder gaan, belt het thuisfront. We trekken op naar het Waalbos langs de Waal en constateren dat ook dit gebied niet te lijden heeft gehad van de regen. De man uit Slikkerveer en wonend in Heerjansdam vertelde mij nog dat er veel water is gevallen. In één nacht was het regenvat van 100 liter volgelopen. Dus dat zegt wel wat. Wat wel opvalt is dat de distels hoog opgegroeid zijn. De schapenstront zal er debet aan zijn. Het gras is mooi kort gegraasd. Bij het langslopen kijken de wollige dieren even op om dan meteen weer verder te gaan met het korthouden van het gras. Ook hier zijn het de futen die zich nog om hun jonkies bekommeren. Bij elke beweging volgen de kleintjes de moeder. We vervolgen de Waalweg met zijn opvallende graanmolen en komen uit bij de Rijksstraatweg, waar Heine denkt dat het hiermee gedaan is. Met een voldaan gevoel gaat hij bij de bushalte zitten om daar op de bus te wachten. Maar ik heb andere plannen nu het nog veertig minuten duurt eer de bus komt. We steken over en lopen door naar de voetbalkantine van Rijsoord. Bovengekomen bespreek ik in het kort wat hen te wachten staat als wij daar op 'de dag' komen rusten. En dan gaan we weer terug naar de bushalte om daar nog tien minuten op de bus te wachten. Tevreden kijk ik terug op de wandeling van vandaag, waarop ik geleerd heb dat het parkoers geschikt is voor alle weersomstandigheden. Quirinus. |