Heine heeft er een snipperdag voor opgenomen, dus moet ik gehoor geven aan zijn verzoek om ergens heen te lopen. Liever was ik thuis gebleven, want mijn darmen willen niet zoals ik zou willen. Ben er vannacht al voor uit bed geweest en het rommelt flink daarbinnen. Maar ik mag die jongen niet teleurstellen. Dus vooruit met die schuit en erop uit. Om acht uur staat Heine voor de deur en kunnen we weg. Ik heb nog geen idee waarheen onze voeten ons zullen brengen. Eerst maar eens naar het Develpad, altijd een mooi plekje, en dan weer verder zien. Heine dringt wel aan op opening van zaken, maar ik laat hem in het onzekere. Uit ervaring weet ik dat hij alles leuk vindt en mij volgt waarheen ik ook ga. De schooljeugd fietst kriskras langs ons heen. Zonder richting aan te geven of anderszins te waarschuwen schieten ze over het trottoir om zo een hoekje af te snijden. Onderwijl kijken ze op de telefoon of er berichten zijn of doen ze een spelletje. Het zal elke dag wel hetzelfde zijn, want ik zie auto´s stoppen, hoewel zij volgens de regels voorrang zouden moeten hebben. Een jonge vrouw laat haar hond uit en trekt het beest aan de riem voort, zodat het nauwelijks tijd krijgt om even te snuffelen. “Ik heb haast, want ik moet werken, ”zegt zij, als ik er een aanmerking op maak. Op het Develpad doen ze het wat rustiger aan. Hier zijn het de ouderen die de viervoeters aan het lijntje houden. Intussen genieten ze van de wonderschone omgeving. De nog laagstaande zon zet de villa's aan de overkant van het water in het licht, hetgeen je een beeld geeft van iets sprookjesachtigs. De zwanen met hun inmiddels grote jongen drijven op de lichte bries in een stoet aan ons voorbij. Het is hier dat het gebeurt. Een hevige krampaanval gevolgd door een niet te stoppen drang. Gelukkig heb ik mijn voorzorgsmaatregelen genomen door zo'n damesding in mijn broek te plakken, zodat de derrie niet langs mijn benen loopt. Maar automatisch ga ik enigszins wijdbeens lopen en ondanks dat versnel ik mijn pas. Ik kijk om me heen en zoek naar een plekje om mij van dit ongemak te ontdoen. Dan schiet mij te binnen dat de manege hier vlakbij is. Het was niet mijn bedoeling om die kant uit te gaan, maar nood breekt wetten. Hoewel Heine ongetwijfeld iets gemerkt moet hebben of minstens iets geroken heeft, zegt hij niets en stapt hij gewoon naast mij voort. Bij de manege weet ik de weg. Ongehinderd loop ik naar binnen en zoek zonder iemand tegen te komen de wc op. De rest van het gebeuren zal ik de lezer onthouden, maar verschoond en met een schone lap voor mijn kont kom ik weer buiten, waar Heine op mij staat te wachten. Nu we toch eenmaal in deze hoek zijn verzeild, is het logisch dat ik mijn plannen verander en de Munnikendevel doorloop om later terug te keren op de Munnikensteeg. Vanaf hier is het een wipje naar de Lindtsedijk met zijn vele mogelijkheden. De Hooge Nesse schiet mij in gedachten. Enkele jaren geleden waren we met één der SOP-tochten ook hier. Hoe zou het er nu uitzien? We zoeken de ingang op en zien de boel versperd door bouwactiviteiten. In het krantje heb ik gelezen dat er een nieuw bezoekerscentrum gebouwd gaat worden. Dus daar zullen ze mee bezig zijn. We lopen een rondje door de wildernis en lopen in de richting van de ARA. Heine begint al te gniffelen en denkt aan iets lekkers, maar ik ben nog steeds bang dat ik stink en zeg hem dat we verder moeten. Er is al teveel tijd verloren gegaan. Intussen heeft zich een nieuw plan in mijn geest ontwikkeld. We lopen naar Heerjansdam en pakken daar de bus terug. Natuurlijk kan ik niet nalaten om eerst een bankje op te zoeken en naar het drukke scheepvaartverkeer over de Oude Maas te kijken. Vooral containerschepen zijn het die langskomen. Ook een enkele sleepboot, terugkomend van een job in de Rotterdamse haven of om een schip op te halen dat naar zee moet. Ook Puttershoek, schitterend in het uitbundige zonlicht, heeft onze aandacht. Heine zou er graag naar toe willen, maar ik leg hem uit dat hij dan moet wachten, want het pontje gaat om half één pas weer varen. Wij volgen het wandelpad zo ver mogelijk en daarna het fietspad. Bij de splitsing van fietspaden kies ik ervoor om naar rechts te gaan. In het verleden was het altijd links, maar ik ben nou eenmaal een beetje dwars vandaag, dus wordt het rechts. Het is voor het eerst dat Heine een aanmerking op mijn leiderschap heeft. Hij zegt dat ook hij altijd links gaat als hij naar Heerjansdam fietst. Halverwege gaan we door het klaphek en lopen de Buitenpolder, een soort natuurgebied, in om zo de weg naar Heerjansdam te bekorten en vooral te verfraaien. Aan het eind op de Randweg wacht ons de buurtbus naar huis. In het kwartier dat ons rest tot het vertrek verzekert Heine mij diverse keren dat hij het een mooie tocht vond en dat het misschien leuk zou zijn om het in een volgende SOP-tocht nog eens over te doen. Maar zo ver ben ik nog lang niet. Ben al blij dat ik zonder verdere kleerscheuren tot hier gekomen ben. Ondanks het oponthoud en dergelijke hebben we toch nog dertien kilometers afgelegd. Het busje brengt ons tot op nog geen honderd meter van huis en het is nog maar net twaalf uur als we liefderijk ontvangen worden. De ellende is gauw vergeten en de leuke dingen blijven hangen. Ondanks alles hebben we genoten. Quirinus. |