Zoals ik op facebook al schreef, kruipt het bloed waar het niet gaan kan, dus vandaag de wandelschoenen aan om weer een stukje van de route te verkennen. Het is te laat om naar Papendrecht te gaan om daar verder te gaan breien, dus ik ga aan de andere kant beginnen. Eerst loop ik naar de te verwachten startplaats, Xiejezo in de Grote Beerstraat en vandaar uit zoek ik mij een route in de richting van de buurgemeente, Hendrik Ido Ambacht. De klok wijst kwart voor tien als ik voor het wijkgebouw sta en de eerste foto schiet. Veel tijd heb ik niet, want eigenlijk wil ik rond de middag weer thuis zijn. 'k Zie wel hoe ver ik kom. Voorlopig denk ik het wel te weten hoe ik via een aantrekkelijke route zo'n 6 km kan verkennen, maar algauw komt er iets anders in mijn gedachten. Op de terugweg moet ik dat dan maar proberen. Het is mooi droog weer, hoewel de lucht dik bewolkt is. Normaal kan ik wel tegen een stootje, maar regen trekt mij niet. Zonder problemen loop ik naar de Bootjessteeg en loop verder in de richting van de EHBO-post, een stuk waar ik niet eerder geweest ben en waar ik nu een weg hoop te vinden achter het ziekenhuis om. Het valt tegen, dan is de vertrouwde koers toch van een betere klasse. Volgende keer of op de terugweg maar anders. Er is geen mens die ik tegenkom om eens wat te vragen. Om een lang verhaal kort te maken, ik beland uiteindelijk op de Langeweg nabij het kleine industriegebiedje, Tersteeghe. Even verderop steek ik over naar De Baak en hoef mij een tijdje geen zorgen te maken over te missen afslagen of iets dergelijks. Zo bij winterdag is het hier maar een kale bedoening. Niks aan, maar ik weet dat het er zomers anders uitziet, dus daar ga ik nu ook van uit. Ik zie een klein autootje staan en dat maakt mij nieuwsgierig, mede omdat het wagentje nogal in beweging is. Ik denk aan achtergelaten honden of iets van die aard. Ik loop er naar toe en probeer naar binnen te kijken om te zien wat er gaande is. Vooralsnog zie ik niets, maar dan steekt opeens een nogal naakt manspersoon zijn hoofd door het raampje van het achterportier en vraagt of ik iets zoek. Aan zijn verwarde haren en bezwete gelaat merk ik dat hij liever niet gestoord wilde worden in zijn bezigheid, dus laat ik hem in de waan dat ik er niets van begrijp en zeg hem dat hij zich door mij niet moet laten weerhouden om zijn bezigheid voort te zetten. Ik loop verder en ga rechtdoor de Reeweg op, niet wetend waar deze weg mij naartoe zal leiden, Ik blijk de verkeerde kaart bij mij gestoken te hebben, dus ik heb niets om te raadplegen. Niet eerder dan bij de Anthoniuslaan, waar ik een dame met hond over zie steken naar een park. Ik versnel mijn pas en kom naast haar te lopen. De hond ziet in mij een speelkameraadje en springt hoog tegen mij op. Zijn modderige poten laten duidelijke sporen op mijn jas achter. De dame in kwestie, een niet onaantrekkelijke verschijning, verontschuldigt zich voor haar hond en vertelt dat zij het beest nog maar kort geleden uit het asiel heeft gehaald. Zo is het ijs gebroken en kan ik haar vragen hoe ik verder moet in de richting van de Alblasserbrug. Er volgt een hele lawine van woorden, waarin haar moeder van 82 jaar er goed van langs krijgt, omdat zij haar stoel nauwelijks uitkomt. Maar via een omweg kom ik te weten dat dit een deel van het Baxpark is, waar honden uit mogen rennen en dat even verderop het echte park zich bevindt. We gaan een tijdje samen op tot we op het hek stuiten dat het Baxpark van ons scheidt. Mijn GPS vertelt mij dat ik bijna aan de 6 km ben en dat het tijd is om terug te gaan. Ik dank haar hartelijk en keer op mijn schreden terug. Stommerd, die ik ben, op de Reeweg sla ik de verkeerde kant in en loop verder van huis dan de bedoeling is, maar na een paar keer vragen, kom ik er achter dat terugkeren de beste optie is en ik zie het 'hondenpark' vandaag voor de tweede keer. Verder gaat alles goed met mij, alleen loop ik nog een tweede keer 'dood' in de veronderstelling dat ik goed zit. Via een kortere route ga ik nu naar huis, waar ik om kwart voor één lieflijk wordt ontvangen. Ik wil nog wel even kwijt dat het autootje met de in beweging zijnde mensen op de achterbank er niet meer stond. En dat bij het binnenlopen van ónze' straat de eerste regendruppels gevoeld werden. Tevens dat ik al met al genoten heb van mijn wandeling ook al heeft het aan de route niet veel opgeleverd. Quirinus. |