Wij zullen niet de enigen zijn die gedacht hebben om naar Geldermalsen te gaan, want ondanks het feit dat we vroeg zijn, staan er al heel wat auto's geparkeerd en moeten we achter in de rij aansluiten. En bij binnenkomst in het verenigingsgebouw is het dan ook een drukte van belang. Toch lukt het ons een plaatsje te vinden, omdat net op dat moment de 40-km lopers naar buiten gaan. Met een praatje hier en daar met deze en gene doden we de tijd van het wachten. Theo heeft zich vergist en heeft ons te vroeg uit bed gehaald. Ik heb er geen moeite mee, want ik heb altijd wel wat met iemand te bekletsen, maar voor Heine ligt dat anders. Voor Heine is vroeg opstaan nog iets dat op een werkdag lijkt. Eindelijk is het half tien en mag onze afstand naar buiten. Ik glip door de achterdeur naar buiten en laat het wachten op het uitdelen van de routebeschrijvingen aan Theo en Heine over. Zij lopen harder dan ik en halen mij wel weer in. Gewend aan de warmte binnen, valt de buitentemperatuur wat tegen, dus de kragen hoger opgetrokken. Voorlopig is er toch niets te beleven en het weer is het belangrijkste onderwerp van gesprek. Ik heb mij voorgenomen om rustig aan te beginnen om zodoende wat reserve over te houden voor de eindfase. Mijn maatjes willen wel sneller, maar houden zich om wille van mij in. Van de straatnamen heb ik slechts de Laan van Leeuwenstein onthouden, de rest is als overal in elke stad of dorp voor mij van onbetekenende aard. We verwonderen ons erover dat het na een week van elke dag regen eindelijk droog is. We houden het er maar op dat we het verdiend hebben. Verscheidene keren op onze wandeling kruisen we de Linge en lopen zowel links als rechts over de dijken langs haar boorden. Oude huisjes in de meest markante vormen en stijlen sieren het straatbeeld. Achter de dijk, beschermd tegen overstromingen, de vele boomgaarden met fruitbomen en -struiken, waar deze streek zo bekend om geworden is. Allemaal keurig gesnoeid en wachtend op een nieuw seizoen van bloeien, groeien en oogsten. Na een goed uur komen we bij onze rust 'de Hoenderik' in Tricht. Eerlijk gezegd, ben ik aan rusten toe. Ik voel de pijn in de onderrug weer opkomen ten teken dat ik te snel heb gelopen. In de ruime uitspanning, dewelke je niet zou verwachten op een kippenboerderij, drinken we onze thee en genieten van de rust. Een twintigtal minuten later gaan we verder op onze tocht, wetend dat we hier na een dikke drie kilometer terugkomen. Na het gemaal, 'de Neust', een naam waar Heine om moet lachen, begint voor mij de ellende. Eerst lijkt het nog mee te vallen en doorsta ik manmoedig het glijden en glibberen. De vele voeten die ons voor zijn gegaan hebben de modder omwoeld en het pad in een glijbaan veranderd. Nee, dit is niets voor mij. In het verleden heb ik al genoeg lopen baggeren bij de WS78 of bij de SOP. Hier heb ik het niet verwacht en dus keer ik resoluut om en loop terug naar 'de Hoenderik' om daar het vervolg van de route op te gaan. Rusten hoef ik nog niet en ik verwacht dat mijn maatjes dit ook niet zullen doen. Op mijn weg naar de finish komen ze mij achterop lopen en kunnen we gezamenlijk de eindstreep passeren. In een matig tempo ga ik verder en word door vele wandelaars ingehaald, maar Heine en Theo zijn er niet bij. Ik verveel mij geen moment, want bij de inhalers zijn er genoeg die mij nog van vroeger kennen en voor een babbel en een opwekkend woord even gelijk met mij opgaan. De route nauwgezet volgend kom ik nog door enkele straten die ik niet ken. En het is toch heus niet de eerste maal dat ik in Geldermalsen van start ben gegaan. Ook word ik verrast door zo nu en dan een glimp van de zon. Weliswaar omfloerst, maar hij is er. Klokslag één uur stap ik bij 'Marijke' binnen en begint het wachten op mijn vrienden om mee naar huis te rijden. En een kwartiertje later zijn ook zij ter plekke en nadat de administratieve taken van Heine zijn vervuld, gaan we met een goed gevoel op huis aan. Quirinus. |