Nog voor we op de Gravensingel zijn, lopen we vast in het verkeer dat op zoek is naar een veilige parkeerplek. Als we eindelijk een plekje hebben en teruglopen naar het startbureau zien we pas hoe druk het is. Van alle kanten komen de wandelliefhebbers aanlopen. De zuurkooltocht is in trek. Mooie routes met prima markeringen en goede verzorging. En voor ons is het nog lekker dichtbij ook. Binnen is het een gedrang van jewelste. Ze proberen allemaal bij de inschrijftafel te komen. Wij hebben het geluk dat Theo ons vóór is en met het bewijs van inschrijving naar ons zwaait, zodat we dat obstakel links laten liggen. Naderhand vernemen we dat er 872 wandelaars zijn ingeschreven. Een prachtig aantal en een mooie opsteker voor de vereniging. Nog vóór negen uur, het tijdstip van aanvang, worden de deuren geopend en de routebeschrijvingen uitgedeeld. Wij wachten tot de grootste drukte voorbij is en dan gaan ook wij op pad. Met Theo als Dubbeldammer zal het ons geen moeite kosten om de weg te vinden, maar ook vandaag blijkt weer dat er altijd nog paadjes zijn die ook naar Rome leiden. Al kletsend, vliegt de tijd voorbij en met een goed uur staan we voor de keuze, broodje worst of broodje zuurkool. Ik heb in allebei geen trek, dus houd het bij een bekertje thee, maar Heine smult in zijn worstenbroodje alsof hij uitgehongerd is. Ook hier, terwijl we genieten van een rustpauze, zien we, evenals bij de start, vele bekende gezichten. Alleen daar al voor is het leuk om hier te zijn. Na een kwartiertje stappen we op om verder te gaan op onze route en hoewel we denken de weg wel te weten, zijn we toch blij met de pijltjes die zijn opgehangen. Het gaat mij te ver om alle straten bij naam te noemen, maar de Oudendijk is vandaag de hoofdschotel. Meerdere keren komen we erop terecht. Geen onaardige dijk met vele oude huisjes die herinneringen aan vroeger te boven brengen. Ook de behuizingen van de piepkleine veestapel, soms niet meer dan één schaap of pony, doen ons denken aan de timmermanskunst van onszelf in onze jeugdjaren. Elk stukje hout werd benut en overal werden spijkers ingeslagen. Het materiaal is iets veranderd, want sindsdien heeft plastic zijn intrede gedaan. Het weer laat zich vandaag ook van zijn goede kant zien. Een overwegend bewolkte lucht met vele gaten om de zon door te laten en ook de wind lijkt op niets vergeleken met de storm die ons een dag en nacht wakker heeft gehouden. Nu slechts een licht briesje, maar wel koud aanvoelend. Heine heeft er zelfs zijn schaatsmuts bij opgezet en zijn skihandschoenen bij aangetrokken. Hij heeft vandaag niet veel praatjes en laat het kletsen meest aan ons over. Alleen als hij een busje of een bekend persoon van Drechtwerk ziet, weet hij er veel over te vertellen. Ook als we kortbij een voormalige woning van Martha komen gaat zijn mond open. Hij weet zich zelfs het huisnummer nog te herinneren. Haast ongemerkt keren we terug in de meer bewoonde wereld van Dubbeldam. Nog slechts enkele straten scheiden ons van de finish, maar het blijft oppassen om niet in de hondenpoep te stappen. Overal liggen ze, sommige nog dampend van versheid, niet alleen in het groen, maar ook op het voetpad. Heine verhaalt breeduit over het snoei- en schoffelwerk dat hij hier verricht heeft en onwillekeurig kijk ik naar zijn schoenen die hij aanheeft. Zonder verder wat te beleven, komen we binnen in de nu bijna lege zaal om te bemerken dat ons startbewijs verloren is geraakt. Quirinus |