Na eerst gedubd te hebben over waar te gaan, het aanbod van tochten is namelijk groot, komt onderweg ernaar toe de vraag van welke afstand aan de orde. We hebben gekozen voor Prinsenbeek als dichtstbijzijnde en op verzoek van Heine houden we het op 15 km. Zelf had ik het eens op de 20 willen proberen, maar ik pas mij aan. Theo heeft afgehaakt wegens een griepaanval en blijft liever onder de dekens. Het is slechts 20 minuten rijden om van huis naar Prinsenbeek te gaan en in de nabijheid van het schoolgebouw waar de start gaat plaatsvinden. We zijn vroeg genoeg en hebben alle tijd om na het inschrijven nog een babbeltje te maken met de vele bekenden alvorens we op pad mogen gaan. Maar uiteindelijk, om vijf voor negen, kunnen we de jassen tot de hals toe dichtritsen om het avontuur tegemoet te gaan. De weersverwachting liegt er niet om, het wordt binnen afzienbare tijd slecht. Momenteel is de lucht weliswaar zwaar bewolkt en ziet er dreigend uit, maar blaffende honden bijten niet, het is droog. De wind is vrij krachtig, maar we hopen erop dat de ons omringende bossen voldoende beschutting zullen geven. Als gewoonlijk zegt Heine niet veel en moet ik de conversatie op gang houden. Heine loopt dik ingepakt, alsof de strengste winter van de eeuw gaande is, naast mij voort. Volgens afspraak maak ik de foto's en houdt Heine de route in de gaten, wat inhoudt dat we achter anderen aan in de fout lopen. Enkele dames vóór ons lopen min of meer hun eigen route en de hele meute van wandelaars sukkelt daar gewoon achteraan. Met een groepje staan we te discussiëren en naar elkaar te wijzen, maar we komen eruit en met een klein omweggetje zijn we weer op de route. Ondanks het feit dat de regen van afgelopen nacht heel wat plassen heeft achtergelaten kunnen we de voeten nog aardig droog houden. Behalve Heine natuurlijk die als een blind paard in elk plasje stapt. Op een gegeven moment vraag ik hem om even op een sluitbalk plaats te nemen voor het maken van een foto voor thuis. En zonder om te zien gaat hij precies in een met water gevulde holte zitten. Met een krachtig kernwoord springt hij overeind als hij het koude water tot op zijn blote billen voelt doordringen. Maar onze alertheid om droge voeten te houden, weerhoudt ons er niet van om te genieten van de huizenpracht en het natuurschoon om ons heen. Zoals gehoopt, heeft de wind weinig vat op ons, hoewel het boven onze hoofden aardig kraakt. We horen de vogels met prachtige uithalen naar elkaar roepen in hun paringsdrift. Ook zij trekken zich van de wind of andere belemmeringen ook maar iets aan. Een kilometer of misschien een beetje meer vóór de rust komen we terecht in een modderpoel en moeten we glibberend en glijdend verder. Dit soort paden zijn niets voor mij. In vroeger jaren huppelde ik er zo overheen, maar na mijn gebroken rug ben ik voorzichtiger geworden en heb ik er meer moeite mee. Maar deze hindernis wordt overwonnen en weliswaar op van vermoeidheid komen we in ” 't Veehandelshuis” aan en plof ik neer op de eerste de beste plek die voorhanden is. En nu ben ik blij dat we maar vijftien kilometers hoeven, dus nog vijf te gaan. Ook al zie daar nu tegenop. Ik drink mijn thee en praat met de bekenden die ik hier tegenkom om na een twintigtal minuten weer overeind te komen voor het laatste traject. Na een ommetje door enkele straten lopen we na een spoorwegovergang weer het grote donkere bos in. En weer wordt het kliederen in de blubber. Af en toe kan ik mij nauwelijks staande houden en moet ik houvast zoeken aan boomstammen of struikgewas. Mijn rug protesteert en met een langzamer stap probeer ik deze klachten te sussen. Veel helpt het niet, dus zijg ik neer op de eerste de beste plek die er geschikt voor is, een boomstam of paaltje. Heine blijft trouw in mijn buurt en vraagt steeds of het nog gaat. Steevast antwoord ik hem dat het goed komt. En het komt ook goed, want precies vier uren na vertrek zijn we terug in 'de Griffioen', een school die zich voor dit wandelevenement beschikbaar heeft gesteld. Hiermee is mijn verslag ten einde en na op adem te zijn gekomen, waarbij de snert zeker heeft geholpen, zijn we blij en monter naar huis gegaan. Quirinus. |