Hier klikken om te bewerken.
Vandaag wil Heine naar Capelle aan de IJssel. Negen maandenlang heeft hij daar dag in dag uit geschoffeld en gewied en nu wil hij zijn werkterrein weer eens terugzien. En wie ben ik om dan 'nee' te zeggen. Helemaal fit ben ik nog niet, maar 15 km durf ik wel aan. Bovendien is het dicht bij huis en hoef ik geen lange autorit te maken. Ruim voor de starttijd zijn we aanwezig en is er volop tijd om met de vele vrienden en bekenden een praatje te maken. Tegen negenen springt Gijs op een stoel, heet ons welkom en verklaart de tocht voor geopend. Wij wachten tot de grootste drukte wat is geëbt en gaan dan ook aan de wandeling beginnen. Veel verrassingen verwacht ik niet. Het is immers al de achtste keer dat ik hier ben. Weliswaar voor het eerst op de 15 km, maar dat zal het verschil niet maken. Heine heeft opdracht van zijn moeder om vooral bij mij in de buurt te blijven en hij houdt zich daar strikt aan. Hij wijkt geen meter van mijn zijde. Het weer is grauw bewolkt en het lijkt of het zo zou kunnen gaan regenen. En inderdaad het duurt niet lang en het gaat miezeren. Een soort van dampige nevel die de boel er niet vrolijker op maakt. Het zijn met recht 'de donkere dagen voor Kerstmis' waar de volksmond het zo vaak over heeft. Als gewoonlijk en zoals we bij RWV gewend zijn, is het parkoers duidelijk met pijlen aangegeven en is ervan 'de mist ingaan' geen sprake. Duidelijker kan het haast niet. Heine heeft zijn mond vol over de tijd dat hij hier aan het werk is geweest en over het fileleed dat er toen bijna dagelijks ondervonden is. Ik heb mijn gedachten meer bij het verdelen van mijn krachten en hoop op een goed resultaat. Verleden week is het maar ternauwernood goed gegaan en dat zou nu beter moeten gaan. Af en toe worden we ingehaald door andere wandelaars en Heine heeft telkens de neiging om er dan een schepje bovenop te gooien. Af en toe staan we stil bij een hondenuitlaatster en beginnen een praatje, maar stuk voor stuk hebben de dames haast en breken het gesprek meteen weer af. Natuurlijk is het de hond die haar ertoe dwingt. Na verloop van anderhalf uur of daaromtrent komen we bij het restaurant 'Hit Eten en Drinken' dat als rustplek is aangemerkt. Hier komen we bij van de tot nog toe geleverde inspanning onder het genot van een glas thee met een koekje. Heine nipt van zijn colaatje en zit erbij of hij het zo wel goed vindt. Plichtsgetrouw staat hij desalniettemin op als ik aanstalten tot vertrek maak. Ik zal u de paadjes en splitsingen maar onthouden en mij houden bij de belevenissen op het parkoers dat niet alleen maar uit kale bomen bestaat. Op de Groenendijk namelijk krijgen we namelijk veel schoons te zien. Ter rechterzijde de prachtige bebouwingen en buitenverblijven van de betergestelden en ter linkerzijde de nog iets duurdere behuizingen van de mensen die beter geboerd hebben. Aan de overzijde van de rivier de plaats met een typisch Hollands karakter. Een hoog boven de huizen uittorende kerk, schepen aan de kade en de bedrijvigheid van scheepswerven en andere met scheepvaart gerelateerde bedrijven. Inmiddels schrijden we voort over het voor ons uitgezette parkoers en na nog enkele vlonders en rietkragen komen we bij de RWV-verzorgingspost. We worden voorzien van drinken en op een bankje gezeten zien we de één na de ander langskomen. Vanaf hier is het nog een kleine vier kilometer en ook daar wil ik goed beslagen ten ijs komen. Ik voel dat het gaat lukken. We gaan overeind en vervolgen de route, waarop het nu veel drukker is geworden doordat ook de andere afstandlopers erbij zijn gekomen. Het pannenkoekenrestaurant laten we aan ons voorbij gaan en hoewel ik af en toe even moet leunen, bereiken we lopend 'de Schenkel' en gaan we gezond en wel over de eindstreep. Quirinus. |