Eindelijk is er een SOP-tocht in de buurt en heb ik de kans om mijn vrienden van die club weer te zien. Meelopen is er voor mij niet bij, want de snelheid die zij lopen, is voor mij niet haalbaar. Tegenwoordig moet ik het met iets minder doen, want de jaren gaan tellen en zoals het spreekwoord zegt : “Ouderdom komt met gebreken”. Maar om deze dag nuttig te maken, heb ik er iets op verzonnen. Daar vertel ik in het volgende verslag over. Om mijn plan ten uitvoer te brengen, gaan we al vroeg van huis. Heine heeft speciaal voor vandaag een vrije dag opgenomen en zit naast mij. Het is nog maar amper half negen als we voor het muziekgebouw geparkeerd staan. De organisatie staat mij buiten reeds op te wachten. Arie, als medeorganisator, Truus en Els, als verzorgsters en Hennie, als hoofdpersoon in het gebeuren driftig heen en weer rennend. Heine vertel ik wat er staat te gebeuren en rond tien over negen, na uitgebreid door Hennie geïnformeerd te zijn over de te volgen route, ga ik aan de uitvoering van mijn plan beginnen. Natuurlijk, zou ik haast zeggen, gaat het fout en raak ik verdwaald. Een oudere inwoner van Numansdorp, eentje waarvan ik mag verwachten dat hij het weet, vraag ik om raad. De man in kwestie mompelt iets binnensmonds, waaruit ik opmaak dat ik op koers lig. Voor alle duidelijkheid maak ik met mijn hand nog een gebaar in de richting die ik van plan ben verder te gaan. Instemmend knikt de man naar mij. Na een poosje gewandeld te hebben, heb ik nog geen enkel besef van mijn positie en ben ik nog steeds op zoek naar de Burgemeester de Zeeuwstraat. Een vriendelijk ogende dame met een iets minder vriendelijk ogende hond aan de lijn weet mij te vertellen dat ik een eind uit de richting ben. De hond, niet gewend aan vreemdelingen, rukt de lijn bijna uit haar handen, terwijl zij mij uitlegt hoe verder te gaan. En net op het moment dat de hond mij tot op korte afstand is genaderd, heb ik voldoende uitleg en kan ik zonder onbeleefd te lijken mijn pad vervolgen. Uiteindelijk strekt de Hallinxweg zich in zijn volle lengte voor mij uit en ben ik uit de perikelen. Het weer ziet er veelbelovend uit met een strakblauwe hemel die zich van kim tot kim laat zien. Een bries uit het oosten brengt genoeg verkoeling om de temperatuur beheersbaar te houden. Een bijkomend voordeel is dat deze wind mij enigszins voortstuwt en dat lijkt mij ook wel nodig, want met dwalen en zoeken ben ik veel tijd verloren. Als het kan, wil ik toch minstens de grote groep voorblijven. Veel volk is er nog niet op de been, een enkele auto die de maximumsnelheid aan zijn laars lapt en enkele fietsende echtparen die geen oog voor zo'n oude zwerver als ik over hebben. En... niet te vergeten het snelverkeer dat onder mij doorraast als ik de snelweg A29 kruis. Boven op het viaduct blijf ik even stilstaan en prijs mij gelukkig dat ik nog lopen kan. Inmiddels is de zon aan het klimmen en wordt steeds feller. Ik met mijn tropenervaring weet ermee om te gaan en heb er geen last van. Voor mijn gevoel is het heerlijk weertje en hebben Hennie en Arie het getroffen met de datum voor hun tocht. Na de Molendijk, waar verdwalen uit de boze is, komt de Buitendijk en uiteindelijk nog de Nieuwendijk, die mij naar mijn voorlopige bestemming voert. Het jachthaventje van Hitsert komt in zicht, maar het duurt nog even eer ik er langs loop en aan het laatste traject tot aan het veer begin. De wind neemt met de minuut in kracht toe en met een voor mijn gevoel recordsnelheid steven ik op mijn voorlopige einddoel af. Terwijl ik zo loop en af en toe achterom kijk of ik al ingehaald word, malen mijn gedachten om het feit wat er verder staat te gebeuren. Ga ik mee het eiland op. Betaald is de overtocht al. Of ga ik terug en maak er een 20-km tocht van, Het laatste lokt mij het meest. Het eiland, hoe bijzonder ook, ken ik intussen wel. Beiden, eiland en terugweg lukt mij niet zonder problemen. Het is twintig vóór twaalf als ik bij Els en Truus aankom en op een stoeltje kan neerzijgen. Het flesje dat ik aangereikt krijg en opdrink, komt als stoom mijn oren weer uit. We babbelen samen tot ook de groep gearriveerd is. Heine glundert, want hij bevindt zich in aangenaam gezelschap, want tot mijn verbazing is mijn wandelmaatje uit de gloriejaren helemaal uit Enkhuizen naar hier gekomen. Jammer genoeg moeten we het bij een vluchtige groet en kus laten, want ik heb mijn besluit al genomen en ga niet met de pont mee. Eerst om kwart vóór een sta ik op en waag ik mij aan de terugweg. Het stuk Nieuwendijk trekt mij niet aan en ik sla dan ook bij het dorp, Nieuwendijk, linksaf. Hoewel ik hier heg noch steg ken, vind ik mijn weg door een uitgestrekt bos in de richting van nowhere. Ik heb geen idee waar het pad mij voert, maar na wat omzwervingen ligt er een weg voor mij waar ik rechtsaf ga. Zonder mankeren beland ik daarna op de Molendijk van de originele route. Trots als een pauw over het beleefde avontuur vervolg ik de route. Terwijl het alsmaar warmer wordt, loop ik stevig door. Maak af en toe een fotootje van iets opmerkelijks en doorkruis Zuid Beijerland, de woonplaats van Arie, één der parkoersbouwers. De heersende temperatuur houdt de mensen binnenshuis en dus heb ik het rijk alleen. Zo nu en dan zoek ik een plekje om te rusten. Ik probeer het wel, maar veel lust hebben de inwoners niet om een praatje te maken. Al met al schiet ik aardig op en kom ongemerkt steeds verder. Het is nog niet eens drie uur als ik Numansdorp van de andere kant dan vanochtend weer binnenloop en nog geen twintig minuten later ben ik terug bij het Muziekgebouw. Ik maak het mij comfortabel in de auto, want er is verder geen levende ziel te bekennen en wacht tot ook de anderen terug op honk zijn. Volgens de GPS heb ik ruim 22 km afgelegd. Als de hele groep bijéén is wordt er nog heel wat afgekletst eer iedereen naar huis is. En terugkijkend is het een dag om te zoenen geweest. Een hartelijk weerzien met mijn vrienden, een schitterend mooie dag en een eerste klas tocht door de Hoeksche Waard. Quirinus |