Met Theo kom ik overeen om het vandaag in Maassluis te zoeken. Er is daar uit verschillende afstanden te kiezen en omdat ik nog niet weet wat ik aankan vanwege mijn kortademigheid nemen we voor de zekerheid twee afstanden mee, de 20 km en de 15 km. Welke we nemen, zien we dan later wel. Na in het startgebouw aan de Albert Schweitzerdreef met diverse kennissen gesproken te hebben, gaan we om acht uur achter de snellopers aan de weg op. We volgen de pijlen op het wegdek en lopen tot aan de Nieuwe Rotterdamse Waterweg. Op dit punt staan we even stil en kijken links en rechts het brede water af naar eventuele scheepvaart. Momenteel is er niets te bekennen. We zien niet anders en zo ver het oog reikt dan zwanen dobberend langs de oevers. Een bekend verschijnsel overigens. Het kilometerslange fietspad ligt voor ons met als enig lichtpuntje een werkeloos booreiland aan de overzijde in het Calandkanaal. Duidelijk is op deze afstand het helikopterdek te herkennen. En bovenstrooms net voorbij Maassluis komt een binnenvaarttanker op weg naar de Maasvlakte aanstomen. De schipper weet wat hij doet en kiest het midden van de rivier om zoveel mogelijk te profiteren van het afgaande tij. Het duurt dan ook niet lang of hij is dwars van ons, terwijl wij nog een heel eind hebben te gaan. Af en toe komt een late starter ons voorbij lopen. Slechts een vlugge groet over en weer en weg is hij weer. In ons gematigde tempo duurt het een poosje eer we bij het douanehuisje in Maassluis zijn en van koers mogen veranderen. Natuurlijk herken ik de gebouwen en loodsboten in de haven nog vanuit mijn vaartijd, toen ik regelmatig hieraan voorbij voer. In wezen is er in de afgelopen kwart eeuw bijna niets veranderd. Behalve dat er in het afgelopen uur geen zeeschip op- of afgaand te zien is geweest. We hadden er wel op gehoopt, maar zien het niet als een ramp. We hebben heerlijk van het zonnetje genoten onder een haast wolkenloze hemel. Wel vraag ik mij af of Rotterdam zijn glorie als wereldhaven dreigt te verliezen, maar Theo wijst mij erop dat de meeste schepen zo ver de rivier niet meer opkomen, doch afmeren in één der havens op de Maasvlakte. Nog enigszins mijmerend over de Waterweg in het verleden, volg ik Theo door Maassluis, maar behalve de veerpont herken ik niet veel. Alles staat vol auto's en niet overal even netjes. Net als elders hebben ook hier de mensen moeite met inparkeren. Het duurt lang eer we bij de eerste rustplek komen, zodat ik af en toe even neer moet strijken op een bankje of op een zandzak die we toevallig passeren. Maar uiteindelijk na meer dan twee uren lopen we binnen bij VDL in de kantine en ik geniet van het bekertje thee dat Theo mij aanreikt. Na een twintigtal minuten, Theo is mij al voorgegaan, kom ik overeind en volgen we de pijlen. Ik ben bij mezelf al zover dat ik over wil gaan op de 15 km en daar waar de splitsing zich aankondigt, kiezen we daar ook voor. Theo heeft geen bezwaar, want nu komt hij nog mooi op tijd voor een partijtje biljarten later in de middag. We stiefelen over het kermisterrein en zigzaggen ons door het slenterende publiek. Gaan aan de rust bij Monsieur Paul voorbij en komen na zo nu en dan een break op een bankje op de kilometerslange Weverskade terecht. Vervelen is er niet bij. Links en rechts wordt er aandacht voor het oog gevraagd. Mooie huizen, zowel oud als nieuw. Sommige nog stammend uit de tijd dat hier nog volop geboerd en getuinierd werd. Ter linkerzijde het wuivende riet met af en toe een doorkijkje op het water met flitsen uit het vogelleven. Waterkippetjes her en der, driftig rondzwemmend op jacht naar muggen. En natuurlijk ook hier vele zwanen, rustig drijvend met de kop in de veren gestoken, zich niets aantrekkend van het hen omringende lawaai van wegverkeer en op korte afstand langslopende wandelaars. Wij zeggen niet veel, maar genieten van deze mooie omgeving. Hoewel het voor mij niet de eerste keer is, is er toch telkens weer iets nieuws waar het oog op valt. En dan eindelijk is er de helling en de daarop volgende Maasdijk. Komen veilig aan de overkant en na enkele minuten bij het startbureau. Het is nog geen twaalf uur en Theo is tevreden nu hij op tijd zal zijn voor het biljarten en ik ben blij dat ik mijn middagdutje niet hoef te missen. Na het afmelden en het stempelen van mijn boekje gaan we met een voldaan gevoel naar huis terug. Quirinus. |