De mens lijdt het meest Van de dingen die hij vreest Gekleed, alsof ik op poolexpeditie ga, loop ik, nog vóór de zon opkomt, in de vroege zondagmorgen naar Alida om daar onze wandeling aan te vangen. Het is Alida's voorstel om eens langs de Oude Maas, zonder vieze schoenen te krijgen, naar Heerjansdam te gaan. En daar te beslissen hoe we terug naar huis komen. Het is behoorlijk koud en aanvankelijk ben ik dan ook blij dat ik, op aandringen van mijn vrouw, de extra broek heb aangetrokken. Ook de handschoenen zijn een welkome aanvulling op mijn wandeloutfit. De nog stille straten van ons vroegere tuindersdorp doen wat rommelig aan. Ondanks het afgekondigde vuurwerkverbod is er heel wat geld de lucht ingegaan. De resten vinden we terug in goten en op de trottoirs. Wel de lusten, maar niet de lasten, is hier het motto. Ook het kerstreces heeft zijn sporen achtergelaten in de vorm van zwerfvuil en bladresten. Maar goed, we doen het er maar mee. Met een beetje goede wil en de blik op straat gericht is er een weg te vinden zonder in de problemen te geraken. Alida komt net de deur uit als ik de straat inloop en met een 'goedemorgen' van beide kanten gaan we gezamenlijk verder. We lopen in de richting van de Lindtsedijk, die na de perikelen van hoog water in de vijftiger jaren zodanig is verhoogd en verbreed dat we er als een berg tegenop kijken. Onder de dijk langs en elkaar wijzend op de vele lege blikjes gaan we naar de Kerkweg om daar over te steken naar de Dubbelweg om vervolgens bovenop de dijk verder te gaan. In eerste instantie denken we dat het weer mee zal vallen. De stevige noordoostenwind die de weerman al dagen op de kaart heeft staan, is niet meer dan een flauwe bries. Alida toont zich echt als een kind van haar vader. Ook zij heeft zich dik ingepakt en krijgt een blos op haar wangen van de warmte. Even verderop dalen we af naar de oever van de geweldige stroom. Schepen varen met veel gehakketak van de motor en het gebruis van de boeggolf aan ons voorbij. Volgeladen varen ze naar 'boven' of hoog op het water liggend naar Rotterdam om daar lading in te nemen voor het achterland. Daar waar het sintelpad ophoudt, betreden we het asfalt om verder te lopen naar Heerjansdam, enkele kilometers verder stroomafwaarts. Het gesprek gaat over de voornemens van de overheid om dit buitengebied te bestemmen voor het opwekken van stroom door middel van zonneschermen en windmolens om tot een CO²- vrije wereld te komen. In onze opinie zou het doodzonde zijn om dit gebied daaraan op te offeren. Laten ze elders maar naar mogelijkheden zoeken. Ondanks de handschoenen en ook door de handschoenen lukt het mij haast niet om foto's te maken. Mijn handen zijn blauw van de kou en ik heb dan ook moeite om mijn pakje drinken op een fatsoenlijke manier open te maken. Op een bankje gezeten, waarbij de handschoenen gebruikt worden als kussentje, komen we tot rust en bespreken we welke terugweg we zullen nemen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en naar Zwijndrecht kunnen we verschillende kanten uit. Het wordt uiteindelijk de Onderdijkserijweg waar we voor kiezen. Mocht er nog wind opsteken dan hebben we tenminste een heel eind beschutting van het dijklichaam. Het is goed te merken dat het nieuwe jaar nog maar pas begonnen is, want geregeld vinden we joggers en wandelaars op ons pad. En allemaal zijn ze vol goede voornemens om dit lang vol te houden. Puffend en zwetend, de buiken uitpuilend, strompelen ze langs. Wij doen het iets minder snel, want de winterkleding werpt zijn vruchten af. Alleen de handen doen het niet zo goed. Af en toe werpen we meewarige blikken op de schaapjes in de weide. Zij moeten zien te overleven in een beperkte ruimte, waarvan een groot deel is vertrapt door de schapenpootjes, waar voorlopig geen gras zal groeien. Eenmaal terug op de dijk nabij de Hoge Nesse, kruizen we de HSL en komen terug in de bewoonde wereld van ons dorp. Na wat heen en weer gescharrel komen we op de Moermond, het oude buurtje van Alida, terecht. We zoeken haar straat op en lopen er doorheen. Herkenning is er wel, maar van heimwee is geen sprake. Via de Buizerdstraat, in de Vogelbuurt, komen we bij het einde van de tocht. Op afstand nemen we afscheid van elkaar en alleen ga ik verder om even vóór twaalf uur, met ruim dertien kilometers op de GPS, hartelijk thuis te worden ontvangen. Quirinus. |