De paden op, de lanen in
Vooruit met flinke pas
Het is woensdagochtend, droog en volgens buienradar krijgen we vandaag de zon te zien. Niets weerhoudt ons ervan om te gaan wandelen. Heine hapt volmondig toe, want hij zit nog aan zijn ontbijt als ik hem vertel wat ik van plan ben. Ik wil de kans waarnemen om enkele afstanden op te meten en vast te leggen, zodat ik ze eventueel kan gebruiken bij het samenstellen van mijn nieuwe SOP-tocht in september. Tot nog toe ben ik vast voornemens om het voor elkaar te krijgen.
Dus om negen uur of daaromtrent verlaten we de woning, papier en pen bij de hand en de GPS ingesteld. Niets wijst erop dat we niet zullen komen waar we naartoe willen. Eerst lopen we naar het buurthuis, dat ik in gedachten heb om als startplaats te dienen en vervolgens zoeken we onze weg naar het punt waar vandaan we op de terugweg naar de startplek zullen gaan. Het lijkt wat ingewikkeld, maar het kan niet anders. De 25 kilometer die nodig zijn voor de tocht kan ik niet in één keer belopen en zullen als draadjes aan elkaar geknoopt worden. Zo heb ik het de vorige keer ook gedaan en dat is toen goed uitgepakt. De groep was destijds tevreden.
Heine wijst mij onderweg op het vele zwerfvuil dat we tegenkomen en scheldt op de chauffeurs, die volgens hem de schuldigen zijn. Evenwel steekt hij naar elke auto, die we tegenkomen zijn hand als groet op. Moet kunnen, zegt hij, want niet elkeen is een vervuiler. In de sloten is te zien hoeveel water er de laatste tijd naar beneden is gekomen. Hele stukken van het omringende land is overstroomt met regenwater. De waterhoentjes en andere vogels maken er dankbaar gebruik van. En ik zeg dat een klein beetje meer geen verschil zal maken als ik hier een plasje zou doen. De daad bij het woord voegend, ontdoe ik mij van wat overtollig vocht. Op hetzelfde moment voel ik het warm in mijn broek lopen. Niet een echt geschikt moment om hiermee geconfronteerd te worden. Wijdbeens ga ik tegen beter weten in naast Heine verder.
Het loopt niet gemakkelijk en zelfs Heine valt het op, dus hij vraagt of het wel goed met mij gaat. Ik stel hem gerust en zeg dat ik mij niet goed voel, doordat ik te warm gekleed ben. Intussen zijn we wel tot bij het veer naar Puttershoek genaderd en daar dichtbij is het grote ARA, van het van der Valkconcern. Daar ga ik binnen en breng op het toilet mijn toestand enigszins acceptabel en we nemen de gelegenheid ten baat voor een korte rustpauze en wat te drinken alvorens we verder gaan. Ik stel voor om terug naar huis te gaan
Omdat het weinig zin heeft om zo verder te gaan, wil het nog niet zeggen dat we meteen via de kortste weg naar huis moeten, dus stel ik voor om via de Hoge Nesse, een kleine omweg, terug te keren. De naam zegt Heine niets, maar hij stemt toe, dus in plaats van linksom gaan we naar rechts. Heine schrikt wel even als hij de modderboel ziet. Kortgeleden is er hier nog een wedstrijd met mountainbikers geweest, maar goed, het avontuur lokt hem, dus we volgen het spoor door de wildernis en komen zonder kleerscheuren op de Lindtsedijk naar buiten.
Meest wijdbeens lopend met Heine in mijn kielzog gaan we vervolgens via de gebruikelijke fietspaden zonder op of om te kijken op huis aan. Na negen kilometers op de meter zijn we nog voor de middagboterham weer in moeders schoot om haar te vertellen van onze avonturen.
Quirinus
Vooruit met flinke pas
Het is woensdagochtend, droog en volgens buienradar krijgen we vandaag de zon te zien. Niets weerhoudt ons ervan om te gaan wandelen. Heine hapt volmondig toe, want hij zit nog aan zijn ontbijt als ik hem vertel wat ik van plan ben. Ik wil de kans waarnemen om enkele afstanden op te meten en vast te leggen, zodat ik ze eventueel kan gebruiken bij het samenstellen van mijn nieuwe SOP-tocht in september. Tot nog toe ben ik vast voornemens om het voor elkaar te krijgen.
Dus om negen uur of daaromtrent verlaten we de woning, papier en pen bij de hand en de GPS ingesteld. Niets wijst erop dat we niet zullen komen waar we naartoe willen. Eerst lopen we naar het buurthuis, dat ik in gedachten heb om als startplaats te dienen en vervolgens zoeken we onze weg naar het punt waar vandaan we op de terugweg naar de startplek zullen gaan. Het lijkt wat ingewikkeld, maar het kan niet anders. De 25 kilometer die nodig zijn voor de tocht kan ik niet in één keer belopen en zullen als draadjes aan elkaar geknoopt worden. Zo heb ik het de vorige keer ook gedaan en dat is toen goed uitgepakt. De groep was destijds tevreden.
Heine wijst mij onderweg op het vele zwerfvuil dat we tegenkomen en scheldt op de chauffeurs, die volgens hem de schuldigen zijn. Evenwel steekt hij naar elke auto, die we tegenkomen zijn hand als groet op. Moet kunnen, zegt hij, want niet elkeen is een vervuiler. In de sloten is te zien hoeveel water er de laatste tijd naar beneden is gekomen. Hele stukken van het omringende land is overstroomt met regenwater. De waterhoentjes en andere vogels maken er dankbaar gebruik van. En ik zeg dat een klein beetje meer geen verschil zal maken als ik hier een plasje zou doen. De daad bij het woord voegend, ontdoe ik mij van wat overtollig vocht. Op hetzelfde moment voel ik het warm in mijn broek lopen. Niet een echt geschikt moment om hiermee geconfronteerd te worden. Wijdbeens ga ik tegen beter weten in naast Heine verder.
Het loopt niet gemakkelijk en zelfs Heine valt het op, dus hij vraagt of het wel goed met mij gaat. Ik stel hem gerust en zeg dat ik mij niet goed voel, doordat ik te warm gekleed ben. Intussen zijn we wel tot bij het veer naar Puttershoek genaderd en daar dichtbij is het grote ARA, van het van der Valkconcern. Daar ga ik binnen en breng op het toilet mijn toestand enigszins acceptabel en we nemen de gelegenheid ten baat voor een korte rustpauze en wat te drinken alvorens we verder gaan. Ik stel voor om terug naar huis te gaan
Omdat het weinig zin heeft om zo verder te gaan, wil het nog niet zeggen dat we meteen via de kortste weg naar huis moeten, dus stel ik voor om via de Hoge Nesse, een kleine omweg, terug te keren. De naam zegt Heine niets, maar hij stemt toe, dus in plaats van linksom gaan we naar rechts. Heine schrikt wel even als hij de modderboel ziet. Kortgeleden is er hier nog een wedstrijd met mountainbikers geweest, maar goed, het avontuur lokt hem, dus we volgen het spoor door de wildernis en komen zonder kleerscheuren op de Lindtsedijk naar buiten.
Meest wijdbeens lopend met Heine in mijn kielzog gaan we vervolgens via de gebruikelijke fietspaden zonder op of om te kijken op huis aan. Na negen kilometers op de meter zijn we nog voor de middagboterham weer in moeders schoot om haar te vertellen van onze avonturen.
Quirinus