Heine heeft een vrije dag en op mijn uitnodiging om een stukje te gaan wandelen, is hij meteen bereid om zijn schoenen aan te trekken om met mij op stap te gaan. Het is dinsdag en in tegenstelling tot verleden week ziet het weer er een stuk vriendelijker uit. De lucht is weliswaar grotendeels met wolken, maar deze zien er wat mij betreft onschuldig uit. En, ook niet onbelangrijk, het is nagenoeg windstil, een verademing in vergelijking met de laatste paar dagen. Om acht uur trek ik de voordeur achter mij dicht en loop in een rustig tempo, om op gang te komen, in goed twintig minuten naar Heine's huis. Heine staat al gepakt en gezakt klaar om met mij op avontuur te gaan. Via een paar slingerpaadjes om de drukte van verkeer en zich naar school haastende kinderen te ontwijken, komen we nabij de Pietermantunnel in rustiger vaarwater. Mensen zijn uit het straatbeeld verdwenen op een enkele uitzondering na. Even voorbij het eeuwenoude Pietermankerkje gaan we rechtsaf de Bachstraat in om vervolgens naar links over de Valeriussingel verder te gaan. Was het op de Burgemeester Jansenlaan al een bloemenpracht van jewelste, hier wordt het nog overtroffen, hetgeen Heine verleidt om te zeggen dat een tuin een hoop werk met zich meebrengt, maar dat je bij goed onderhoud veel voor terugkrijgt. Vooral de hortensia's doen het goed, hetgeen niet wil zeggen dat de andere bloemen minder mooi zijn. Ze zijn er te kust en te keur in alle soorten en maten. Na de heerlijke geuren in ons op genomen te hebben en genoten hebben van de diverse kleuren, komen we op het Develpad uit. Ook hier zijn de bloemen een lust voor het oog. We steken via de brug het riviertje over en worden aan de overzijde verrast door vrouwelijk schoon. Een jonge moeder, zittend op een bank en half in het groen verscholen, debatteert met een andere moeder over haar baby, terwijl zij zonder schroom het kind aan de tiet heeft. Langs de Devel lopend met uitzicht op de herenhuizen van de beter gesitueerden, zien we ook hier een zee van bloemen. Heine laat zich er lovend over uit en nogmaals herhaalt hij dat een tuin meer is dan extra werk. Bij de Munnikensteeg gaan we linksaf en belopen voor de zoveelste keer het al eerder beschreven pad. Ook hier voeren de bloemen de boventoon. Het is dan ook hoogzomer. Niet wat de temperatuur betreft, maar volgens de kalender. Uiteindelijk komen we na onze omzwervingen voor het hek van de Hoge Nesse te staan. Gaan we er door of laten we de handel links liggen. De keuze is gauw gemaakt, vooral als ik Heine een rust bij het ARA-hotel in het vooruitzicht stel. We nemen de 'korte' route en worstelen ons door het natte struikgewas. Doornen haken zich in mijn blote benen en laten bloedige striemen achter. Maar het blijft een avontuur, zo ook als plotsklaps een fazant vlak voor mijn ogen uit het struikgewas opstijgt. Enigszins geschrokken sta ik stil en Heine die mij op de hielen volgt, botst tegen mij op. Van de schrik bekomen verlaten we nabij de Lindtsedijk deze wildernis en stevenen op het welbekende hotel af voor een onderbreking van ons wandelavontuur. Het thuisfront wordt ingelicht over onze vorderingen en Heine nipt intussen aan zijn colaatje. Hij zit op zijn gemak en is niet bepaald onder de indruk van het grootse van dit restaurant. Na twintig minuten moet ik hem manen om op te schieten, want we moeten ook nog terug. We kiezen ervoor om de Veerweg terug te lopen, de dijk over te steken en vervolgens via de Scheepmakersstraat terug te keren naar de Geerweg. Heine swil niet dezelfde weg terugnemen, dus gaan we dit keer naar rechts over het pad langs de huizen om bij de Kerkweg naar links in de richting van de Devel te lopen. We hebben er goed de pas in en ik bereken dat ik nog vóór de middag thuis kan zijn. De andere kant van de Valeriussingel nemend, komen we halverwege voor een versperring te staan. Een hek sluit de weg af vanwege graafwerkzaamheden. Er zit niet anders op dan een brandgang in te schieten om via via weer terug te geraken op onze route. Maar het pakt anders uit, want het pechduiveltje gooit roet in het eten. We raken in de wirwar van straatjes en hofjes de kluts kwijt en komen ergens bij de Mozartlaan tot het besef dat we in een cirkel rond zijn gelopen. We pakken de draad weer op en steken over naar het plantsoentje waar in het najaar de peren voor het grijpen hangen. Wij zijn niet de enige recreanten die hier komen, want het zwerfvuil ligt hoog opgestapeld naast de prullenbak. Hoofdschuddend ziet Heine het aan en vraagt zich openlijk af waar dit voor nodig is. Wij vervolgen onze koers en komen voor de tweede maal onder de Pietermantunnel door, gaan naar rechts de Jeroen Boschlaan op en vervolgens op de Schoutweg over het wandelpad rond de begraafplaats om uiteindelijk bij de Burgemeester Jansenlaan uit te komen. Nu is het nog slechts een fractie om bij Heine voor de deur te geraken. Het is klokslag twaalf uur als ik hem daar aflever en de weg naar huis insla. De laatste 1800 meter loop ik alleen, moet nog even omlopen wegens een wegafzetting, maar vóór half een ben ik binnen om te vertellen van de prachtige dag die we beleefd hebben. Quirinus. |