Cli
Hardop heb ik het nog niet gezegd, maar in gedachten ben ik er wel mee bezig om een volgende SOP-tocht uit te zetten. Ik heb er nu zes op mijn naam staan, dus dit zou de zevende moeten worden. Vanwege mijn lichamelijke beperkingen zal het in etappes moeten gebeuren en omdat mijn vrouw liever niet heb dat ik er alleen op uitga, moet er iemand bij mij in de buurt zijn om alarm te slaan, mocht er iets gebeuren.
Mijn dagelijkse oefeningen zijn erop gericht dat ik fysiek in staat ben om mij minstens tien kilometer in een redelijk tempo voort te kunnen bewegen. En als wandelmaatje heb ik Heine om mij bij te staan.
Op 11 januari gaan we voor het eerst van start en zoeken naar enkele nieuwe paden, waarvan ik het vermoeden heb dat ze bestaan, maar nog nooit heb betreden. We stappen vanwege het wat gure weer stevig door en gelet op mijn lange afwezigheid op het wandelpad met een niet onverdienstelijk tempo. Heine zegt als gewoonlijk niet veel en alleen als er iets moois te zien is of we een beestje tegenkomen. Zodoende heb ik alle gelegenheid om de hondenbezitters uit te horen over hun buurtbekendheid. We struinen op deze wijze via enkele achterommetjes en sluiproutes en komen na 9 kilometer voldaan, maar moe op honk.
Aangemoedigd door het resultaat van de afgelopen zaterdag, gaan we de woensdag erop vol goede moed wederom op pad. Nu in de richting van Heerjansdam. Het is mistig en het neigt naar regen. Over een te lopen route heb ik nog niet nagedacht, eerst moet het lijf ontdaan worden van het lange stilzitten na de zoveelste inzakking van de rug. Heine heeft er kennelijk minder moeite mee en stapt stevig door, zodat ik hem af en toe moet matigen. Via de altijd mooie Devel komen we in het uitgestrekte natuurgebied, de Munnikendevel genaamd. Hier is het heerlijk toeven. Ook voor de vele vogels die we tegenkomen, die kennelijk spoedig voorjaar verwachten. De mannetjes tonen hun verenpracht en de vrouwtjes koketteren dat het een lieve lust is. We vermaken ons best, maar dan ineens begint het te regenen en is het met de lust in lopen gedaan. We lopen via de kortst mogelijke route naar de dichtstbijzijnde bushalte en nemen de bus na 8 gelopen kilometers terug naar huis. Toch heb ik voldoende informatie opgedaan om over een mogelijk route na te denken.
Dus de zaterdag erop staat Heine weer klaar en gaan we in het mistige weer een stuk van de toekomstige route lopen om te zien of het te doen is met eventueel nat weer of andere afwijkende omstandigheden. In tegenstelling tot andere dagen, zeurt Heine mij de kop gek over hoe het er dan wel uit gaat zien, want hij is voornemens om op 23 september mee te wandelen en eventueel als gids te dienen. Maar van mijn voornemen komt niets terecht, want het is zaterdag en de honden worden nu door de huisvaders uitgelaten, niet vrijwillig uiteraard, maar erop uitgestuurd door de vrouw, die in de meeste gevallen toch de scepter zwaait en zegt hoe het gaat gebeuren. Dus deze keer kom ik vele malen in gesprek met de mannelijke helft van onze samenleving en zij vertellen meer uitgebreid over de omgeving, zodat ik verschillende keren van mijn route afwijkt om tot de conclusie te komen dat de tocht veel te lang gaat worden. Er moet geknipt worden en daar begin ik meteen maar mee. Over voor ons geheel nieuwe paden gaan we richting thuis om te constateren dat bij terugkomst 12 kilometer is afgelegd. Niet gek voor een paar amateurtjes. En ik heb weer een boel om over na te denken.
Drie dagen later, op de woensdag, Heine is deze dag in het vervolg steeds vrij vanwege een regeling bij Drechtwerk voor 60-plussers. Ik denk erover om eens te kijken hoe het eraan de andere kant van de Oude Maas uitziet. Om de route niet te lang te maken, gaan we eerst met de bus naar het nabijgelegen dorp, Heerjansdam om vandaar via een omweg naar de Heinenoordtunnel te lopen.
En omdat ook uitgekeken moet worden naar een rustplek halverwege, doen we eerst 'de Kleine Duiker' even aan. Dit is een misrekening van mijn kant, want het is nu al te zien dat er teveel kilometers gemaakt gaan worden. Maar omdat ik Heine beloofd heb dat we naar de Heinenoordtunnel zullen gaan, kan ik hem niet teleurstellen. moet ik toch uitkijken naar iets anders. In onze buurgemeente weet ik minder goed de weg, met het gevolg dat we verkeerd uitkomen. Een stuk omlopen komt erbij. Ook het weer werkt niet echt mee. De mist is alom en het zicht daardoor beperkt. Meer dan 500 meter kijken we niet om ons heen. Ergens in de Zuidpolder had ik uitgebreid gesproken met een jong vrouwtje en haar uitgehoord over de te volgen route. Bereidwillig stond zij mij te woord en ratelde aan één stuk door over waar zij haar hond uitliet en in korte tijd stond mijn hoofd bol van de inlichtingen, waarvan ik de helft alweer ben vergeten. Op goed geluk stappen we verder en dan ineens duikt de tunnelingang uit de mist vóór ons op. Als bij toverslag klaart het gezicht van Heine op en glunderend belt hij zijn moeder over waar wij uithangen. Ik denk intussen over de nog te lopen kilometers naar Puttershoek, het eindpunt van ons plan. Er is nog heel wat te gaan. Natuurlijk heb ik van tevoren informatie ingewonnen over dit parkoers en van alle kanten is mij hulp aangeboden, maar ik wil het toch zoveel mogelijk zelf bekijken en belopen. Ervaring is de beste leermeester.
Nadat we de lange tunnelbuis doorlopen hebben en aan de andere kant kritisch bekeken zijn door enkele politieagenten, die daar kennelijke op iemand stonden te wachten, lag de Hoeksche Waard voor ons open. Aan deze kant van de rivier was het niet minder vochtig en de zin in modderpaden viel van mij af. Die moeten maar wachten op een andere verkenning met warmer weer en in korte broek. Dus wij kiezen voor de geijkte verharde fietspaden en dijken die ons naar Puttershoek zouden brengen. Op het pad door het Gorzenbos komen we nog wel wat fietsers tegen, meest jongeren op weg naar of van school, maar verder, vooral op de Buitengorzendijk, is het stil', doodstil. Zelfs vogelgeluiden zijn in de heersende mist verstomd. De akkers aan beide zijden van de dijk, weliswaar omgeploegd, liggen er verlaten bij. Het zal nog even duren eer hier aardappelen worden gepoot of maïs ingezaaid. En wij lopen maar door. Heine, intussen, begint de lust te verliezen en vraagt zich hardop en niet mis te verstaan af of er nog een einde aan deze weg gaat komen. Ik stel hem een overvaart met een veerpont in het vooruitzicht om hem moed in te spreken, maar nu
vraagt hij mij elke vijf minuten hoelang het nog duurt eer we bij het veer zijn. Bij het plaatsnaambord van Puttershoek, denkt hij dat hij er is, maar ik moet hem teleurstellen, want er is nog een hortje te gaan. Uiteindelijk komen we waar we wezen moeten, stappen op het bootje en krijgen van de schipper een kerstkransje aangeboden eer hij ons overvaart naar onze eigen kant van het brede water. De door mij ingelichte buurman komt ons ophalen en brengt ons veilig thuis. Wij hebben 15 kilometer afgelegd en veel herinneringen opgedaan.
Quirinus.
ck here to edit.
Hardop heb ik het nog niet gezegd, maar in gedachten ben ik er wel mee bezig om een volgende SOP-tocht uit te zetten. Ik heb er nu zes op mijn naam staan, dus dit zou de zevende moeten worden. Vanwege mijn lichamelijke beperkingen zal het in etappes moeten gebeuren en omdat mijn vrouw liever niet heb dat ik er alleen op uitga, moet er iemand bij mij in de buurt zijn om alarm te slaan, mocht er iets gebeuren.
Mijn dagelijkse oefeningen zijn erop gericht dat ik fysiek in staat ben om mij minstens tien kilometer in een redelijk tempo voort te kunnen bewegen. En als wandelmaatje heb ik Heine om mij bij te staan.
Op 11 januari gaan we voor het eerst van start en zoeken naar enkele nieuwe paden, waarvan ik het vermoeden heb dat ze bestaan, maar nog nooit heb betreden. We stappen vanwege het wat gure weer stevig door en gelet op mijn lange afwezigheid op het wandelpad met een niet onverdienstelijk tempo. Heine zegt als gewoonlijk niet veel en alleen als er iets moois te zien is of we een beestje tegenkomen. Zodoende heb ik alle gelegenheid om de hondenbezitters uit te horen over hun buurtbekendheid. We struinen op deze wijze via enkele achterommetjes en sluiproutes en komen na 9 kilometer voldaan, maar moe op honk.
Aangemoedigd door het resultaat van de afgelopen zaterdag, gaan we de woensdag erop vol goede moed wederom op pad. Nu in de richting van Heerjansdam. Het is mistig en het neigt naar regen. Over een te lopen route heb ik nog niet nagedacht, eerst moet het lijf ontdaan worden van het lange stilzitten na de zoveelste inzakking van de rug. Heine heeft er kennelijk minder moeite mee en stapt stevig door, zodat ik hem af en toe moet matigen. Via de altijd mooie Devel komen we in het uitgestrekte natuurgebied, de Munnikendevel genaamd. Hier is het heerlijk toeven. Ook voor de vele vogels die we tegenkomen, die kennelijk spoedig voorjaar verwachten. De mannetjes tonen hun verenpracht en de vrouwtjes koketteren dat het een lieve lust is. We vermaken ons best, maar dan ineens begint het te regenen en is het met de lust in lopen gedaan. We lopen via de kortst mogelijke route naar de dichtstbijzijnde bushalte en nemen de bus na 8 gelopen kilometers terug naar huis. Toch heb ik voldoende informatie opgedaan om over een mogelijk route na te denken.
Dus de zaterdag erop staat Heine weer klaar en gaan we in het mistige weer een stuk van de toekomstige route lopen om te zien of het te doen is met eventueel nat weer of andere afwijkende omstandigheden. In tegenstelling tot andere dagen, zeurt Heine mij de kop gek over hoe het er dan wel uit gaat zien, want hij is voornemens om op 23 september mee te wandelen en eventueel als gids te dienen. Maar van mijn voornemen komt niets terecht, want het is zaterdag en de honden worden nu door de huisvaders uitgelaten, niet vrijwillig uiteraard, maar erop uitgestuurd door de vrouw, die in de meeste gevallen toch de scepter zwaait en zegt hoe het gaat gebeuren. Dus deze keer kom ik vele malen in gesprek met de mannelijke helft van onze samenleving en zij vertellen meer uitgebreid over de omgeving, zodat ik verschillende keren van mijn route afwijkt om tot de conclusie te komen dat de tocht veel te lang gaat worden. Er moet geknipt worden en daar begin ik meteen maar mee. Over voor ons geheel nieuwe paden gaan we richting thuis om te constateren dat bij terugkomst 12 kilometer is afgelegd. Niet gek voor een paar amateurtjes. En ik heb weer een boel om over na te denken.
Drie dagen later, op de woensdag, Heine is deze dag in het vervolg steeds vrij vanwege een regeling bij Drechtwerk voor 60-plussers. Ik denk erover om eens te kijken hoe het eraan de andere kant van de Oude Maas uitziet. Om de route niet te lang te maken, gaan we eerst met de bus naar het nabijgelegen dorp, Heerjansdam om vandaar via een omweg naar de Heinenoordtunnel te lopen.
En omdat ook uitgekeken moet worden naar een rustplek halverwege, doen we eerst 'de Kleine Duiker' even aan. Dit is een misrekening van mijn kant, want het is nu al te zien dat er teveel kilometers gemaakt gaan worden. Maar omdat ik Heine beloofd heb dat we naar de Heinenoordtunnel zullen gaan, kan ik hem niet teleurstellen. moet ik toch uitkijken naar iets anders. In onze buurgemeente weet ik minder goed de weg, met het gevolg dat we verkeerd uitkomen. Een stuk omlopen komt erbij. Ook het weer werkt niet echt mee. De mist is alom en het zicht daardoor beperkt. Meer dan 500 meter kijken we niet om ons heen. Ergens in de Zuidpolder had ik uitgebreid gesproken met een jong vrouwtje en haar uitgehoord over de te volgen route. Bereidwillig stond zij mij te woord en ratelde aan één stuk door over waar zij haar hond uitliet en in korte tijd stond mijn hoofd bol van de inlichtingen, waarvan ik de helft alweer ben vergeten. Op goed geluk stappen we verder en dan ineens duikt de tunnelingang uit de mist vóór ons op. Als bij toverslag klaart het gezicht van Heine op en glunderend belt hij zijn moeder over waar wij uithangen. Ik denk intussen over de nog te lopen kilometers naar Puttershoek, het eindpunt van ons plan. Er is nog heel wat te gaan. Natuurlijk heb ik van tevoren informatie ingewonnen over dit parkoers en van alle kanten is mij hulp aangeboden, maar ik wil het toch zoveel mogelijk zelf bekijken en belopen. Ervaring is de beste leermeester.
Nadat we de lange tunnelbuis doorlopen hebben en aan de andere kant kritisch bekeken zijn door enkele politieagenten, die daar kennelijke op iemand stonden te wachten, lag de Hoeksche Waard voor ons open. Aan deze kant van de rivier was het niet minder vochtig en de zin in modderpaden viel van mij af. Die moeten maar wachten op een andere verkenning met warmer weer en in korte broek. Dus wij kiezen voor de geijkte verharde fietspaden en dijken die ons naar Puttershoek zouden brengen. Op het pad door het Gorzenbos komen we nog wel wat fietsers tegen, meest jongeren op weg naar of van school, maar verder, vooral op de Buitengorzendijk, is het stil', doodstil. Zelfs vogelgeluiden zijn in de heersende mist verstomd. De akkers aan beide zijden van de dijk, weliswaar omgeploegd, liggen er verlaten bij. Het zal nog even duren eer hier aardappelen worden gepoot of maïs ingezaaid. En wij lopen maar door. Heine, intussen, begint de lust te verliezen en vraagt zich hardop en niet mis te verstaan af of er nog een einde aan deze weg gaat komen. Ik stel hem een overvaart met een veerpont in het vooruitzicht om hem moed in te spreken, maar nu
vraagt hij mij elke vijf minuten hoelang het nog duurt eer we bij het veer zijn. Bij het plaatsnaambord van Puttershoek, denkt hij dat hij er is, maar ik moet hem teleurstellen, want er is nog een hortje te gaan. Uiteindelijk komen we waar we wezen moeten, stappen op het bootje en krijgen van de schipper een kerstkransje aangeboden eer hij ons overvaart naar onze eigen kant van het brede water. De door mij ingelichte buurman komt ons ophalen en brengt ons veilig thuis. Wij hebben 15 kilometer afgelegd en veel herinneringen opgedaan.
Quirinus.
ck here to edit.