Het kiezen wordt ons moeilijk gemaakt met zo'n lange lijst met tochten, maar uiteindelijk geeft de starttijd van acht uur de doorslag en gaan we op zaterdagochtend naar Roosendaal op een halfuurtje rijden van huis. Door een verbouwing is het 'Thorhonk' een beetje moeilijk bereikbaar, maar door de sporen door de klei te volgen, komen we waar we moeten zijn. We kiezen voor de middellange afstand van 21 km, omdat er later in de middag nog een receptie op het programma staat. Het is moeilijk om weg te komen, want vele malen word ik staande gehouden met vragen over mijn gezondheidstoestand, maar uiteindelijk stappen we om acht uur de deur uit en voelen meteen de ochtendfrisheid aan onze lijven. Maar dat zal met een beetje doorstappen wel goedkomen. Eerst moeten we de narigheid van de verbouwing met kleibulten en plassen achter ons zien te laten. Balancerend op de ongelijkheid van het terrein en voorzichtig stappend om de schoenen nog enigszins schoon te houden, komen we op de Elderseweg, een onverhard pad vol sintels en plassen. Op de iets verder gelegen landerijen en velden heerst nog de mist, maar de zon is hard bezig deze op te lossen. Koeien steken de koppen uit de nevel en kijken met lodderige blik naar de groep wandelaars. Wij lopen met een gematigd tempo, terwijl de andere wandelaars ons links en rechts passeren. Zij hebben mogelijk meer haast, doch bij elke passage is er op zijn minst een 'goedemorgen' over en weer. Soms is er net een ietsje meer dan dat en wordt ook het weer in de conversatie opgenomen. Al gauw bereiken we het grondgebied van onze zuiderburen en veranderen de huizen en andere bouwsels van structuur en aanzicht. Ook de paden veranderen als bij toverslag in ware modderpoelen. Een beetje een achtergebleven gebied, deze grensstreek. Maar deze omslag valt in het niet bij de de verandering die bij Heine valt waar te nemen. Hij straalt en roept volmondig uit:”Dat ik dit mee mag maken, een buitenlandse tocht”, en hij glundert over zijn hele gezicht. De eerste rust, dewelke bij 'De Arabieren' een café in Essen zou worden gehouden, is om een mij onduidelijke reden verplaatst naar een achteraf locatie in een voetbalkantine. Desalniettemin genieten we een kwartiertje van onze consumpties op een degelijke stoel en kunnen we even bekomen van de geleverde inspanningen. Zoals ik al vertelde, meer dan een kwartier gunnen we ons niet, want we zijn pas op een derde van de af te leggen afstand. Het tweede traject begint met een soort van stadswandeling. Hier is het oppassen voor de fietsers die min of meer ook van het trottoir gebruik maken. Verscheidene keren schrik ik op als zo'n ijzren monster langs mij heen flitst. Bij het kapelletje houden we even stil. Heine is helemaal in extase en wil persé op de foto en naar binnen. Tot nog toe gaat het goed met de bewegwijzering, hoewel ik moeite heb met de kleurtjes en de steeds veranderende nummering, maar met steeds medewandelaars voor ons, wijzen zij ons de weg. Maar dan ineens gaat het fout. Er is twijfel over de te volgen route. Ik kies voor het pad met het lint, maar enkele dames weten mij te overtuigen dat we eerst nog een stuk rechtdoor moeten. Zij waren hier eerder en toen was het ook zo. Het gevolg is dat we na een paar honderd meter terug gaan en toch 'mijn pad' als het juiste ingaan. Al met al heeft het heel wat voeten in de aarde eer we bij de volgende rust, de Gerdahoeve, zijn. Van mijn planning zal niet veel terecht komen. Afijn, de middag is nog lang en als het verder goed verloopt, blijft er nog tijd over voor het 'middagtukje' alvorens het tijd is voor de receptie. Als ook Heine zijn colaatje op heeft, stappen we op en beginnen we aan de derde en laatste etappe. Ver voor ons uit lopen de twee dames waar we het omlopen aan te danken hebben gehad en verder is het stil om ons heen. Geen kip te zien. Hoe het komt, weet ik niet, maar het wordt weer knoeien. Zo erg zelfs dat Heine al over verdwalen begint te spreken. Uiteindelijk komen we ergens op een straatweg uit, waar auto's links en rechts langs ons heen denderen. Toch kies ik ervoor om deze weg te volgen. Zo dicht mogelijk langs de berm lopend, ijlen we voort tot we verrast worden door een rood papiertje en we gered zijn, want hier zijn we weer op de route. Vervolgens houd ik de vinger op het papier en volg strikt de aanwijzingen. Nu mag het niet meer fout gaan. En dat gaat het ook niet, want om één uur stappen we uit de blubber bij het Thorhonk op het terras en hebben we de tocht volbracht. Quirinus. |