Na een rit met weinig fileleed, maar wel met doorkruising van half Hilversum, komen we na anderhalf uur aan op de plaats van bestemming. Heine heeft al verscheidene keren zorgelijk op zijn horloge zitten turen, maar we zijn keurig op tijd voor de 'Bloeiende Heidetocht' van Wim Veerman. Na inschrijving is er nog even tijd om de zaal rond te kijken en met enkelen een praatje te maken. Het is al ver na tien uur, bijna tien over zelfs, als Wim het sein van vertrek geeft en de groep zich min of meer formeert tot een ongeregelde bende. Het aantal deelnemers is beperkt tot een povere, doch acceptabele 67 personen. Het weer is goed, hoewel de verwachting er niet om liegt, er is noodweer op komst. Vooralsnog is het afwisselend bewolkt en komt de zon er regelmatig doorheen gluren. De wind, uit oostelijke richting, is net iets meer dan matig. Eerst was ik niet van plan om te gaan lopen, maar Heine had nog een vrije dag tegoed en wil er graag met zijn vader op uit. De voorgeschreven antibiotica na de val van verleden week zit nog in mijn lijf en is nog volop bezig mijn doen en laten te beïnvloeden en bij elke stap voel ik de vermoeidheid toenemen. Vanaf de startlocatie, een zwembad, is het slechts enkele passen tot de grilligheid van het bos met paadjes vol van boven de grond uitstekende boomwortels en door bladeren bedekte stronkjes. Genoeg om over te struikelen en de nek te breken en na het ongeval heb ik genoeg waarschuwingen om de oren gekregen en de aanmaningen om toch vooral voorzichtig te zijn, waren legio. Omdat een gewaarschuwd mens voor twee telt, pas ik dus dubbel op. Toch wordt er stevig doorgestapt, volgens mijn GPS af en toe zelfs meer dan 6 km/uur. Maar ondanks dat houd ik het met mijn strammer wordende benen goed bij. Na een kleine zeven kilometer wordt er pauze gehouden. Op een boomstam zittend drinken we de zelf meegebrachte en door Wim aan het begin uitgedeelde pakjes leeg of sabbelen we aan de reep. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar een zomerse waarde en omdat de lucht erg vochtig is, is het broeierig warm en menig zweetdruppeltje wordt van de hoofden gewist. Wim heeft het voor het zeggen en neemt het met de afgesproken tijd niet zo nauw, zodat de pauze uitloopt tot een twintigtal minuten. Meteen wordt er flink de pas ingezet, zodat de prachtig bloeiende heide in sneltreinvaart aan ons voorbij gaat. Ik wil graag wat foto's als aandenken voor thuis meenemen en raak enigszins achterop en zie geen kans om de groep op eigen kracht in te halen. Gelukkig is het Wim Freriks die mij bijstaat en gezamenlijk gaan we er achteraan. Een paar dames die de hei aan het bewonderen zijn, zien ons voorbij stuiven, hoewel één hunner kuiten beslist de moeite waard zijn om er achter te blijven. In onze haast vertelt Wim hen nog wat onze bedoeling is en daar schijnen zij vrede mee te hebben, want zij roepen ons een 'vrolijk succes' achterna. Net vóór we bij de 'grote rust' arriveren sluiten we ons weer aan en is het leed geleden. We zoeken een plekje op het terras om onder het genot van een consumptie tot rust te komen. Enkele wespen hebben het op het broodje van Heine gemunt en daar hij daar niet opgesteld is, verdwijnt hij met zijn spulletjes naar binnen en zet daar zijn lunch voort. Wim geeft ons de indruk dat er tijd zat is en geeft niet eerder dan na drie kwartier het sein om op te staan en de tocht voort te zetten. Niemand heeft er moeite mee en opgewekt volgen we hem op de terugweg over de nog steeds mooie heide. Het is moeilijk om afscheid van dit gebied te moeten nemen, maar helaas toch zal het moeten. Hilversum met zijn hoge gebouwen doemt voor ons op en weldra lopen we door de straten van dit uit zijn kluiten gegroeide dorp. Ik heb deze streek nog gekend in de tijd dat er hier nog koeien liepen en wij op zondagen tijdens fietstochtjes vanuit Amsterdam blij waren dat we weer mensen zagen. En dan...na wat gemijmer over vroeger staan we ineens voor een hemelshoge trap van het station Hilversum. Ik heb moeite om boven te komen en raak dan ook weer wat achter, maar weer is het Wim die mij de weg wijst en mij door de tunnel, die de rails overspant, leidt. Aan de andere kant ga ik toch liever met de lift naar beneden. Ik ben tot nu toe vrij van accidenten en dat wil ik graag zo houden. Bij de uitgang van het station, tegenover het Media Park, deelt onze leidsman ijsjes uit en nemen de wandelaars plaats op het muurtje dat de spoordijk van het plein scheidt. Het is goed te zien dat de mensen het warm hebben, zweet parelt bij velen van het gelaat en menig zakdoek wordt tevoorschijn gehaald. Na een kwartiertje is het gedaan met de rust en moeten we er weer tegenaan. Liever was ik op de trein gestapt, maar de moed om op te geven ontbreekt mij, dus hobbel ik maar mee. Mijn tempo zakt met mijn moed in mijn schoenen, dus als ik de groep voor mij voor de laatste paar kilometers in het bos zie verdwijnen, zakt hij zo mogelijk nog dieper. Ik vraag Wim of er geen kortere route is, maar Wim schudt zijn hoofd en weet wel een makkelijker, maar geen kortere. En omdat ik verschrikkelijk opzie tegen het voorzichtig zijn en elke stap moet opletten om niet te vallen, kies ik voor de makkelijke route. In plaats van rechtdoor de weg over te steken, slaan wij rechtsaf en volgen het fietspad in de gewenste richting. Er schijnt geen eind aan het rechte stuk asfalt te komen en geregeld moet ik even tegen een boom leunen, maar we komen met elke stap dichterbij. Wim spreekt mij moed in, want die was mij in de schoenen gezakt, en daarmee komen we uiteindelijk terug bij het zwembad en is ook voor mij de tocht voorbij. Quirinus. |