Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus zoek ik voor vandaag een tochtje uit om te wandelen. Heine wil wel mee, maar wil vroeg in de middag terug zijn voor een buurtbarbecue, zodat eigenlijk alleen Breda in aanmerking komt. Na een periode van ruim vier maanden met pech en tegenslagen ben ik nog niet in de gelegenheid geweest om in het strijdperk te treden. De twee dagen in Apeldoorn en de verkenningstochten voor mijn SOP-tocht even buiten beschouwing gelaten. Ook de verkenningstochten hebben een aanslag op mijn conditie gepleegd, vandaar dat ik nu met gekneusde ribben rondloop. Desalniettemin blijf ik lachen. Maar goed, we zijn ruim op tijd ter plaatse en het valt ons meteen al op dat het niet druk is. We kunnen voor de deur de auto kwijt, terwijl in andere jaren nog naar plekjes gezocht moest worden. Ook binnen waren de hoofden te tellen, maar de meeste komen mij bekend voor. Na een praatje met deez' en gene trekken we de stoute schoenen aan en gaan naar buiten. Heine houdt een oog op de pijlen en ik kijk rond voor fotogenieke voorwerpen. Het weer is vooralsnog goed met een redelijke kans op een regenbui en daar tussendoor wat zonneschijn. Ook is er wat gespetter, zoals de weerman de motregen tegenwoordig noemt. We volgen de pijlen door de straten van Breda, waar Heine zich vergaapt op de mooie behuizingen van de meer welgestelden, die zich hier gevestigd hebben. Even verderop verlaten we de verharde weg en krijgen ervoor in de plaats een bosachtig parkoers dat zich tussen de bomen door slingert. En omdat wij ons in de staart van het wandellegioen bevinden, hebben we weinig last van de overige wandelfanaten, maar moet Heine goed oppassen dat we op koers blijven. Vol trots kondigt hij elke pijl luid aan. Af en toe moet ik hem wel in zijn snelheid matigen. Daar hij zich tot organisator van de barbecue heeft uitgeroepen, is hij bang dat hij niet op tijd terug zal zijn. Mijn tempo is tot op een laag pitje afgezwakt. Maar als we eenmaal in de wildernis en grassteppes zijn beland, laat ik hem op het smalle spoor achter mij lopen en moet hij zich wel aan mij aanpassen. Zo nu en dan blijf ik staan om te rusten, want het is zwaar lopen door het natte gras, maar ik laat Heine in de waan dat ik stop om een foto te schieten. Aan alles komt een eind, zo ook aan dit stuk van de route en komen we weer op een verharde ondergrond terecht. Een ergernis in vroeger tijden, maar nu een weldaad voor mijn gehavende rug. En bij de 'rust' aangekomen, val ik op een stoel neer om op adem te komen. Heine zorgt voor de thee en ik ga in gesprek met enkele dames die ik ken uit de SOP-tijd. Nadat ik voldoende tot rust ben gekomen en Heine zijn plasje heeft gedaan, kom ik overeind en vervolgen we onze tocht. We zijn halverwege en vanaf hier wordt de nog te lopen afstand steeds korter. Heine probeert mij weer op te jutten en vraagt om de paar minuten hoe ver we nog moeten. En of ik nu zeg dat hij moet genieten van de omgeving, het helpt allemaal niks. Verlangde ik op de eerste helft nog naar wat vastigheid onder de voeten, nu verlang ik naar het bos, want hier vliegen de auto's je voorbij alsof ze zijn afgeschoten en van remmen nooit hebben gehoord. Menigmaal moeten we dan ook de berm opzoeken om ons in veiligheid te stellen. UIteindelijk is daar het verlossende bos en zijn we even van de ellende verlost, maar hier vergeet Heine zijn taak om op de pijlen te letten en raken we de weg kwijt. Hoewel elke boom uniek is, lijken ze toch verdomd veel op elkaar, zodat we van de bomen het bos niet meer zien. Goede raad is duur en niet voor handen, maar ook als de nood het hoogst is, is de redding nabij en dat laatste in de vorm van een pijl. Ongemerkt zijn we met een omweggetje weer op koers geraakt. Angstvallig houden we de pijlen nu in het oog en zo vervolgen we onze weg naar de finish, waar we net na het middaguur aankomen. Mijn GPS geeft een gelopen afstand van ruim 12 km, dus veel hebben we niet omgelopen. En het belangrijkste voor Heine is dat hij op tijd is voor zijn barbecue. Quirinus |