Het is op de zaterdagmorgen onverwacht goed weer. Regenbuien en harde wind hebben plaats gemaakt voor een rustiger weerbeeld en het is droog. Met Heine is afgesproken dat we niet ver van huis zullen gaan. Er is hier in de buurt op wandelgebied genoeg te beleven en daar moeten we gebruik van maken. Ondanks dat ik gisteren een flink stuk getippeld heb, heb ik er best zin in. Het is trouwens al mijn vierde wandeldag deze week en elke keer heb ik in gedachten dat het mogelijk te gebruiken is voor mijn eerstvolgende SOP-tocht. Heine is keurig op tijd bij ons en om kwart vóór negen gaan we nagezwaaid de deur uit. De route die ik in gedachten heb, zal ons naar Heerjansdam voeren. Verder heb ik nog niet nagedacht. Dat komt straks wel en is van meerdere factoren afhankelijk. We lopen door de nog stille straten van het zaterdagse Zwijndrecht, waar de meeste mensen nog bij liggen te komen van een zware werkweek. In veel woningen zijn de gordijnen nog gesloten om nieuwsgierige blikken buiten de deur te houden. In tegenstelling tot andere keren is Heine erg spraakzaam. Hij vertelt over zijn werk bij Drechtwerk en vraagt honderduit over zijn aanstaande vakantie in juni. Hij heeft een cruise geboekt en hij noemt achter elkaar de havens die aangedaan zullen worden. Hij gaat ervan uit dat ik alles weet, maar of dat zo is, moet nog blijken. We kennen allemaal het bekende spreekwoord dat één ….... meer kan vragen dan honderd geleerden kunnen beantwoorden. Ook vandaag tijdens het doorlopen van het Arboretum vraagt hij zich af wie dit complex in onderhoud heeft. Alles ziet er zo keurig netjes uit. Voor de zoveelste maal vertel ik hem dat het vrijwilligers zijn die het hier onderhouden. En steevast eindigt dit gesprek met de opmerking van hem dat die mensen gek zijn om voor niks te werken. Als we de manege naderen, rekent hij er zo'n beetje op dat we binnen zullen gaan om te rusten en wat te gebruiken. Hij vindt het zo gezellig daar met al die paardenspulletjes. Ik zeg hem dat het nog te vroeg is om te rusten en dat daar later nog genoeg gelegenheid voor is. Als het kan, wil ik vóór de middag thuis zijn in verband met de te verwachten buien. Dus we lopen door en betreden even later het unieke natuurgebied, de Munnikendevel, waar een langharige jachthond, te vies om aan te pakken, ons kwispelend tegemoet komt. Het beest heeft kennelijk in de sloot gelegen en heeft zich daarna in de modder gewenteld. Ik ga uit voorzorg al een stapje opzij, maar 'het baasje' maant de hond tot gehoorzaamheid en het stel gaat ons voorbij. Minder moeite heb ik met de twee dames met nordic walkingstokken op de Lindenweg. Bijna elke keer kom ik hen tegen op weg naar hun wandeldoel. Vrolijk wensen we elkaar 'goedemorgen' en een 'tot ziens'. Net als andere keren vraagt Heine waarvan ik deze dames ken. Zo gaat er het eerste uur voorbij en wordt het tijd om even naar huis te bellen. De zon heeft zich intussen ook een plaatsje aan de hemel veroverd en zendt haar warme stralen op ons neer. Wij kijken naar de boerderijen en bespreken de bezigheden van de boeren op een dag als vandaag. Als ik Heine vertel dat de meeste werkzaamheden van de boer zich achter zijn computer afspelen, slikt hij dat als zoete koek. In Heerjansdam aangekomen gaan we over de Develsluis, zwaaien naar de chauffeur van de buurtbus, die erop rekent dat wij later op de ochtend bij hem instappen voor een rit naar huis. Maar ik heb andere plannen. Door het mooie weer aangemoedigd, sla ik bij de Develweg rechtsaf en ga de polder in. Heerlijk om hier te wandelen. Geen mens tot ver in de omtrek te zien. Zo van boven af bekeken is de Devel maar een ielig stroompje, waar de zwanen en andere watervogels met enkele zwemslagen heen en weer zwemmen. De akkers rondom zijn in keurig rechte voren omgeploegd en liggen te wachten om ingezaaid te worden. Af en toe stop ik even om een gemeten afstand op een briefje te schrijven en bij een zo'n gelegenheid vraagt een toevallige passant of het wel goed met mij gaat, want hij heeft niet ver weg zijn auto staan en kan ons thuis afzetten. Ik stel hem gerust en dank hem hartelijk voor zijn behulpzaamheid. De Kijfhoek met haar kerkje, gekenmerkt als monument, schittert als een parel in het zonlicht. Heine fleurt op bij het zien van dit middeleeuws pronkstuk. Honderden vragen vuurt hij op mij af en steevast vraagt hij of het te bezoeken is. Je kunt aan mijn maatje zien dat hij moe begint te worden. Als gebruikelijk is hij te warm gekleed en dat vreet energie. Ik beloof hem om even bij de manege langs te gaan om daar tot rust te komen. Daar is hij wel voor te porren, dus als we op het kleine kerkhofje gekeken hebben of onze naam ergens in een steen gebeiteld is, gaan we opnieuw de Munnikendevel in om via de kortste route naar de 'Hooge Devel' te lopen. Met begroetingen over en weer treden we er binnen en ik zak neer in de zachte kussens van een afgedankt bankstel dat hier dienst doet als zitplaats. Een jong poesje heeft zich in het hoekje van de bank genesteld en slaat één oog op om te zien dat ik 'goede volk' ben. Heine zorgt voor drinken en het eerste halfuur hoeven we ons geen zorgen te maken. Zogezegd, een halfuur later gaan we overeind, bedanken onze gastvrouwen, en lopen via de kortste route naar huis. Onze route voert ons door het Molenvlietpark aan de kant van Oudelands Ambacht. De zon heeft ons intussen gedag gezegd en donkere wolken trekken zich samen. Het mooie weer hebben we gehad en daar hebben wij optimaal gebruik van gemaakt. En met een weektotaal van 37 kilometer mag ik best tevreden zijn. Om vijf over twaalf stappen we binnen en mogen we genieten van de huiselijke sfeer en de goede verzorging. Mijn boterhammetjes staan reeds gesmeerd. Quirinus. |