Dag : 1 Natuurlijk was het te verwachten dat het zou worden afgelast vanwege het weer. De hele dag was er de dreiging van wat komen ging. De organisatie hield het lang spannend, maar uiteindelijk spraken zij zich uit. De buienradar sprak dan ook boekdelen. Hoewel ik een gaatje zag, mochten zij het risico niet nemen en ermee doorgaan. Bij mij stond van begin af aan al vast dat ik hoe dan ook zou gaan lopen. Vroeg of laat zal het toch beter worden. Ook Alida was ervoor te porren. Trouwens het inschrijven ging in ieder geval door. Na een haastig avondmaal reden we naar de startlocatie in de zaal van het zwembad, De Hoge Devel, aan de Parklaan. En met het inschrijfbewijs op zak begonnen we om tien over half zes aan de route. Het weer zag er dreigend uit, maar vooralsnog was het droog en slechts heel in de verte was wat gerommel te horen. Een groot deel van het parkoers had ik uit het hoofd geleerd, dus konden we goed opschieten, maar eenmaal in de straatjes van Oudelands Ambacht belandt, ging het niet meer zo vlot. Ik, toch aardig bekend in Zwijndrecht, wist hier heg noch steg. Straatnaambordjes staan niet waar je ze verwachten. Gelukkig was Alida in het bezit van een telefoon met Google Maps, zodat we er toch wel uit kwamen. En tot overmaat van ramp begon het ook nog te regenen. En niet zo'n klein beetje ook. Droppels, buitjes op zich, kletterden op onze paraplu's en maakten het spreken met elkaar onmogelijk. Maar we gingen door. Eenmaal 'a' gezegd, konden we 'b' niet achterwege laten. Zo plotseling als de bui begonnen was, zo plotseling hield ze er ook mee op. De zon scheen weer vrolijk en we droogden snel weer op. Ook het groen om ons heen was opgefleurd na deze bui. Vrolijk gingen we verder op onze zoektocht door deze wijk. Daarna ging het weer een poos als van een leien dakje. En op de Burgemeester Pijlhogeweglaan dachten we dat we het gehad hadden, maar niets was minder waar. De routebeschrijving had nog wat voor ons in petto. We gingen terug de wijk in, maar nu in een gedeelte waarin ik bekend was. Voor de tweede keer op de Burgemeester Pijl Hogeweglaan moesten we linksaf om via het daar gelegen trottoir naar de Parklaan en het eindpunt van deze avond te lopen, maar ik zag het nieuw aangelegde pad door het parkje aldaar en ik stelde voor om via dat omweggetje te gaan. Alida protesteerde niet en aldus deden we. Om kwart vóór acht stonden we weer voor het zwembad en was de eerste avond voor ons succesvol afgelegd. Dag : 2 Na een rustig dagje en een vervroegd avondmaal, loop ik op m'n akkertje naar het zwembad om daar Alida te ontmoeten, alvorens het startsein van deze loopavond zou worden gegeven. Tevens maak ik kennis met Regina, een vriendin van Alida, die deze avond 'zwart' mee wilde lopen. Niet omdat zij de kosten van € 1,00 niet zou willen betalen, maar omdat inschrijven niet meer mogelijk is. Het is een drukte van belang en ik verneem dat er zo'n 2000 deelnemers zich hebben aangemeld voor deze Avondvierdaagse. Tel daarbij op de ouders en andere belangstellenden en met elkaar is dat een lawaai van jewelste. Praten wordt niet verstaan, dus stemverheffing die overgaat in geschreeuw vermengd met het gejoel van de jeugd is het gevolg. Oorverdovend is nog ver beneden de waarheid. Gelukkig duurt het niet lang dat onze oren geteisterd worden, want wij krijgen een knipje in ons startbewijs en mogen weg. Toch duurt het nog tot aan de scheiding van de twee afstanden eer we van de hinder verlost zijn en de aanwijzingen volgens de routebeschrijving kunnen volgen. Net als gisteren heb ik een groot deel van de route uit het hoofd geleerd, dus kunnen we vooruit. Geen toeschouwers die ons in de weg staan of automobilisten die het recht van de sterkste laten gelden. Waar mogelijk gebruiken we het trottoir en anders het fietspad. Bij het oversteken maken we gebruik van de zebrapaden en op de wijze die de wet voorschrijft. Het parkoers, het is te verwachten, beperkt zich tot de straten, maar daar treuren we niet om. Wij willen de Avondvierdaagse lopen en dan moeten we niet zeuren. Trouwens, het is toch nooit goed, hoe je het als organisatie ook doet. In ieder geval prijzen wij ons gelukkig dat we nog kunnen lopen en een enkeling die in ons de vierdaagseloper herkent, wordt vriendelijk gegroet. En ik sta stil bij de bekenden die we onderweg ontmoeten voor een korte babbel. De meeste hinder ondervinden we van het weer, want het is broeierig warm en het vrij hoge tempo in het begin, breekt ons later op de avond op. Het is zelfs zo erg dat ik verlang naar enkele minuten rust. Op de Onderdijkserijweg, nabij de Rotterdamseweg, zijgen we neer op de treden van een trap. Heerlijk om even geen poot te hoeven verzetten. Maar lang mag het niet duren en na een minuut of vijf komen we uit onze halfliggende houdingen overeind en vervolgen we het parkoers. De zon is inmiddels schuil gegaan achter de daken en de warmte neemt af. Ik bereken dat we ongeveer halverwege zijn en ik schat de tijd van terugkeer bij het zwembad. Alida en ook Regina tonen geen spoor van vermoeidheid, hoewel Alida duidelijk last heeft van de warmte en het zweet staat haar op het voorhoofd. Is het dat we in dit deel van Zwijndrecht beter bekend zijn dan in dat van gisteren, maar we hebben geen enkele moeite om de route te volgen. Aan één stuk lopen we door. Meestal neem ik de leiding, zodat Regina en Alida kunnen kletsen over dingen die mij niet aangaan. Op de Karel Doormanlaan, al dicht bij huis, worden we door Ma opgewacht met wat lekkers en het welkome drinken. Het is een allerhartelijkst weerzien en als de derde ingeschrevene van onze afstand ruim voorbij is, wordt het voor ons ook tijd om de tocht voort te zetten. We lopen door onze eigen buurt en een paar keer zijn we slechts op een steenworpafstand van huis. Toch heb ik niet de neiging om af te haken, maar sta stevig op mijn voeten. Om tien vóór negen keren we terug op de startpositie en neem ik afscheid van de mij begeleidende dames, Alida en Regina. Zij keren via het Develpark huiswaarts en ik neem de Parklaan om in mijn eentje de zevenhonderd en vijftig meter naar huis te overbruggen. En hiermee is de tweede dag tot een succes geworden. Dag : 3 Vandaag een andere locatie en verder van huis, de grote parkeerplaats bij winkelcentrum, Walburg. We, Alida en ik, zijn mooi op tijd om vooraan te kunnen starten, want het gejoel van de kinderen is zo mogelijk nog harder dan de dagen hiervoor. Regina heeft het vanwege werk voor vandaag af laten weten. Alida heeft net als ik geen nadelige gevolgen overgehouden van de avondwandelingen in de soms extreme hitte. Ook vandaag voelt het plakkerig broeierig aan. We doen het uit eigen vrije wil, dus hoeven niemand te verwijten. Om exact half zeven krijgen we onze startknip en kunnen we weg in de richting van de verkoeling langs de Oude Maas. Het publiek is merkbaar aanwezig. De voetpaden zijn erdoor bezet, zodat we genoodzaakt zijn om de rijweg te gebruiken. Maar eenmaal voorbij het Veerplein is de wereld voor ons alleen. Slechts een enkeling op ons pad. We schieten dan ook lekker op. Vandaag is het Alida die de route voorleest, dus ik heb alle tijd om rond te kijken. Zo, in de avondzon ziet de oudste Hollandse stad aan de overkant er schitterend uit. Ook enkele schepen, afvarend, hebben mijn aandacht. De één is kennelijk onderweg naar Rotterdam om lege containers te brengen, want het vaartuig is afgeladen met hoog opgestapelde 'dozen' en ligt nog hoog op het water. Nadat we het Noordpark hebben verlaten, is het weer even puzzelen om de Anthonie Heinsiusstraat te vinden. Google Maps brengt de oplossing, want een straatnaambord zie ik niet zo gauw. We lopen hier op de grens met onze buurgemeente. Op de gok slaan we links het voor ons onvindbare van Maanenpad, dat een gewone straat blijkt te zijn, in. Voor alle zekerheid vraag ik aan een daar wandelend meisje of we de goede kant op gaan naar de Schimmelpenninckstraat. Ik zie haar twijfelen als zij antwoordt dat het daar ergens moet zijn en zij wijst in de richting die wij lopen. Inderdaad, het meisje heeft gelijk, de gezochte straat komt in zicht. Daarna is weer een klein kunstje om verder te gaan, want we lopen min of meer in tegengestelde richting van gisteren. Niet echt creatief van de bedenker van de route. Vanaf de Swanendrift komen we op voor mij bekend terrein. Het is inmiddels wel een uur later geworden en het zweet loopt mij over de rug. Ik verheug mij erop dat we op de Jeroen Boschlaan drinken krijgen aangeboden. Ma heeft beloofd ons daar op te wachten. Vanaf de begraafplaats tuur ik de straat af of ik haar al zie, maar vooralsnog houdt zij zich schuil. En bij het 'tunneltje' waar is afgesproken, staat niemand ons op te wachten met een verkoelende dronk. Ma heeft het wachten te lang geduurd en is terug gegaan naar huis. Zij heeft gedacht dat wij reeds gepasseerd waren en dat verder wachten zinloos was. Een poosje 'hangen' we tegen het hekwerkje aan om steun te zoeken voor onze vermoeide lichamen en kijken, tegen beter weten in, naar het tunneltje, maar het blijft een 'leeg donker gat'. Teleurgesteld en noodgedwongen gaan we verder op onze tocht. Allerlei gedachten schieten ons door het hoofd. Maar bij het oversteken van de Koninginneweg word ik gebeld en legt Ma mij uit wat er gebeurd is. Enigszins gerustgesteld gaan we door, de dorst verbijtend. Het lijkt niet ver, maar is uiteindelijk toch veertig minuten later eer we op het startterrein aankomen en op zoek kunnen gaan naar de auto om op huis aan te gaan. We zijn het erover eens dat ook deze avond succesvol is verlopen en dat eigenlijk niets ons meer in de weg staat om deze Avondvierdaagse positief af te sluiten. Dag : 4 En weer is het een drukte van belang. Joelende kinderen en enkele muziekkorpsen die hun repertoire aan het oefenen zijn. En alles schreeuwt door elkaar. Eindelijk, om zeven uur, stelt het korps van 'Jong Holland' zich op en mogen we vertrekken voor de laatste vijf kilometers. Wij volgen de muziek op de voet, want willen niet in het gedrang onder de voet gelopen worden. Langs de route staat het publiek reikhalzend uit te kijken naar degenen die zich opgeofferd hebben om zich enkele dagen uit te sloven voor een beloning. Het lijkt erop dat het weer zich aan zijn belofte houdt om het gedurende de marsuren droog te houden. De lucht is weliswaar bezwangerd met vocht en ziet er dreigend genoeg uit. Liever had ik in een iets steviger tempo de route afgelopen, maar ik houd mij in en blijf achter de muziek aangaan en kijk intussen naar de toeschouwers of er bekenden tussen staan. Ik zie hen niet, maar dat wil niets zeggen, want het is ontzettend druk. Ik kan mij niet heugen dat er eerder zo'n grote toestroom van kijkers is geweest. Af en toe schieten kinderen voor ons langs om weer een snoepketting of iets anders omgehangen te krijgen. Ook vanuit de mensen aan de kant gebeurt het dat zij plotseling naar voren schieten en de stoet onderbreken. Het lijkt erop dat de deelnemertjes op het hart is gedrukt om vooral kort achter het korps te lopen om beter herkenbaar te zijn. Het is dan ook moeilijk om in cadans te blijven, maar het hoort erbij. Dit is Avondvierdaagse. Na enkele straten, de volgorde is niet belangrijk voor dit verslag, komen we op het punt waar Ma ons zou opwachten. Maar hoe ik ook kijk, ik zie haar niet. Ook Alida ziet geen Ma. Aanvankelijk denken we erover om dan maar door te lopen, maar een vijftig meter verder keren we toch op onze schreden terug en gaan op zoek. Na een telefoontje, komen we er achter dat we haar ongemerkt gepasseerd zijn. Geen nood, we zijn nog fris en vinden Ma op een steenworpafstand van het Raadshuis. Wij krijgen een bloemetje en het gebruikelijke zakje snoep. Een vlugge kus en verder gaan we weer. Ik ga op de burgemeester af om hem de hand te schudden en het pas gekregen boeketje aan te bieden. Een jaarlijks ceremonie van mijn kant. Het is te begrijpen dat onze burgervader niet veel tijd voor mij heeft, dus een groet van enkele woorden en voort gaan we weer. De muziek is nu voor ons niet meer te horen. We lopen tussen de schooljeugd, die achter de vlag van hun school stappen.Het is voor ons moeilijk om in het tempo van kleine kinderen voort te gaan. Onze benen zijn veel langer en onze pas dus groter. Het heeft weinig zin om hier bij te blijven voortsukkelen. Na een aantal straten, krijgen we toch weer het muziekkorps in het vizier en sluiten we ons er achter aan. En haast ongemerkt keren we terug op het plein waar het ook begonnen is en is voor ons de Avondvierdaagse van 2018 afgelopen. Succesvol mag ik zeggen en daar houd ik het bij. Quirinus. |