Door lichamelijke ongemakken, vanwege medicijngebruik, geplaagd, komt het er haast niet van om deel te nemen aan georganiseerde wandeltochten. Maar omdat het 'bank hangen' ook niet bevalt, moet er toch iets ondernomen worden. Alida komt met het voorstel om op haar vrije dag, de vrijdag, een stukje te gaan lopen in de nabije omgeving. Aan mij de keus om de richting te bepalen. Ik kies ervoor om de Devel op te zoeken, dus gaan we, nagezwaaid, even na negen uur op stap. Het is koud, tenminste het voelt koud aan, maar we zijn erop gekleed. Alida met een muts ver over haar oren getrokken, kijkt bedenkelijk naar de lucht. Volgens de laatste verwachtingen gaat het in de loop van de ochtend regenen en zij voelt er niets voor om daarin te wandelen. Zij is een echte 'mooi weer wandelaarster'. Voorlopig is het nog droog, dus stappen we stevig door in de richting van de Devel. Nergens op bedacht, maak ik in de Anjerstraat een slipper en kan maar nauwelijks op de been blijven. De straat, vooral de klinkers, zijn bevroren. De heggen en struiken knisperen van de vorst, doch de dag gloort en de verwachting is dat het gauw dooit. Vooralsnog heb ik het koud, maar dat zeg ik niet hardop. In gedachten ben ik bezig met het voorbereiden van de tocht op 26 september 2018. Het is nog ver weg, maar de tijd gaat snel en er kan van alles gebeuren. Voorlopig zit ik nog opgescheept met allerlei gezondheidskwalen. hoewel ik goede hoop heb dat ik daar spoedig vanaf zal zijn. Via de gebruikelijke route bereiken we het Develpad en kijken uit over de kouduitziende plas, waar de vogels kleumen bij elkaar. Enkele dik ingepakte hondenbezitters manen de beestjes om vooral op te schieten, maar dat is tegen dovemansoren gezegd. De hondjes snuffelen en schijnen ook blootvoets van de kou geen last te hebben. Zo nu en dan schiet ik een tegenligger aan om te vragen hoe de toestand verderop is, maar of zij begrijpen mij niet of doen alsof en zijn zij gewoon te beroerd om hun mond open te doen. Het is alweer een poos geleden dat ik deze kant op ben geweest en het doet dan ook vreemd aan om alles dor en kaal te zien. Normaliter is het hier heerlijk groen en vliegen de vogels je om de oren. Wat mij wel opvalt, is dat Zwijndrecht flink geïnvesteerd heeft in asfalt en veiligheid voor de weggebruiker. Het is dan ook niet moeilijk om de Munnikensteeg over te steken en het volgende Develgebied te betreden. Enkele smalle grintpaden volgen en in een zuinig zonnetje zien we het prachtige Kijfhoekkerkje voor ons opdoemen. Ik zie vogels van allerlei pluimage, maar Alida is de gelukkige dat zij een ijsvogeltje weet te spotten. Volgens de stappenteller zouden we er een kleine vijf kilometer op hebben zitten en wordt het tijd om terug te keren, want tien kilometer is momenteel wel zo'n beetje het maximum voor mij.Ik weet nog enkele leuke paadjes om bij de Molenvliet te geraken en die volgen we dan ook. We slingeren ons door het park en ik krijg steeds meer moeite om rechtop te blijven lopen. Mijn neus wijst naar de grond en af en toe zoek ik een steuntje om mijn rug te rechten. Alida is geduldig en blijft wachten tot ik bereid ben om verder te gaan. Het is de regen die zij het meest vreest. Het is inmiddels zwaar grijs bewolkt en buienradar liegt er niet om We hebben nauwelijks oog voor het Pietermankerkje en ik bereken dat ik nog een kilometer krom moet lopen om thuis te komen. Maar ik houd vol en terwijl Alida een regendruppel meent te voelen, strompel ik de stoep op en word ik opgevangen door mijn lieve vrouw, die ons stond op te wachten. Quirinus. |