Vandaag doe ik verslag van mijn belevenissen tijdens de SOP-tocht te Dordrecht. Het was even na zes uur dat ik wakker werd en het bed uitstapte om mijn dag met de gebruikelijke rituelen te beginnen. Eerst mijn 'goedemorgen' de wereld ingestuurd en alles gereed gemaakt voor een verwachtingsvolle dag. Wat staat mij te wachten? Joop heb ik beloofd dat ik bij zijn tocht zou zijn. Met Heine heb ik afgesproken dat we een stuk ervan mee zullen lopen.
Met de bus van acht uur zijn we lekker vroeg in het Polderwiel om vooraf nog even te kletsen met de oude bekenden. Het weerzien is hartverwarmend. Velen komen mij even de hand schudden of te vragen naar mijn welzijn. Het doet mij goed zo in de belangstelling te staan. Een tegenvaller is, dat de eerste rust pas na 10 km zal zijn. Maar dat is van later zorg. Die 10 km is wel te overbruggen, maar kan ik het tempo wel aan?
Om tien uur komen alle deelnemers naar buiten en klinkt het fluitje van Henk als teken van vertrek. Heine blijft bij mij in de buurt als we ons aansluiten bij de groep van in totaal 86 wandelaars. Dan eens met de één pratend en dan weer eens met een ander lopen we in de richting van de Noordendijk. Heine herkent de plek waar hij geposeerd heeft voor een foto. Nu krijg ik de gelegenheid niet om te fotograferen, want het gaat er van begin af aan pittig aan toe. Het lijkt erop dat Joop een tijd heeft afgesproken om bij 'Sta-Pal' te zijn en zich daaraan wil houden. Bij elke drie passen kom ik een half pasje tekort en moet ik even bijbenen. Het zweet komt mij op de rug te staan om van mijn voorhoofd maar te zwijgen. Niettemin geniet ik van de route. Ook Heine spreekt er zijn waardering over uit.
Het weer is niet uitbundig zonnig, maar goed om te wandelen. De zon houdt zich schuil achter een wolkenlaag, doch kan elk ogenblik doorbreken. Dat geeft mij moed om door te zetten. Ook al voel ik dat het niet gaat lukken. Mijn neus wijst steeds meer naar de grond ten teken dat mijn rug te lijden heeft. En terwijl het ene park na het andere wordt doorlopen, heb ik steeds meer moeite om het tempo bij te houden. Op een gegeven moment, we hebben net het '6 km moment' achter de rug, gooi ik de handdoek in de ring en is het gedaan voor mij. Heine is wel even verbaasd, maar schikt zich in zijn lot. Hij ging juist lekker. Nog even gauw een paar laatste groeten en ze zijn weg in het volgende park.
Heine gaat er niet mee akkoord om hier op de bus te stappen en het voor gezien houden voor vandaag. De waterbus naar Zwijndrecht trekt hem meer aan, dus na enkele ogenblikken rust op een stoep, gaan we richting stad. De aanlegplaats van het Zwijndrechtse veer is ongeveer twee kilometer verderop. Ik had liever de waterkant opgezocht en gehouden, maar Heine dringt aan op een kortere weg. En dan bedenk ik dat het helemaal niet handig is om over te varen, want daar rijdt geen bus. Dus toch maar een bus opgezocht. Uiteindelijk komen we vlak onder de Zwijndrechtse brug bij een bushalte terecht en stappen we na tien kilometer tippelen op de bus richting huis. Een wandeling om op terug te kijken.
Door vertragingen op aansluitende lijnen, duurt het nog drie kwartier eer we thuis aan aan de boterhammen zitten en hebben we als medepassagiers norskijkende burgers. Heel anders dan we in de ochtend hebben meegemaakt. Toen zaten er velen te gapen en kon je er verschillende tot in de keel kijken, maar een 'goedemorgen' kon er bij de meesten nog af.
Quirinus.