Het is alweer een poos geleden dat ik de deur uitgegaan ben om te wandelen. Slecht weer of andere bezigheden hielden mij van de straat. En ook vandaag was het er bijna niet van gekomen. Het is dat Theo aanhield en mij over de streep trok om naar Maassluis te gaan, anders was ik weer thuis gebleven, want de visite stond bij wijze van spreken al op de stoep. Op de afgesproken tijd, zelfs een kwartiertje eerder, stappen we, Heine en ik, bij Theo in, want zelf mag ik nog steeds niet autorijden vanwege de flauwte die ik destijds gehad heb. Eerst moet uitgezocht worden wat er in dat bolletje van mij fout is gegaan. Een klein halfuurtje later staan we geparkeerd bij het startbureau. Aan het aantal auto´s te zien, is er belangstelling genoeg. Na aan de financiële verplichtingen voldaan te hebben, gaan we naar buiten om aan het avontuur te beginnen. In de regel is het altijd leuk om vanuit Maassluis te lopen, want daar leent zich de omgeving goed voor. Ook vandaag treffen we het goed. Allereerst met het weer, een lichte oostelijke bries en een haast onbewolkte lucht, waarin de zon volop gelegenheid kreeg om zich te manifesteren. Een ideale wandeldag. We volgen de pijlen, die veelvuldig en duidelijk op het wegdek zijn aangebracht in de richting van het grote water, waaraan Maassluis is gelegen. En nog geen tien minuten later staan we oog in oog met deze wereldberoemde waterweg waar op dat moment net een klein containerscheepje stroomafwaarts vaart. Heine heeft meteen de mond vol met vragen over waar het schip heenvaart en wat er zich in de containers bevindt. Ik houd maar even voor mij dat deze grote kisten zijn overgeslagen uit een groot schip en naar de een of andere kustplaats in de buurt worden gebracht. Verder is het vrij rustig op het water. Langs de oever dobberen tientallen zwanen in het altijd kabbelend bewegende water. Volgens Theo zijn het allemaal vrijgezellen en inderdaad er is geen enkel jong zwaantje bij, hoewel je dat zou verwachten in deze tijd van het jaar. Mogelijk nog een gevolg van de olieramp in het voorgaande jaar, toen een tanker hardhandig tegen de betonnen steiger aankwam. Intussen lopen we stroomopwaarts in de richting van de bekende haven van Maassluis. Een kind van een jaar of acht huppelt voor ons uit. Meegelokt door haar oma, die hoopt op deze manier iets van het billenvet kwijt te raken. Zo te zien heeft oma meer moeite dan het kind om de tien kilometer te volbrengen. Af en toe vliegt ons een wielrijder van middelbare leeftijd voorbij. Diep over het stuur gebogen en met rood aangelopen gezicht probeert hij al fanatiek trappend zijn houding te rechtvaardigen. Wegens luchtgebrek kan zelfs een goedemorgen er niet vanaf. Bij het naderen van de haven word het mij toch te warm om nog langer een jasje te dragen. Ik zoek plek nabij de standplaats van enkele campers en op een bankje dat ik met een Duitser deel, ontdoe ik mij van het overbodige kledingstuk en terwijl ik dat in mijn tasje prop, vraag ik de man in mijn beste Duits hoe hij het in Holland vindt? De man is vol lof over het weer en het uitzicht over het water. Hij zou hier best willen blijven, maar hij moet maandag weer werken, dus dat zit er niet in. Met een geveinsde blik van jammer laat ik hem aan zijn lot over en voeg mij weer bij mijn maatjes. We keren Rozenburg de rug toe en lopen langs de kolossale zeeslepers die hier ligplaats hebben gekozen in afwachting van een job op zee. Heine bewondert de opgeschoten trossen en de kettingen die bij het slepen gebruikt worden. En hij heeft het er nog steeds over als we al lang en breed aan de thee verpozing hebben gezocht bij 'Mr.Paul' op de Noordvliet NZ. Wij hebben dan al het halve stadje met grachtjes en bruggen doorkruist. Prachtige beelden doemen voor ons op. Ook denk ik terug aan de tijd dat ik hier als jong matroos heb doorgebracht, zo'n 70 jaar geleden. Destijds was de lucht er wel frisser. Hing er vroeger altijd een lucht van vis en teer over de stad, nu zijn het de uitlaatgassen van auto's die onze longen aantasten. Na de rust gaan we uitgerust weer verder op onze wandeling. We zijn al ver over de helft, maar aan de routebeschrijving is dat niet te zien. Voorlopig genieten we nog met volle teugen van het rustige leven om ons heen. Ook hier heeft de vooruitgang zijn intrede gedaan en slapen de mensen uit na een week van hard werken. Langzaam komt er beweging op gang. Wij bewegen in ieder geval nog volop. Het ene straatje volgt op het andere. Een route die ik mij niet herinner van voorgaande jaren. Bij de finish aangekomen worden we verrast door een briefje onder de ruitenwisser van verschillende auto's. Theo vreest het ergste, een fikse boete, maar gelukkig is het slechts een waarschuwing voor het parkeren in de grasstrook naast het parkeerterrein. Niet meer doen, Theo. De volgende keer een stukje lopen ervoor overhebben. Na het afmelden gaan we met een alleszins voldaan gevoel naar huis. Quirinus. |