Door het wegvallen van de Avondvierdaagse in Zwijndrecht wegens een gebrek aan vrijwilligers zoeken we een alternatief om te lopen. Verschillende mogelijkheden passeren de revue, zoals Hendrik Ido Ambacht, Dordrecht en 's Gravendeel en Heerjansdam. Na veel wikken en wegen is het de laatste geworden. Dus op dinsdagavond trekken Alida en ik eropuit. Heine valt op het laatste moment met een voetblessure af. Aan zijn gezichtsuitdrukking te zien, lijdt hij hevige pijn.
Vooraf had ik bij de organisatie geïnformeerd over de startlocatie en de parkeermogelijkheden, dus zonder problemen stonden we op korte afstand van het 'Jeugdhonk', het startpunt, veilig geparkeerd. Wat onwennig vanwege de nieuwigheid lopen we rond. Het is voor het eerst dat we hier deelnemen. En met vragen aan deze en gene komen we er achter dat het startschot gegeven zal worden door de loco burgemeester van Zwijndrecht, waar Heerjansdam een onderdeel van is.
Nadat Jolanda de Wit ons heeft weggeschoten en ons een fijne avondvierdaagse heeft gewenst, gaan Alida en ik er in versnelde pas vandoor. Het gekrijs van de jeugd is oorverdovend en vooral Alida heeft daar last van. Voor ons uit loopt een klein groepje en dat volgen we door een paar van de straten die het dorp rijk is. Nog fris als een hoentje weten ze goed tempo te houden. Maar bij hun school aangekomen, wijken ze daar naar uit en kunnen wij er voorbij.
Het weer ziet er goed uit, zonnig en een prima temperatuur. Tenminste zolang we het voor de wind houden. Door een klein foutje onzerzijds vergeten we bij de Dorpsstraat onderlangs te gaan lopen, maar herstellen we dit even verderop en gaan daar de stoep af. Van een verkeersregelaar vernemen we dat zo'n avondvierdaagse hier niets is in vergelijking tot die in Zwijndrecht. In totaal 270 deelnemers, waarvan er 10, wij twee meegerekend, voor de langste afstand van 10 km gaan. Er is nog één loopster vóór ons, de rest zijn wij voorbij gegaan.
Als wandelaars komen we geregeld hier in de buurt, dus echt verrassend is de route niet. Ook de Lindtsedijk heb ik eerder al van alle kanten bekeken op mijn omzwervingen. En op mijn site zijn mijn indrukken genoegzaam beschreven. Nu in de avond en met Alida erbij is er geen tijd voor een praatje of bewondering. Na een lange dag van studie, zijn de avonduren voor haar een kostbaar iets. Dus blijft er niet anders over dan een opmerking over gewas of dier en gaat het er verder zwijgend aan toe.
Het is ons allang duidelijk dat de route ons naar Zwijndrecht zal brengen, want na de Lindtsedijk volgt de Geerweg en Munnikensteeg. Bijna dagelijkse kost voor mij. Lange stukken weg zonder moeilijkheden. De loopster die voor ons uit ging, hebben we intussen al ingehaald en wij gaan dus aan kop. De wind is hier, nu we in noordelijke richting lopen, duidelijk voelbaar en ons jasje komt goed van pas. We genieten van de bloemenpracht langs de bermen. Het wit van het fluitenkruid steekt overal boven uit, maar het geel van herik en wilde ranonkel doen er niet veel voor onder. Ook de klaprozen laten zich goed zien. Al met al een lust voor het oog. Daarbij het vee in de weiden en de vogels die heen en weer vliegen. We zijn het erover eens, dat ook een bekende route heel mooi kan zijn.
Via de Groene Steeg, de Develweg en het fietspad langs onder andere de manege komen we terug daar we begonnen zijn, de Molenwei waar we ons om half negen afmelden. Onze eerste dag zit erop en we hebben 10,7 kilometer afgelegd.
De tweede dag:
Vanavond zorgen we ervoor dat we eerder zijn, want we hebben wel gezien dat het dorpse karakter van deze avondvierdaagse veel voordelen heeft en dat over iets vroeger beginnen niet moeilijk wordt gedaan. Het weer lijkt voor vandaag iets vriendelijker uit te pakken. Een wat hogere temperatuur en het jasje lijkt dan ook overbodig. Om kwart over zes, een kwartier eerder dan gisteren, glippen we onder het lint door en beginnen we aan het parkoers van vandaag.
Zoals we gisteren aankwamen, gaan we nu terug. Linksaf in de richting van de Develweg. Dezelfde loopster van gisteren gaat ook vandaag voor ons uit. Zij dient als een soort gids voor ons, hoewel wij die niet nodig hebben. Ik ken dit gebied als mijn broekzak. Het is dan ook niet vreemd dat ik mijn kennis wil spuien, maar Alida geeft mij te verstaan dat zij het ook allemaal zelf wel weet. Vaak genoeg doolt hij zij hier rond.
Ook de Kijfhoek met het pittoreske kerkje uit het verre verleden heeft geen geheimen. Ooit tijdens één mijner wandelingen trof ik hier de koster en tijdens een babbel met hem heeft hij mij bijgespijkerd in mijn historische kennis. Ook de tuinder met de grote kas vertelde mij het een en ander over het verbouwen van producten en de risico's ervan. We hoeven niet te denken dat we alles weten, altijd zijn er nog ergens leemtes die opgevuld kunnen worden.
We zien de wandelaarster voor ons twijfelen om de Munnikendevel te betreden. Ik roep haar toe, zo dicht zijn we haar al genaderd, dat zij goed zit. Ook wij volgen haar over de paden. Omringd door hoog opgegroeide wilde planten als lokmiddel voor insecten lopen we door dit unieke natuurgebied. Rechts van ons de Devel, waar een enkele visser, mogelijk klandesstien, naar zijn dobber zit te turen. Goed in het riet verscholen wanen zij zich onbespied. Alida zegt dat zij aangevallen wordt door een horde muggen en slaat dientengevolge wild om zich heen. Mijn bloed is kennelijk niet zo aantrekkelijk, want ik word met rust gelaten.
Na een 700 meter van deze natuur genoten te hebben, komen we op de Lindenweg weer boven water en in het felle zonlicht terecht. Bijna recht van voren en laagstaand beperkt hij ons zicht op de omgeving. Ik heb mijn pet die ik dieper over mijn hoofd kan trekken, maar Alida heeft iets om over te klagen erbij. De Lindenweg is 1600 meters lang en door mij in aanloop naar mijn nieuwe SOP-tocht al vaak belopen.
Op de Develsluis gaan we nabij de bushalte linksaf het fietspad op. Het is te merken dat het televisiedebat tussen Rutte en Baudet veel mensen van de straat houdt, want het is ongewoon stil op straat. Wij hebben het rijk alleen. Even verder moeten we weer naar rechts om Heerjansdam te bereiken, want daar moeten we uiteindelijk heen. Ik heb intussen allang gemerkt dat de route vandaag korter zal uitvallen en Alida heeft er geen bezwaar tegen. Elk moment thuis is haar welkom.
Nu volgen nog een paar dorpsstraten en dan is ook deze tweede dag tot een goed einde gekomen en met 8,9 kilometer op de meter is het teveel van gister bijna goed gemaakt.
De derde dag:
Vandaag zal ik het alleen moeten redden. Alida heeft andere bezigheden, die voor gaan aan die van de avondvierdaagse en Heine loopt zo mogelijk nog meer te strompelen. Ook één van de andere kandidaten die als vervangster zou kunnen optreden, haakt met onduidelijke redenen af.
Wederom ben ik om kwart over zes op pad, nu als eerste loper. Ik zet er meteen goed de pas in. Vooral het eerste stuk is mij goed bekend. Ook hier liggen heel wat voetstappen in aanloop naar het SOP-gebeuren in september. Doorlopen tot het station lijkt mij niet moeilijk. En de ervaring van de vorige dagen heeft mij geleerd dat de routebeschrijvingen hier duidelijk genoeg zijn. Dus in plaats van de Noldijk op te gaan, loop ik gewoon rechtdoor. Niet echt een weg die ik zou uitkiezen, maar ook weer niet afstotelijk. De verkeersregelaar komt naast mij fietsen en geeft mij af en toe een aanwijzing over de route.
De temperatuur is vandaag bijna zomers en de wind is te verwaarlozen. Zogezegd heerlijk wandelweer. En omdat er nu geen Alida is die zeurt over het te hard lopen, houd ik mijn tempo aan. Mijn meter verraadt dat ik ruim boven de vijf kilometer uitkom. Ongekend voor mijn leeftijd en conditie. Als ik dat weet vol te houden tot aan de finish en er geen nadelige gevolgen aan overhoud, kan ik mij gelukkig prijzen. Ik zou mij weer eens op de langere afstanden kunnen wagen.
Eenmaal op de Rijksstraatweg ben ik weer een poosje op mezelf aangewezen. Het is leuk lopen hier. Zo nu en dan zijn het fietsers die mij groetend passeren. Tijd om af te stappen en een praatje maken, zien ze niet zitten. Lopen lijkt veel mensen eng en eentonig of saai, maar met wandelen is er zoveel te zien. Zelfs op zo'n Rijksstraatweg met huizen in verschillende bouwstijlen. Soms in een blokje gebouwd en dan weer alleenstaand. Goed onderhouden tuinen met in deze tijd van het jaar veel bloemen in alle soorten en kleuren. Dit is voor mij bekend gebied. Verleden jaar heb ik hier vele malen rondgezworven op zoek naar een mooie route voor mijn SOP-tocht.
Na een poos en in gezelschap van een verkeersbegeleider wordt ik naar de Waalweg geleid. Hier in de rust van de natuur, zonder autogedoe of andere herriemakers, is het goed toeven. De zon schijnt uitbundig aan de strakblauwe hemel en doen de wilde bloemen nog meer glanzen dan ze normaal al doen. In het riet hoor ik het gescharrel van de watervogels. Hebben ze al kroost? Dat kan ik uit de geluiden niet opmaken. Een visser probeert een visje te verschalken door hem te lokken met een vette worm aan een venijnig haakje. Maar het is vooral de rust die mij opvalt.
Ik denk terug aan verleden jaar toen ik aan zo'n zeventig wandelaars een mooie tocht voorschotelde. Ook toen liepen we hier langs, maar wel eerst over het natuurpad in de weilanden. En we gingen in tegengestelde richting om in de kantine van de voetbalclub in Rijsoord onze boterhammen te eten. Eenmaal bij de Langeweg aanbelandt is het nog maar een stukje tot aan de finish, waar blijkt dat ik 9,5 km heb afgelegd.
Na het afmelden ga ik mijn stempel halen en heb ik nog een babbel met Cees, de organisator van het gebeuren, alvorens ik naar huis rijd om mij op te maken voor de laatste dag.
De vierde dag:
Vandaag is Alida ook weer van de partij, dus gaan we samen naar de startplaats, inmiddels een bekend terrein. Het weer is wederom prachtig, alleen er staat een flinke bries uit een koude hoek, die ons noodzaakt om een jasje aan te trekken. De starttijd is in verband met het gebruikelijke oponthoud met het uitdelen van bloemen en snoep een kwartier eerder. Ook gaan we de laatste paar honderd meter achter de muziek aan.
Niemand vindt het erg als wij vijf minuten eerder aan onze stutten trekken om het lawaai van het groepje scholieren voor te zijn. De route is aanvankelijk hetzelfde als op de derde dag. We gaan rechtsaf de Molenweg op en steken bij de rotonde over naar de Stationsweg. Het is goed te merken dat het vrijdagavond is, want veel mensen zijn in de auto onderweg naar of van de supermarkten om de wekelijkse boodschappen te doen. Auto's rijden af en aan.
Al gauw is het toch te warm en het jasje kan uit. Alida houdt het bij het opstropen van de mouwen. We vertellen elkaar de nieuwtjes van de dag en stappen flink door. We hopen op tijd te zijn voor de feestelijke intocht. Het parkoers van vandaag is niet zo aantrekkelijk als van de voorgaande dagen en ik had wel iets leukers geweten. Maar we moeten het ermee doen. Het is niet anders.
En dan gebeurt het, ik krijg een soort van flauwte en ben voor een tijdje van de kaart. Zelf weet ik er niets meer van, maar Alida weet mij te vertellen dat ik erg vreemd deed en dat ik, nadat ik weer enigszins op verhaal was gekomen, mij als een zombie gedroeg. Al met al zal het een twintigtal minuten geduurd hebben. Vanaf de begraafplaats van Klink tot op de Industrieweg moet het geduurd hebben. Vreemd en een mooie klus voor de dokter.
Het trapje van Vermeer brengt ons een beetje in verwarring. Wij zijn hier geheel vreemd en weten niet wie Vermeer is. Wij lopen dus door tot wij een menigte met kinderen zien. Die moeten van de avondvierdaagse zijn. Wij sluiten ons er maar bij aan en wachten geduldig tot de groep zich in beweging zet. Van de muziek horen we niet veel, maar dat vinden wij niet erg.
Bij het Jeugdhonk aangekomen, lost de groep zich op in groepjes en wij constateren dat het vijf over acht is. De meter wijst 8,2 km aan. Alle vier de dagen bij elkaar opgeteld zijn het 37,3 km voor deze avondvierdaagse. We halen onze medailles op en gaan met een tevreden gevoel naar huis.
Quirinus.