. Het voorstel om te gaan lopen, komt dit keer van Heine. Het is Tweede Pinksterdag en hij heeft vrij, dus wat kan je beter doen dan een stukje wandelen. Het komt mij wel goed uit, want de vorige keer heb ik nog een ander paadje gezien dat precies in mijn route past. Geen gek idee om dat vandaag even te bekijken. Mijn voorstel om op kwart over acht te beginnen, wordt instemmend ontvangen. Zodoende sta ik in alle vroegte reeds naast mijn bed en mijn lieftallige echtgenote volgt mij om een stevig ontbijt klaar te maken. Als ik bij Xiejezo uit de auto stap, staat Heine al te wachten en omdat het zonnetje reeds hoog boven het dak uit schijnt, trekt ook hij zijn jasje uit om in shirt, net als ik, aan de tocht te beginnen. De apparatuur wordt ingesteld en , hop' daar gaan we. Het is de bedoeling om het eerste deel van de wandeling nu definitief vast te leggen. Nog een heel karwei, want bij elke hoek noteer ik de tot dan toe gelopen afstand. Heine laat alles aan mij over en gelooft wel dat het goed zal komen. Hoewel het als een officiële zondag geldt, zijn er nog heel wat mensen die naar hun werk gaan. Voor mij maakt het geen verschil en ik groet een ieder vrolijk 'goedemorgen'. Zonder enige twijfel of oponthoud lopen we via de bekende route naar de Munnikensteeg, maar in plaats van de Kijfhoek in te gaan, slaan we nu eerder rechtsaf om te voorkomen dat we hinder van autoverkeer zullen krijgen. Niet dat die hinder te verwachten is, want wie rijdt er vandaag de dag nog via de Kijfhoek naar Heerjansdam? Maar voorkomen is beter dan genezen en het kost niks extra. In ieder geval lopen we hier lekker rustig. Geen kip te zien. Even verderop gaan we naar links en hoeven nu alleen maar over te steken om ook op de gewenste plek te komen. We lopen een, voor ons doen, stevig tempo en af en toe moet ik Heine tot kalmte manen. We volgen min of meer de loop van de Devel, gaan achter het beroemde Kijfhoekkerkje langs en luisteren naar het gezang van de kikkers. Zwanen, dobberend op het stille water, kijken ons argwanend aan en andere vogels, opgeschrikt uit hun ochtendbezigheid, scheren over ons hoofd. In de verte het geroezemoes van de treinen en het gebrom van overvliegende vliegtuigen. Tussen het ruizende riet het gescharrel van een enkele rat en het uitwerpen van een hengel van een loos vissertje. Het is hier heerlijk toeven. Dichtbij de grote stad en toch erg landelijk. Hoe kunnen we het zo treffen? Aan het eind van deze landelijkheid en net vóór we weer op het asfalt stappen, zes kilometer na de start, vind ik een geschikt plekje voor de eerste wagenrust. En nadat ik hiervan een aantekening heb gemaakt, gaan we verder. Heine heeft het er over dat hij nog maar vijf dagen hoeft te werken eer hij met vakantie gaat en hij rekent het mij voor. En net als ik bedenk dat het vandaag een uitgelezen dag is, blijkt er een addertje onder het gras te zitten. In mijn onschuld ben ik vergeten om de batterijen van de GPS op te laden en net nu we bezig zijn om de route vast te leggen, laat het instrument mij in de steek. Niets aan te doen. Het kan gebeuren. Heine weet meteen al een oplossing en stelt voor om het woensdag over te doen. En terwijl wij zo staan te overleggen, komt er een hardloopster naar ons toe en vraagt of zij ons uit de brand kan helpen. De verleiding is groot om toe te geven dat wij het niet meer zien zitten en dat haar hulp als geroepen komt. Maar de eerlijkheid gebiedt mij om haar hulp af te wijzen en te zeggen dat wij hier de weg kennen als onze broekzak. Zij knikt nog eens vriendelijk en zet er meteen de pas weer in. In een mum van tijd in zij uit zicht verdwenen. Het is te gek om los te lopen om door zo'n tegenslag de missie te doen mislukken. Wij gaan gewoon door en omdat ik niet meer hoef te schrijven, heb ik nog meer tijd om rond te kijken en nog wat foto's te schieten. Ik bereken dat er nog genoeg tijd over is om de bus naar huis te halen, dus strijk ik neer op een gereedstaande bank. Wij zijn inmiddels op het de vorige keer ingelaste wandelpad achter de voetbalvelden en moeten naar schatting nog een half uur, terwijl de bus er een zondagsdienst op nahoudt en pas over een uur daar zal zijn. De Waalweg ligt te blinken in het zonlicht en op het water is er van enige bedrijvigheid niets te bespeuren. De zondagsrust is, ook op Tweede Pinksterdag, hier heilig. Wij genieten van wat Moeder Natuur ons hier te bieden heeft. Een schat aan bloemen in tuinen en de bermen. De vuiligheid die ons de vorige keer een doorn in het oog was, is nu opgeruimd. We zien een wagen van Drechtwerkgroen afgeladen met vuilniszakken langskomen. Zij hebben er voor gezorgd dat de oevers van de Waal er weer fris en fruitig uitzien. Vol lof voor deze werkers. Om elf uur is onze tocht teneinde. Wij vallen neer in het bushokje en wachten geduldig tot onze bus er is. Onderwijl bespreken we wat we allemaal gezien hebben en we zijn ervan overtuigd dat de toekomstige SOPpers er ook zo over zullen denken. Quirinus. |