Bij aanvang heb ik nog grootse plannen, maar uiteindelijk is het anders uitgepakt. De weerman was heel stellig in zijn bewering dat het vanaf dinsdag veel beter zou worden. De regen zou ophouden en de temperatuur zou aanmerkelijk omhoog gaan. Dus vooruit met de banaan en er op uit. Het is nog bewolkt als ik om 09.00 de deur achter mij dichttrek en de straat uitloop. Ik ben vast van plan om weer eens een keer naar de 'Kleine Duiker' te lopen en vandaar weer terug naar een bushalte in Heerjansdam. Moet kunnen, dacht ik nog. Maar ik ben nog niet eens bij de Develbrug en ik voel het al, de conditie ben ik kwijt. Na bijna twee weken binnen zitten, moet ik weer opnieuw beginnen met opbouwen. Het lopen gaat niet, het loopt niet gesmeerd, maar stroef. En hoe meer ik daar aan denk, hoe moeizamer ik mij voortbeweeg. Op het Develpad gaat het nog wel met de vele begroetingen van de huismoeders die na het naar school brengen van de kinderen de hond uitlaten in de grasrand langs het traag stromende water. De vogels doen ook hun best om er wat van te maken. Zij geven een soort van voorstelling in duik- en zweefvluchten. Het zijn de mannetjes die proberen om de vrouwtjes te imponeren. Ik hoef de vrouwtjes niet te imponeren, want tot meer dan een 'goedemorgen' zal het hier niet komen. De dames zijn met hun gedachten al bij de supermarkt om het eten voor vanavond in huis te krijgen. Intussen heb ik mijn plannen al bijgesteld. De 'kleine duiker' moet het vandaag zonder mij doen, bij Heerjansdam keer ik om en ga naar huis terug. In het Arboretum is het weer een drukte van belang. Een grote groep joelende kinderen, verdeelt in groepjes van 6 met een juf of Oma aan het hoofd gaan dit keer op zoek naar muizen. Waren het de vorige keer kabouters, vandaag zijn het uit de verhoudingen gegroeide muizen, die opgespoord moeten worden. Oma loopt hijgend achter zo'n groepje aan en of zij nou zegt dat ze bij haar moeten blijven, het deert de kinderen niet. Met een hoop kabaal wordt de eerste muis gevonden. Het is no. 2, maar dat is niet de bedoeling. Eerst moet no.1 gevonden worden. Eén snugger jochie merkt nog op dat het toch maar nep is, dus wat maakt het uit. Bij de Munnikensteeg aangekomen, heb ik mijn plan al enigszins aangepast door via de kortere Lindenweg naar Heerjansdam te gaan. Hier in de ruimte is de koude wind goed voelbaar en van zon is nog niets te bespeuren. Vanavond begint de lente en daar zou nu toch wel iets van te merken zijn. Bij de Munnikendevel zie ik dat het nog niet afgesloten is vanwege het broedseizoen. Een groepje dames komt mij tegemoet lopen en zij bevestigen mijn vermoeden, dat het nog open is. Gewoon vergeten of zijn er geen vrijwilligers om de afzetting te maken? In ieder geval heb ik alweer een aangepast plan. Ik ga door dit natuurgebied en dan zie ik wel hoe ik mijn dag verder invul. De zwanen, meerkoeten, ganzen en wat niet al zwemmen rustig rond en maken nog geen aanstalten om een nest te bouwen. Het weer is er ook niet naar. Het begint zelfs zachtjes te regenen. Niet hard, maar wel doordringend en als ik weer terug ben bij de manege, weet ik het al. Ik ga lekker theedrinken en dan zoetjes aan naar huis. Het is genoeg geweest voor vandaag. Binnen is het lekker warm en geniet ik van mijn bekertje thee. De poes kijkt mij met één oog aan en droomt verder over de lente. Na een halfuurtje rust kom ik weer in de rauwe werkelijkheid van guur weer. Lichte regen en koude wind maken het er niet vrolijker op. Mijn plannen wijzig ik voor de zoveelste keer. Ik ga nog even de afstanden van dit punt naar Bakestein opmeten. De ontmoeting met Belinda en haar moeder verandert er niets aan. Zij gaan hun eigen route. Via de Buitendreef ga ik op huis aan. Alleen weet ik nog niet of ik linksom via de Pietermantunnel of rechtsom via de Jeroen Boschlaan ga. Dat is dus voor later zorg. Wat mij nu in zorgen brengt, zijn dat de opgenomen afstanden niet genoteerd kunnen worden. Vergeten een pen bij mij te steken. De gemeten afstanden steeds zachtjes herhalend en bij de Bakensteinpoort linksaf gaand, kom ik om half twaalf thuis met op mijn telefoon krap 10 km. Quirinus. |