Het mooie weer lokt mij naar buiten, dus wat kan ik beter doen dan nog wat sleutelen aan de route voor de SOP-tocht van 26 september. Tot aan Heerjansdam zit het wel goed en het laatste stuk vanaf de Vrouwgelenweg lijkt mij ook in orde. Blijft erover een stuk van tien kilometer om wat aan te spijkeren. Met de buurtbus rijd ik naar de Molenweg in Heerjansdam, het punt waar ik destijds geëindigd ben. De GPS is nog maar net ingesteld of er komt mij een groep van zo'n stuk of tien jong belegen dames tegemoet. Nieuwsgierig als ik ben ingesteld, vraag ik hen of zij aan de wandel zijn met als resultaat dat ik overdonderd wordt met net zoveel antwoorden als dat er dames zijn. In deze kakafonie van geluiden maak ik op dat het groepje geregeld met elkaar optrekt en dan een 'rondje Kijfhoek' loopt. Een leuke bezigheid om in beweging te zijn. Na nog wat informatie uitgewisseld te hebben, vervolgen we ieder onze weg. Het is inmiddels wel een kwartiertje later geworden. Eenmaal op de Waalweg lopend, voel ik dat er een stevige bries waait uit een koude hoek, maar de zon maakt het weer goed. De vorige keer hebben de bordjes van 'vrije wandeling' bij een overstapje mij nieuwsgierig gemaakt. En ik sta ook op het punt om de graspaden te betreden als mijn oog valt op een aantal grote waterplassen, die de regen van de afgelopen dagen hebben achtergelaten. Dus het lijkt mij toch beter om de 'vrije wandeling' aan een ander over te laten en gewoon de Waalweg, waar overigens niks mis mee is, te vervolgen. De weg biedt een fraai uitzicht over de omgeving. Links de Waal, waar roeiers hun kunsten met de riemen vertonen. Met luid geschreeuw van de 'stuurman' schieten zij mij voorbij. Rechts uitgestrekte akkers en weilanden en verder weg het alom bekende rangeerterrein, de Kijfhoek. Het geluid van treinen in alle soorten en maten komt met de wind mee op mij af. Slechts een enkele sterveling kom ik tegen. Was het afgelopen zaterdag nog druk met koopjesjagers, nu zijn het de sportvissers die in stilte naar hun dobber staren, die te zien zijn. Aan een van hen vraag ik of ze nog bijten willen. Misprijzend schudt hij zijn hoofd en mompelt zoiets dat de vissen mogelijk iets beters te doen hebben. Het is paaitijd, dus ik begrijp zijn misprijzen. Ik ben zo in gedachten met mijn tocht, dat ik op de Rijksstraatweg de verkeerde kant uitloop. Ach, de gebouwen zijn mij bekend, dus het valt niet op dat ik fout ben. Niet eerder dan na zo'n 500 meter heb ik het door en keer ik schielijk om. Het kan gebeuren, zeg ik zonder het uit te spreken. Op de Achterambachtseweg komt er een armzwaaiende wandelaar mij tegemoet. Ik ken de man niet, maar hij mij kennelijk wel en heel amicaal vraagt hij mij waar ik mee bezig ben. Ik vertel het hem en hij geeft mij zijn plan door en verder gaan we weer. In tegenstelling tot de vorige keer ga ik nu meteen na de begraafplaats rechtsaf de Sandelingen-Ambacht in en hoop op een iets aantrekkelijker route dan de vorige keer. En inderdaad mijn hoop wordt bewaarheid. Met af en toe vragen kom ik op leuke wandelpaden, die mij naar het gewenste leiden, terecht. Het zijn vooral vrouwspersonen die hier hun hond uitlaten en tot een babbeltje bereid zijn. Het schiet niet echt op, maar ik geniet wel. Ook op de Antoniuslaan schiet ook zo'n dame mij aan en zij is zelfs zo goed om een poosje met mij op te lopen tot daar waar ik het Burgemeester Baxpark ga verlaten. Nu is het niet ver meer tot het doel dat ik mij gesteld heb en daar het middaguur spoedig zal slaan, zeig ik op een bankje in de zon neer om even op adem te komen. De vraag is nu; hoe kom ik thuis. Lopend of neem ik de bus? Ik besluit tot het laatste. Zo komt een avontuur ten einde Quirinus. |