Met de beste voornemens ga ik om acht uur de deur uit om te zien wat de dag mij brengen zal. De bedoeling is dat ik vandaag mijn tocht van september met GPS ga opnemen. Al de voorgaande pogingen zijn op een mislukking uitgelopen, vanwege afsluitingen voor werkzaamheden of vogels die aan het broeden waren. Illusies zal ik mij niet maken. Bekend is dat de start ook dit jaar weer bij het buurthuis, Xiejezo, zal zijn, dus daar loop ik naar toe. Hier stel ik mijn apparatuur in en ga op pad. De klok wijst inmiddels half negen. Als bij toverslag zijn alle kinderen van straat verdwenen, dus heb ik geen hinder van op de stoep rijdende fietsen of zelfs bolderkarren zoals op de weg hier naartoe. Moeders, meest gesluierd, keren terug naar huis of gaan bij de supermarkt naar binnen. Ik volg de route zoals ik die in gedachten heb, ervan uitgaand dat de Soppers het leuk zullen vinden. Het is altijd een beetje moeilijk met deze startplaats om een uitweg naar buiten de bebouwde kom te vinden, maar een andere startplaats vinden, is misschien nog moeilijker. Het is maar de vraag hoelang ik nog door kan gaan met deze hobby. Afijn, al overdenkend kom ik in het buitengebied terecht en zie ik in de bermen de rijke plantengroei met bloemen in exotische kleuren. De waarschuwingen om voorzichtig te zijn en niet in aanraking te komen met de eikenprocessierups laat ik voor wat ze zijn, want deze griezels ben ik nog niet tegengekomen. Wel enkele joggers die fanatiek op een klokje kijkend in zoveel bloot als kan en door de vrachtwagenchauffeurs nagetoeterd mij voorbij flitsen. Ook een paar sportfietsers, die zwetend en zuchtend van hun pensioen genieten. Met moeite komen ze met een verbeten blik tegen de brug omhoog. Bij de manege zet ik de GPS even uit en ga er naar binnen voor een bekertje thee. Er is binnen geen mens te bekennen, dus ik neem de kans waar om mijn hemd uit te trekken, want ik begin de warmte aardig te voelen. Terwijl ik zo bezig ben, schieten er een paar muizen over de vloer voor mij langs en verdwijnen ergens een ruimte in, waar mogelijk het voer voor de paarden ligt opgeslagen. Ik neem mijn thee uit de automaat en vlei mij in de kussens. Het leven van een wandelaar is nog niet zo slecht. Vooral niet als je er alleen op uittrekt, want dan hoef je met niemand rekening te houden. Alleen de tijd tikt door en maant mij om verder te gaan. Ik ben benieuwd of het broedseizoen al afgelopen is en of het conflict tussen gemeente en de natuurorganisatie is opgelost, zodat ik vrij baan zal hebben door het volgende natuurgebied. Er is niemand aan wie ik het kan vragen, dus ik neem de gok en loop de geplande route. Het is heerlijk toeven hier tussen het hoog opgeschoten groen. Vogels vliegen heen en weer en communiceren in verschillende toonaarden. Ooit heb ik hier een vos gespot en ik kijk dan ook speurend rond of ik het beest weer zie. Na het gebied doorkruist te hebben, volgt er een open stuk dat loopt naar Heerjansdam, tegenwoordig bestuurt door Zwijndrecht. Ook hier is genoeg te zien. De liefhebbers van spruitjes zullen volgende winter goed aan hun trekken komen, want zover het oog reikt, staan ze in het land. Elke keer als ik hier kom, bekijk ik de erven van de verschillende boerenbedrijven, want ik ben nog op zoek naar een plek voor een wagenrust. Ook hier is het opvallend stil. Alleen wat schooljeugd onderweg van school naar huis. Niet eerder dan in Heerjansdam krijg ik de kans om een praatje te maken met een oma achter de kinderwagen. Trots vertelt zij van haar kleindochter. Ik haak er op in en vertel over onze kinderschaar en de twaalf kleinkinderen die erop volgden. Maar de oma heeft kennelijk haast, want haar blik dwaalt steeds af naar de kinderwagen en elke keer duwt zij het een beetje vooruit. Ik loop op mijn gemak door het schilderachtige dorpje en bewonder de vele verschillende bouwstijlen van de huizen van jaren her. Elke keer weer is het een lust voor het oog. Ook het stuk langs de Waal is altijd weer aantrekkelijk. Mensen vermaken zich met roeien en enkelen zwemmen over een flinke afstand. Ik heb het geluk dat ik zo'n zwemster van dichtbij mag bewonderen als zij druipend uit het water komt en zich onbespied waant. Het leven van een wandelaar bestaat niet alleen uit lopen. Zonder verdere belevenissen kom ik bij mijn einddoel voor vandaag en wat blijkt, is dat er bijna veertien kilometers zijn afgelegd. Gek, de vorige keer was het een stuk minder. Ik maak mij er niet druk om en drink op mijn gemak een bekertje thee. Een verstandig beperkte werker komt bij mij zitten en vertelt over zijn leven met zijn opa. Hij vindt mij oud en nog vitaal genoeg om op zijn opa te kunnen lijken. Maar als ik hem vraag hoever het naar de dichtstbijzijnde bushalte is, twijfelt hij en zegt dat het misschien wel vijf kilometer is. Dat zou betekenen dat ik nog een uur verder moet lopen en de bus van half twee zal moeten missen. Uitgerust ga ik op weg naar de bushalte, want teruglopen naar huis zie ik niet zitten. Met een beetje geluk haal ik de bus van half twee. Niemand schetst mij verbazing als ik plotseling na twee kilometer een bushalte van mijn bus zie. Wel een half uur te vroeg, maar dat mag 'm de pret niet drukken. Volgens mijn app op mijn telefoon heb ik achttien kilometer afgelegd. Quirinus. |