We weten dat we regen kunnen verwachten, maar toch spreken Theo en ik af om in Barendrecht te gaan lopen. Heine heeft vanwege andere bezigheden een 'rustdag'. En als ik 's nachts al vroeg wakker lig, is het nog erger dan verwacht. Met bakken is misschien wat overdreven, maar af en toe hoost het toch flink. Toevallig komen zowel Theo als ik zo'n beetje gelijk aan op de parkeerplaats bij de velden van vv Barendrecht. Gezamenlijk lopen we naar de kantine, die als inschrijfbureau dient voor de wandelaars. Het is er niet echt druk. Velen hebben vanwege de weersverwachtingen afgehaakt, maar toch is het als een thuiskomst. De begroetingen klinken over en weer. De inschrijving is zo gebeurd en om acht uur gaan we de deur uit. Diep in de kragen van onze jassen gedoken, voor een paraplu vinden we ons te groot, gaan we op pad en volgen de pijlen. Het is niet voor het eerst dat we vanaf deze voetbalvereniging beginnen, maar meestal was het in een grote groep en vertrouwde je erop dat anderen de pijlen opzochten. Misschien ook wel daarom dat we zo vaak verkeerd liepen. Trouwens Theo is er nog niet gerust op en als ik de richting aanwijs, wil hij weten op basis waarvan ik dat doe. Verkeerd lopen is één, maar om het tijdens dergelijk herfstweer te doen is iets anders. Veel van de omgeving zien we niet, maar toch valt het ons op dat er aan de wegen hier en daar flink gesleuteld is. Veel verkeer is er nog niet en met oversteken hebben we vaak het rijk alleen, maar staan toch te wachten tot het licht groen wordt. Een Belg die we oplopen en gelijk met ons oversteekt, ontlokt het de woorden :”Je staat langer te wachten, dan dat ze je tijd geven om de overkant te bereiken.” Al de wandelpaden die Barendrecht rijk is, worden benut. Ook hier is het een natte boel. Zelfs de honden hebben een hekel gehad aan het natte gras, want ze hebben keurig aan de kant op het pad hun boodschap achtergelaten. Het is oppassen om daar niet in te trappen. Eveneens op een dergelijk wandelpad ligt een dameshemdje. Hoe het daar gekomen doet ons gissen. Misschien heeft een dame hoge nood gehad en heeft zij haar hemd als toiletpapier gebruikt. Het kan ook zijn dat zij het na een opwindend spelletje vergeten is het weer aan te trekken. Na nog wat gescharrel door enkele straten van Rotterdam komen we bij de VMBO SLINGE, die als rustplek dient. Hier is tevens het startbureau voor SDS, de Rotterdamse tak van deze tocht. We kiezen plek naast Ed van Til, die met veel bravoure op de 25 km was gestart, maar terug gegaan is op de 15 km. Hij heeft ook door dat je met dit weer beter thuis achter het glas kunt zitten, dan je hier in de regen uit te sloven. Een halfuurtje gunnen we ons om op verhaal te komen en dan gaan we verder. Het is zo mogelijk nog harder gaan regenen, maar we blijven op koers door de pijlen nauwgezet in de gaten te houden en te volgen. Het autoverkeer is wel wat drukker geworden en er is dan ook meer lawaai om ons heen, maar we zijn inmiddels uitgekletst en hebben er dus niet teveel hinder van. Ongeschonden komen we bij “'t Schaapje” en strijken daar neer voor een extra rust. Een warm kopje thee gaat er wel in op deze koudste 16de september sinds mensenheugenis, zoals ons hier verteld wordt. Het lijkt erop dat Theo een ingebouwde wekker heeft die na een halfuur afloopt, want precies na dertig minuten staat hij op en ik kan niet anders doen dan hem volgen de nattigheid in. Op de Voordijk krijgen we eindelijk een drogere periode en hebben we meer gelegenheid om rond te blikken. Het valt ons op dat er veel van de dure huizen te koop staan of net verkocht zijn. Ik probeer er achter te komen wat de reden ervan is als ik in een kort gesprek kom met een bewoner van zo'n groot huis onderaan de dijk. Ik begin mijn gesprek met de vraag of hij niet van gras houdt, omdat zijn tuin vol met begonia's staat. Hij ontwijkt mijn vraag en gaat over op de wandelsport. Daar weet ik hem wel wat over te vertellen en omdat Theo langzaam is doorgelopen, moet ik ook verder. Na de Voordijk, volgt de Dorpsstraat en nog wat straten tot we terug zijn bij de sportvelden. De laatste paar honderd meter tot aan de kantine duren het langst en ik schrik nauwelijks op als één der voetballers een bal keihard op hoofdhoogte tegen de afrastering trapt. Uiteindelijk om tien vóór twaalf doe ik de laatste stap en plof op een gereedstaande stoel neer. De 15 km zitten erop. Quirinus. |