Evenals verleden jaar kies ik ook nu voor Barendrecht om een wandeltocht te starten. Maar in tegenstelling met toen is het niet Theo die samen met mij optrekt, maar zijn Alida en Heine mijn wandelmaatjes. En om Alida een halfuurtje extra slaap te gunnen, gaan we nu pas tegen half negen bij het startbureau weg met het gevolg dat we ook een half uur later terug zijn. Verder goot het toen van de regen en ziet het er vandaag een stuk vriendelijker uit. En hier houden de tegenstellingen niet op, want er is meer, maar daar heb ik het later misschien nog over. Gedrieën gaan we het trapje af en begeven we ons op het parkoers. Op weg naar de kantine van BVV hebben we Klaas al ontmoet en in die korte ontmoeting hebben we kunnen zien dat de tijd niet heeft stilgestaan. Maar in tegenstelling tot Klaas ben ik er in gezondheid op vooruit gegaan en heeft Klaas in moeten leveren. En eer we honderd meter verder zijn, komen we mijn vriendin, Lucy, uit Aalsmeer tegen. De begroeting was spontaan en allerhartelijkst. Jammer dat Lucy geen tijd heeft voor een langer gesprek. Zij is nog op weg naar het startbureau en wil 40 km lopen. Maar om drie uur moet zij terug zijn om op tijd te zijn voor de bus. Een hele opgave om in zes uurtjes deze afstand te kunnen overbruggen. En nog menigmaal op onze route word ik herkend door mijn vroegere loopmaten. En met een beetje weemoed denk ik terug aan die tijd van de langere afstanden. Ook de wandeltocht van Nijmegen naar Rotterdam over 160 km komt terug in gedachten. Straks om elf uur gaan de vrouwen en mannen van start voor deze monstertocht, waar ik destijds een longontsteking aan overgehouden heb. Maar ik heb het volbracht en dat was wat toen telde. We zijn nog maar amper 4 km op weg, net voorbij het crematorium, als Lucy aan komt lopen. Met haar speciale loopje herken je haar al van ver. Even gauw een kort gesprek en weg is zij weer. Zij redt het wel, daar hoef je niet bang voor te zijn. Intussen is het tijd om de jasjes aan de kapstok te hangen, maar daar de kapstok ontbreekt, proppen we ze maar in de tassen. We naderen Rotterdam en merken dat het drukker gaat worden. Auto's razen langs en brommers schieten ons voorbij. Huismoeders lopen met tassen boodschappen te sjouwen en mannen lopen met de buik vooruit te flaneren. Afkomst verloochent zich niet. Ik probeer een gesprekje aan te knopen met enkele jongeren die met hun hond aan de riem staan te chillen. Maar heb nog geen twee stappen in hun richting gemaakt of de honden schieten naar voren en komen kwijlend en met bloeddoorlopen ogen op mij af. Gelukkig zijn de beesten, het blijken vechthonden te zijn, aangelijnd en zijn de eigenaren sterk genoeg om ze te houden anders had ik het niet overleefd. Geschrokken voeg ik mij bij mijn maatjes en gaan we verder op onze tocht en na een poosje komen we bij het vakcollege, ZuidRand, aan de Beumershoek voor een rust. Hier ontmoeten we Klaas voor de tweede keer. Ik probeer hem over te halen voor mijn tocht op 26 september, maar Klaas belooft niks. Ook hier zijn vele blijken van herkenning door diverse wandelaars. Alida houdt de tijd in de gaten en geeft het sein om te vertrekken. Na deze pauze voel ik mij weer monter en fris en genietend van het mooie weer lopen we naar de volgende gelegenheid, 't Schaapje, een bruin café. Ook hier is het Klaas die het eerste opvalt. Trouwens het is opmerkelijk stil, want veel van de wandelaars lopen gewoon door en zoeken hun heil op de bankjes langs de route. Nadat de consumpties genuttigd zijn en wij onze plasjes hebben verricht, trekken we verder. De lange Voordijk ligt voor ons. Hier is het Heine die het hoogste woord heeft, want de grote bouwsels onderaan de dijk, zogenaamde woningen, hebben zijn belangstelling en ontlokken bij hem kreten van bewondering op. En op het eind van de dijk lopen we Klaas weer achterop en hij blijft de laatste twee kilometers bij ons in de buurt. In tegenstelling tot verleden jaar komen we nu een half uur later terug op de plek waar we begonnen zijn. En na afmelding en het stempelen van de boekjes zoeken we de auto op en rijdt Alida ons via een toeristische route naar huis. Onderweg bespreken we met elkaar over hetgeen we van de wandeling vinden. Heine is wild enthousiast en Alida is iets minder tevreden. Ik heb het meest genoten van de belangstelling die mij ten deel viel en vond de route van minder belang. Quirinus. |