Een mens wil wel eens wat anders en nu ik de auto weer ter beschikking heb, kan ik mijn vleugels weer verder uitslaan. In overleg met Heine kiezen we voor de Voorjaarstocht in Brielle. Niet te ver weg en met een halfuur aan te rijden. En om acht uur starten hoeft ook niet persé. Met Heine spreek ik af dat hij om acht uur hier dient te zijn, zodat we om negen uur met wandelen kunnen beginnen. En inderdaad, het is niet meer dan een halfuur. Er is ruimte zat om de auto kwijt te kunnen en in de sporthal zijn we gelijk aan de beurt, zodat we twintig minuten vóór het schema weer buiten staan en aan de tocht kunnen beginnen. Het is niet de eerste keer dat ik hier ben, maar ik doe tegenover Heine of dat wel zo is en laat hem de richting aanwijzen. De pijlen staan dik gekalkt op het wegdek, dus het kan niet missen. In het verleden liep ik hier meestal de 40 km, maar vandaag hebben we voor de 10 km gekozen. De beentjes gaan niet zo vlug meer. En ook Heine heeft er genoeg aan. Na een week van schoffelen en opruimwerk langs de straat heeft hij meer behoefte aan rust dan aan wandelen. We volgen de pijlen en komen al gauw op de Wallen tussen de kanonnen en fortificaties uit vroeger tijden. Heine vindt het prachtig. Het doet hem wel wat, die oude spulletjes uit een ver verleden. Hij heeft dan ook 1001 vragen over hoe of wat. Ik vertel hem dat de Spanjaarden hier een gevoelige knauw hebben gehad en daarop volgend de 80-jarige hebben verloren. Maar ik kan nog zoveel vertellen, hij blijft nog steeds met de vraag over het onderhoud zitten. Heine is niet gauw tevreden. Ook de Langepoort doet hem wel wat. Het is ook moeilijk voor te stellen dat zo'n poort een heel leger kon tegenhouden. Daarna volgen we de Langesingel en vervolgens de Oosterlandsedijk, die ons buiten het stadsgebeuren brengt. Uitgestrekte akkers met voorzichtig opkomend groen strekken zich voor ons uit. Op de vraag wat of hier verbouwd wordt, moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik kan niet alles weten en dat hoeft ook niet, want het zal niet lang duren en het is te zien. Waarschijnlijk de één of andere snelgroeiende groente, zodat er na het oogsten nog een keer gezaaid kan worden. De boeren zijn druk bezig om het land te beregenen. Heine kan niet nalaten om hen te vragen of ze ervoor betaald krijgen, want het is zaterdag uiteindelijk en dan hoort een ieder vrij te zijn. Althans volgens Heine. Als ik hem zeg dat er meer mensen zijn die op zaterdag en ook op zondag moeten werken, gelooft hij het niet. Ik laat hem verder maar in die waan. Het zijn lange wegen die ons uiteindelijk naar de Brielse Maas leiden. Het verveelt ons geen moment, maar een rustpunt zou welkom geweest zijn. Een grasmaaimachine is bezig om de bermen kaal te scheren. En als de man op de bok in de gaten heeft dat wij hem langzaam inhalen, verhoogt hij de snelheid en wordt de afstand tussen ons steeds groter. Ik zoek een plekje in de zon en met de rug naar de wind verbeeld ik mij in de zomer. Hemelsbreed zijn we niet eens zo ver van huis, maar toch zijn hier weer andere vogels actief. Zwanen en reigers zijn hetzelfde, maar de vliegende exemplaren verschillen met die van ons. Ik meen ook zwaluwen te zien langsscheren. En ijsvogeltjes springen van tak op tak. Ook het gehamer van de specht is hier duidelijk te horen. Zien doen we deze vogel niet. Waarom zou hij zich ook aan zulke snoeshanen tonen. Heine heeft zijn skimuts tot ver over zijn oren getrokken en zijn handschoenen liegen er ook niet om. Geen wonder dat de dames met hun hondjes geen trek hebben in een babbel. Zo'n oude man met zijn oranje petje. Je weet maar nooit wat hij in het schild voert. Nou ja, wij gaan voort op de voorgeschreven weg en komen in de Voorstraat terecht met hun verschillende geveltjes. De meeste al vele honderden jaren oud, die op elkaar steunen en de één de ander tegen omvallen behoedt. Heine heeft niets op met die ouwe troep en is op zoek naar een restaurant, want trek in iets lekkers heeft hij wel. Ook op de routebeschrijving staat dat er verschillende rustmogelijkheden zijn, maar helaas voor ons, ze zijn nog gesloten. Wij zijn te vroeg. Onverrichterzake vervolgen we de route en gaan om kwart vóór elf over de eindstreep en hebben we de ruim negen kilometers afgelegd. We handelen onze administratieve zaakjes af, maken een praatje met een andere bekende wandelaar en lopen naar de auto. Een halfuurtje later, ruim vóór de middagboterham, staan we thuis op de stoep. We kunnen bogen op een leuk dagje in de buitenlucht. Quirinus. |