Na een halfuurtje rijden komen we op de vrijdag na Hemelvaart in Hoornaar aan en krijgen we een plaatsje aangewezen op het weiland achter de inschrijftent. Heine heeft een verplichte vrije dag en ik ben toevallig ook beschikbaar, dus zijn we overeengekomen om een stukje te gaan wandelen. We laten de SOP-route even voor wat ze is en kiezen ervoor om hier in het boerenland onze benen te strekken. De inschrijving is een fluitje van een cent, maar op z'n Dordts moeten we wachten tot de klok negen uur heeft geslagen eer we weg mogen. Maar niet getreurd, want een Limburgse dame vraagt mijn aandacht voor haar fietsprestaties. Zij is uit haar woonplaats, Venlo, komen fietsen en staat te glunderen als zij vertelt dat zij hier vier dagen 60 km komt fietsen. En dit allemaal in sappig Limburgs, zodat ik mijn oor goed open moet houden om haar te verstaan. Als zij gereed is met haar verhaal, vertel ik haar dat ik in mijn jongensjaren met enkele vrienden naar Parijs ben gefietst en via haar provincie zijn teruggekomen. En dat op een gewone fiets zonder versnellingen. Haar mond valt open van verbazing en bewondering. Eindelijk is het dan negen uur, maar weggaan is er nog niet bij. Eerst nog een voorstelling met poppen, waarvan verondersteld wordt dat wij die kennen. Het zal wel een bedoeling gehad hebben, maar wordt door mij niet begrepen. En Heine hoef ik het niet te vragen, die knikt overal 'ja' op. Daarna worden de routebeschrijvingen uitgedeeld en kunnen we naar buiten in de stralende zonneschijn. Jammer genoeg staat er een schrale wind, zodat we besluiten om de jasjes maar aan te houden. Bij de Dorpsstraat staat een dame, een Brabantse aan haar spraak te horen, mopperend op haar echtgenoot te wachten. Ik maan haar tot kalmte, waarop zij reageert met te zeggen dat zij nu eenmaal een kort lontje heeft, maar het niet zo slecht meent. Na dit intermezzo gaan we eindelijk achter de overige wandelaars aan. Ik ben hier al menig maal geweest. Meestal voor de driedaagse en niet zoals deze keer voor één dag. Het is niet anders. Er moeten keuzes gemaakt worden in het leven. Afijn, de zon schijnt en de omgeving rond ons ziet er vrolijk uit met frisse kleuren groen, koetjes in de weide en vogeltjes in de sloot en in de lucht. De wind is slechts een zucht en ik heb dan ook al gauw spijt dat ik het jasje nog aan heb. Het is mij bekend dat hier lange wegen zijn en dat de bochten het doen voorkomen alsof er niets aan de hand is, maar het Binnenste Buitenpad lijkt mij toch langer dan gedacht. Het zal 'm wel in de snelheid van lopen zitten. Het constante gekwaak van kikkers begeleidt ons en een aantal lama's geven fleur aan het weidse landschap. Liggend in de weide lijken het net schapen, maar als de nek uitgestoken wordt, is het een heel ander beest. Nadat we enkele korte stukken hebben gehad en de drukte van het verkeer even geproefd hebben, komen we op de Beemdweg, een rustige landweg met gescheiden fietspad. Enkele jonge dames wijzen ons erop dat we mogelijk op het verkeerde pad zijn geraakt, want zij hebben de andere wandelaars bij de rotonde rechtdoor zien gaan. Ik kijk de meiden recht in de ogen en zeg met de stem als in vroeger dagen dat zij de oorzaak van onze dwaling zijn. Heine begrijpt het niet en vertelt hen dat wij een andere afstand lopen en langs deze Beemdweg naar onze bestemming gaan. Zij wensen ons succes en gaan op een holletje verder. De hele verdere weg tot in Hoogblokland zien we geen mens meer. Wel het vee in de weiden dat ons loom aanstaart. Inmiddels loop ik in shirt, maar Heine volhardt met zijn jas aan, terwijl het zweet onder zijn pet vandaan druipt. Het plaatsnaambord van Hoogblokland geeft enige ruimte voor woordspelingen en even verderop ontstaat enige hilariteit als Heine aan de ijzerboer daar vraagt wat hij met al die rommel voor zijn huis doet. Als de man hem zegt dat de beste raad een voorraad is, vraagt Heine hem of het nog wat oplevert, waarop de man er het zwijgen toedoet. Heine begrijpt het nog niet helemaal en vraagt hem ook nog of het een hobby van hem is om die troep te verzamelen. Later, als we al de brug over de A27 gepasseerd zijn, heeft Heine het er nog steeds over en daarbij zijn hoofd schuddend. In de Hoge Giessen staan de huizen iets minder ver uit elkaar en krijg ik zo nu en dan de gelegenheid om een korte babbel te maken. Het weer en de mooie dag of onze wandeling, veel verder kom ik meestal niet, want ook hier is de haast van het moderne leven gemeengoed geworden. Een enkeling doet iets in de tuin of veegt zijn straatje. Het is alsof het zondag is. Heine loert de tuinen af naar vreemdsoortige beelden als kabouters of paarden van plastic. Ontwaart hij er een dan vraagt hij of ik er een foto van wil maken. Zo naderen we de Dorpsweg van Hoornaar en is de tocht op een haar na gevild. Een wat oudere man staart ons aan alsof we wezens van een andere planeet zijn, maar als hij ons linksaf ziet gaan naar de grote tent, weet hij genoeg, wandelaars die hun tijd verdoen met lopen in de warmte van de dag. Hij weet wel een andere bezigheid te verzinnen. In de tent melden we ons af, maken nog een praatje met deez' en geen en zoeken dan de auto op om naar huis te rijden. We hebben weer een leuk dagje achter de rug en kijken dan ook met volle tevredenheid terug op een geslaagde tocht. Quirinus. |