Omdat er weinig keus is op wandelgebied en de harde wind met de daaraan gepaard gaande waarschuwingen die niet in de wind geslagen mogen worden, zijn we min of meer gedwongen om in de buurt te blijven. Voor mij een mooie gelegenheid om de laatste aanpassingen op GPS vast te leggen. Theo en Heine zijn bereidt om mij bij te staan. Omdat er op dit vroege uur nog geen bus rijdt, brengt Theo ons naar Heerjansdam met de bedoeling de auto later op te halen. De kleine drie kilometer die ons scheiden van de startplaats, 'de Kleine Duiker' gebruiken we om in te lopen, want er staat ons, volgens de weerman althans, nogal wat te wachten. Voorlopig is er tussen de Heerjansdamse huizen van wind niet veel te merken. De zon probeert de boel nog wat op te vrolijken door af en toe tussen de voortjagende wolken door te glippen. Heine zit, bij wijze van spreken, op zijn praatstoel en vertelt over zijn slimmigheid om zijn zus vanuit Dordrecht naar Heerjansdam te laten komen toen hij, door aan de verkeerde kant van de straat te wachten, de bus aan zich voorbij zag gaan en een uur zou moeten wachten. De klok wijst bijna negen uur als we met ingestelde apparatuur aan ons avontuur gaan beginnen. Tussen de velden met wilde bloemen door lopen we enigszins beschut in de richting van de Oude Maas. Dit stuk hebben we al verscheidene keren bewandeld en geeft dan ook geen probleem. Heine herinnert zich nog de bushalte nabij de camping waar hij vorige week aangaf niet verder te willen lopen. Hij liep nog een halte verder, maar toen was het toch echt gedaan. Hij deed geen stap meer. Dit keer is hij nog vol lust en huppelt als het ware voor ons uit. Wel neemt hij bij elke hoek of bocht het zekere voor het onzekere en vraagt hoe verder te gaan. Het pad langs de Oude Maas ligt er verlaten bij. Slechts één fietser en één jogger laten zich zien. De begroeiing langs de oever biedt ons genoeg bescherming voor de wind. Op de open stukken is aan het kolkende water te zien dat het menens is met het weer. Schepen wagen zich er niet aan en blijven rustig aan de kant in afwachting tot de wind zal afnemen. Wij tippelen lekker door en staan voor de volgende uitdaging, de Hooge Nesse. Het riet waait woest heen en weer alsof het ons de toegang wil verbieden. En terwijl de vlinders ons om de oren fladderen, neigen de bramenstruiken naar ons over en sommige takken hechten zich in het voorbij gaan aan mijn shirt. Wij doorstaan de 1200 meter lange wildernis en lopen tegen de storm verder. Een striemende regen slaat op ons neer, maar wij laten ons er niet door afschrikken. Wat wel schrikt, is een paard dat bij een amazone aan de lijn achter een boom staat te schuilen. Een fietser met wapperend regenjas brengt het dier aan het schrikken en met moeite houdt het meisje het in toom. De regen stopt net zo vlug als dat het begon en de wind waait ons in korte tijd weer droog. Het stuk dat volgt zijn de aanpassingen die ik wil toebrengen en die in goede aarde vallen bij mijn maatjes. We treffen het dat de zon volop gaat schijnen en de Devel in een hemelse gloed zet. En het arboretum overtreft zichzelf in schoonheid. Een aanpassing waar ik trots op mag zijn. Maar wij lopen door en doorkruisen de wijk Oudelands Ambacht. En nog steeds valt het op dat het zo stil is. Auto's zijn er daarentegen in overvloed, maar daar hebben wij geen last van, want zij komen niet op ons pad. Ook als we in onze eigen wijk komen, gaat Heine onverstoord verder. Hij taalt er niet naar om af te buigen naar huis. Ook Theo gaat stug door en geeft duidelijk te kennen dat de route bij hem goed overkomt. En als blijkt dat de aanpassingen niet tot meer meters leiden, ben ik ook tevreden. De tocht is af en het is goed zo. Wat nog rest is de auto van Theo die in Heerjansdam staat. We zijn net te laat voor de bus van twaalf uur, dus moeten we een uur wachten. Dat uur brengen we genoeglijk door met theedrinken en napraten en is zo om. Ik zet Theo op de bus en bedank hem voor zijn gezelschap, waarmee deze dag tot een goed einde is gebracht. Quirinus. |